Resultaat 25–32 van de 32 resultaten wordt getoond

Towards European consensus on climate change as a human rights problem

L.P. Dikkers

Post thumbnail This article discusses the emerging trend to treat climate change as a human rights problem. This serves as an argument for an evolutive interpretation of the ECHR that does more justice to the nature of the problem of climate change.

Verdieping | Studentartikel
februari 2022
AA20220089

Uitlokking door burgers en de (on)bruikbaarheid van het daardoor verkregen bewijsmateriaal

Urgenda tegen de Staat der Nederlanden: aan wiens kant staat de Nederlandse burger eigenlijk?

O. Spijkers

Post thumbnail In het rechtbankvonnis (2015) in de Urgenda-zaak werd het nalaten van de Nederlandse Staat om de uitstoot van broeikasgassen vanuit Nederlands grondgebied tot een aanvaardbaar niveau terug te (doen) brengen, beschouwd als een schending van de zorgplicht (gevaarzetting) van artikel 6:162 lid 2 Burgerlijk Wetboek. Door dit nalaten bracht Nederland de eigen bevolking in gevaar. In 2018 kwalificeerde het gerechtshof datzelfde nalaten door de Staat als een schending van de mensenrechten van de Nederlandse bevolking, in het bijzonder het recht op leven en een schone leefomgeving. In deze bijdrage onderzoek ik of de Urgenda-zaak gezien kan worden als een succesvol voorbeeld van strategisch procederen voor mensenrechten, dat wil zeggen het op een strategische manier inzetten van een juridische procedure, waarin de mensenrechten centraal staan, om op deze wijze te proberen algemene beleids­wijzigingen teweeg te brengen in het belang van de samenleving als geheel. Daarbij kijk ik ook naar de reactie van de Nederlandse samen­leving op deze procedure. Die lijkt verdeeld. Sommige Nederlandse burgers beschouwen Urgenda als een stichting die moedig opkomt voor de goede zaak, anderen hebben juist meer sympathie voor de weifelende Nederlandse Staat.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2019
AA20190191

Van ‘waar bemoeit die rechter zich mee?’ tot ‘res loquitur ipsa’. De Urgenda-zaak bij de Hoge Raad

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Hoge Raad 20 december 2019, nr. 19/00135, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41, m.nt. J. Spier, AB 2020/24, m.nt. Ch.W. Backes & G.A. van der Veen, JB 2020/37, m.nt. D.G.J. Sanderink, M en R 2020/8, m.nt. T.J. Thurlings-Rassa (Urgenda) Als er in de afgelopen jaren één (Nederlands) geschil zou moeten worden aangewezen waarover de rechter uitspraak deed en waarover veel juristen in de wereld verbaasd waren, vanwege de mate waarin de rechterlijke macht meende te kunnen interveniëren in het politieke domein, dan betreft dat het geschil tussen de Nederlandse Staat en de stichting Urgenda. Kars de Graaf & Bert Marseille annoteren de uitspraak in het kader van het themanummer over de rechter in de trias politica.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200955

Van eeuwigheid tot (n)amen duren

Eindelijk op weg naar een nieuw naamrecht?

G.R. de Groot, R.P.J. Ritsema

Post thumbnail Het naamrecht: veel bereik, doch weinig bemind. Hoewel iedereen met het naamrecht te maken krijgt, heeft de wetgever er weinig aandacht voor. Anders dan in de rest van het personen- en familierecht is hier nog sprake van een beperkte keuzevrijheid voor het individu en een ferm normerende overheid. Dit artikel poogt de belangrijkste pijnpunten aan te geven.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2022
AA20220036

Verbeeld leed

Strafbaarstelling van het maken van beeldmateriaal van verkeersongevallen en van slachtoffers

C.P.M. Cleiren, J.M. ten Voorde

Post thumbnail In de zomer van 2018 bereikte de reguliere Nederlandse media het nieuws dat met mobiele telefoons beeldmateriaal wordt gemaakt van verkeersongevallen en meer in het bijzonder van slachtoffers daarvan. De media wisten te vertellen dat het filmen van slachtoffers van verkeersongevallen in Nederland, anders dan in Duitsland, niet strafbaar is gesteld. In deze bijdrage buigen Tineke Cleiren en Jeroen ten Voorde zich over de vraag of het strafbaar stellen van het fotograferen of filmen van slachtoffers van verkeersongevallen ook voor Nederland zou moeten worden overwogen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2019
AA20190433

Vervangende toestemming tot erkenning; misbruik van bevoegdheid

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 6 november 2015, nr. 14/05412, ECLI:NL:HR:2015:3244 Personen- en familierecht. Verzoek verwekker aan rechtbank tot vervangende toestemming tot erkenning kind (art. 1:204 lid 3 BW). Door moeder aan andere man gegeven toestemming. Misbruik van bevoegdheid? Invloed huwelijk verwekker en artikel 1:204 lid 1 onder e BW (oud). Openbare orde. Maatstaf voor misbruik.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2016
AA20160045

Wie heeft recht op rechtvaardigheid?

Toekomstige generaties en klimaatrechtvaardigheid

L.M. Henderson

Post thumbnail Klimaatrechtvaardigheid dwingt ons na te denken over het subject van rechtvaardig­heid. Mensen overal ter wereld, niet-menselijke dieren, de natuur en toekomstige generaties worden in de discussie over klimaatrechtvaardigheid genoemd als potentiële gerechtigden van rechtvaardigheid. Deze bijdrage richt zich op deze vele mogelijke subjecten van rechtvaardigheid. Ik introduceer een opvatting van rechtvaardigheid die de noodzaak van gelijke participatie van alle betrokkenen in het politieke debat over rechtvaardigheid benadrukt. Vervolgens spits ik mijn onderzoek toe op toekomstige generaties. Deze invalshoek laat duidelijk zien wat de fundamentele uitdaging is van rechtvaardigheid. Ik sluit af met een aantal concrete oplossingen.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2020
AA20200558

Resultaat 25–32 van de 32 resultaten wordt getoond