Resultaat 13–24 van de 41 resultaten wordt getoond
L.E. van Oploo
Geestelijke verzorging tijdens de tenuitvoerlegging van sancties krijgt vorm door middel van begeleiding bij het belijden en beleven van godsdienst of levensovertuiging. In deze bijdrage wordt verkend of de menselijke geest gedurende een periode van detentie niet op méér gebieden verzorging verdient en, indien dat zo is, op welke manier dat juridisch gestalte zou kunnen krijgen.
Rode draad | Recht & Geestdecember 2021AA20211128
S.B. Boekema
De uithuisplaatsing van een pasgeboren kind is een vergaande en ingrijpende maatregel. Desondanks vinden in Nederland regelmatig zogenaamde ‘uitbuikplaatsingen’ plaats. Deze kinderbeschermingsmaatregel is niet vrij van kritiek en ook het EHRM is streng ten aanzien van dit onderwerp. In dit artikel wordt bekeken hoe de uithuisplaatsing van pasgeborenen in Nederland juridisch wordt onderbouwd en in hoeverre dit aansluit op de jurisprudentie van het EHRM.
Opinie | Opiniërend artikelseptember 2021AA20210822
W. Sorgdrager
Het machtsevenwicht van de trias politica is geen statisch gegeven. De machten verschuiven ten opzichte van elkaar. Lange tijd is de rechter gezien als de zwakste van deze staatsmachten, maar door de toegenomen mondigheid van de burger worden meer vragen aan de rechter voorgelegd. De rechter moet daarop responderen. In die respons speelt ook de toetsing aan het internationale recht een grote rol. Deze veranderende positie van de rechter kan nu niet meer als de ‘zwakste’ van de drie staatsmachten beschouwd worden. Dat schuurt wel eens.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2020AA20200874
M.J. Vonk
Op 28 april 2023 verbood de voorzieningenrechter in Den Haag donor Jonathan op straffe van een dwangsom om nog zaad te doneren. De eisers in deze zaak stellen dat de donor tegen zijn beloftes in minstens 550 kinderen blijkt te hebben verwekt, zowel via zaadbanken van klinieken als via spermadonatie direct aan wensouders. Hoe kon dit gebeuren en vooral (hoe) kunnen we dit soort excessen in de toekomst voorkomen?
Opinie | Opiniërend artikeljanuari 2024AA20240040
P.R. Rodrigues
Het minderheidskabinet Rutte heeft ingezet op een restrictief vreemdelingenbeleid. Dat geldt niet alleen voor asiel, maar met name ook voor gezinsmigratie. Uitgangspunt van het beleid met betrekking tot gezinsmigratie is dat voorkomen moet worden dat kansarme migranten zich in Nederland vestigen. Het Nederlandse vreemdelingenrecht staat echter niet meer op zich zelf. Naast mensenrechtenverdragen is de betekenis van het recht van de Europese Unie het afgelopen decennium aanzienlijk toegenomen. Het is de vraag in hoeverre de voorgenomen beperkingen aan gezinsmigratie zich verhouden tot de waarborgen uit de mensenrechtenverdragen en het Unierecht.
Verdieping | Verdiepend artikelseptember 2011AA20110626
I. Visser
Sinds de wereldwijde financiële crisis (2008-2013) is er meer aandacht voor de bescherming van de woningeigenaar tegen executieverkopen door de hypotheekhouder. Met een rechtsvergelijkend onderzoek heb ik gekeken tot welke veranderingen deze toegenomen aandacht leidde. Hier deel ik enkele uitkomsten, die laten zien dat het streven naar meer bescherming een goede gedachte is, maar dat de uitvoering nog niet zo eenvoudig is en ongewenste neveneffecten kent.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2025AA20250687
L.M.W. Peters
Euthanasie betekent vrij vertaald uit het oud-Grieks ‘goede dood’, maar de invulling van het goede blijft een terugkerende discussie. Het wettelijke vertrekpunt inzake vrijwillige levensbeëindiging is sinds 1886 helder in Nederland: levensbeëindiging op verzoek (euthanasie) en hulp bij zelfdoding zijn strafbaar. Alleen ten aanzien van artsen wordt een uitzondering gemaakt, mits zij handelen conform een zorg- en meldplicht. Voorstanders van een autonoom levenseinde – dat wil zeggen: zelf bepalen dát en hóe je uit het leven wilt stappen – vinden deze benadering echter te beperkt en agenderen daarom een ruimer euthanasiebeleid. De Coöperatie Laatste Wil (CLW) fungeert in dat kader als pleitbezorger. In deze bijdrage worden de uitgangspunten van het huidige en voorgestelde nieuwe euthanasiebeleid onderzocht, alvorens de strafbaarheid van de activiteiten van CLW aan de orde komt.
Verdieping | Verdiepend artikeljuni 2025AA20250437
J.J. Karens
Veel Nederlandse wijken staan voor een overgang van aardgasverwarming naar een hernieuwbaar alternatief zoals een warmtenet. Gemeenten hebben daarbij een regierol en kunnen daarvoor ook meer dwingende regels stellen. In deze bijdrage wordt onderzocht welke wettelijke belemmeringen nu aan invulling van die rol in de weg staan en hoe die door toekomstige wetgeving worden weggenomen. Daarnaast wordt stilgestaan bij de rechtsstatelijke randvoorwaarden bij een verplichte overgang van aardgas naar een hernieuwbaar alternatief en op welke wijze gemeenten die kunnen concretiseren bij besluitvorming over aardgasvrije wijken.
Verdieping | Verdiepend artikelfebruari 2024AA20240089
M.A.J.M. Buijsen
De vaccinatiegraad onder kinderen daalt. Uitbraken van ernstige infectieziekten zijn in Nederland inmiddels aan de orde van de dag. Debet hieraan is vaccine hesitancy. Politici hebben de invoering van een vaccinatieplicht voorgesteld. De auteur betoogt dat vaccinatiebeleid ook een grondrechtenkwestie is. Een dalende vaccinatiegraad is een schending van het aan het sociale grondrecht op gezondheid inherente verbod op regressie. Hoewel dat grondrecht niet tot invoering van vaccinatieplichten verplicht, staan andere grondrechten er nauwelijks aan in de weg.
Opinie | Opiniërend artikeloktober 2024AA20240826
J.Th.J. van den Berg
Tegenover een parlement dat gebrekkige aandacht toont voor de constitutionaliteit van de wetgeving, staat een rechterlijke macht die zich lang niet altijd meer door de wet alleen laat leiden. Vooral in de politiek is de irritatie over het handelen van de rechter toegenomen, waarop rechters opmerkelijk defensief reageren. Tijd om te waken voor overdrijving, maar ook voor nieuwe concentratie op waarde en inhoud van de wet.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2020AA20200864
I. van Oosterhout
Een tijdlang leek er een tendens te zijn richting de wettelijke verankering van non-binaire geslachtswijziging. Recentelijk wijzen verschillende ontwikkelingen echter eerder op een stagnerende tendens, waaronder de recent aangenomen motie om het wetsvoorstel in te trekken dat geslachtswijziging voor transgenders moet vereenvoudigen. In dit artikel wordt besproken wat de stand van zaken is ten aanzien van non-binariteit en in hoeverre deze ontwikkelingen daadwerkelijk reden zijn tot zorgen.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2024AA20240817
L. Stevens
Hoge Raad 4 april 2017, nr. 15/03882, ECLI:NL:HR:2017:584; Hoge Raad 4 april 2017, nr. 15/05365, ECLI:NL:HR:2017:588; Hoge Raad 4 april 2017, nr. 15/01973, ECLI:NL:HR:2017:592
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2017AA20170730