Maandbladartikel

Resultaat 757–768 van de 6758 resultaten wordt getoond

Bestuurlijke maatregelen ter bestrijding van terrorisme

J.R. Groen, J.J. Tazelaar

In Nederland is in 2013 met het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme een veelheid aan maatregelen aangekondigd om jihadisme aan te pakken. Een aantal van deze maatregelen, de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (hierna: Twbmt) en de wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid, zijn in februari en maart van dit jaar in werking getreden. In deze bijdrage geven de auteurs een beschrijving van de afzonderlijke maatregelen. Zij eindigen met een korte afsluiting.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 2017
AA20170736

Bestuurlijke verplaatsing bij demonstraties

J.G. Brouwer, B. Roorda

Post thumbnail

Bestuurlijke verplaatsing van demonstranten die weigeren gehoor te geven aan de opdracht van de burgemeester om de betoging te beëindigen en uiteen te gaan op basis van een noodbevel, is niet in overeenstemming met artikel 15 Grondwet. Dat schrijft voor dat vrijheidsontneming altijd een formeel wettelijke grondslag heeft. Een noodbevel heeft dit niet. Zou artikel 176a Gemeentewet, waarin de bestuurlijke ophouding is geregeld, misschien een zodanige basis kunnen verschaffen voor deze tot nu toe omstreden bestuurlijke praktijk?

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2022
AA20220452

Bestuurscompensatie voor metroschade

E.M.H. Hirsch Ballin

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 14 mei 1986, ECLI:NL:RVS:1986:AM9085, nr. R03.84.2943, AB 1986, 568 m.nt. P.C.E. van Wijmen, Bouwrecht 1986, p. 852 m.nt. K. van Rijckevorsel (mrs. Barendsen-Cleveringa, Van der Burg, Eekhof-De Vries)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1987
AA19870409

Bestuurscompensatie, draagkracht en rechtseconomie

F.J. van Ommeren

Behoren bij de vaststelling van bestuurscompensatie economische factoren, zoals de winstgevendheid, het vermogen, de omvang en de continuïteit van een benadeeld bedrijf, een rol te spelen? Mag de overheid, bijvoorbeeld met het oog op de werkgelegenheid, rekening houden met de levensvatbaarheid van het bedrijf?

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900682

Bestuursorganen leven niet in een wereld van normloosheid

Een interview met de Nationale ombudsman, mr.dr. M. Oosting

P. Kreijger, P. Werdmuller

Marten Oosting werd geboren te Winschoten op 11 november 1943. Hij studeerde sociologie en rechten. Hij was tot 1978 wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de faculteit bestuurskunde van de (thans) Universiteit Twente en tot 1 oktober 1987 hoogleraar bestuursrecht en bestuurskunde in Groningen. Op 30 juni 1987 werd hij benoemd tot Nationale ombudsman, welke benoeming op 23 maart 1993 voor een tweede periode van zes jaar werd verlengd. Tevens is hij president van het International Ombudsman Institute en vervult hij diverse bestuurskundige en maatschappelijke nevenfuncties. De Universiteit Twente verleende hem op 29 november 1996 een eredoctoraat. Hij is gehuwd en heeft drie kinderen.

Verdieping | Interview
juni 1997
AA19970402

Bestuursrecht en nieuw BW

F.J. van Ommeren, B.J. Schueler

In dit artikel wordt een boek besproken dat de veranderingen voor het bestuursrecht behandelt nadat het NBW is ingevoerd. In de boekbespreking komen aan de orde: rechtstreekse toetsing aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de ingevoerde schakelbepalingen. Er wordt afgesloten met een slotbeschouwing.

Literatuur | Boekbespreking
februari 1989
AA19890154

Bestuursrecht na de toeslagenaffaire: hoe nu verder?

L. van den Berge

Post thumbnail Het komt zelden voor dat de stand van het Nederlandse bestuursrecht wordt besproken aan de nationale talkshowtafels en in landelijke kranten, maar in de nasleep van de toeslagenaffaire was het dan zo ver. Sindsdien verkeren de betrokken instituties in een complex proces van reflectie en bezinning. Een uitweg uit de crisis is alleen mogelijk als zij daarbij de moeilijkste vragen niet uit de weg gaan.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2021
AA20210987

Bestuursrechtelijk ingrijpen in cyberspace?

M. Klos

Post thumbnail

Het gedrag van burgers op onlineplatforms roept steeds vaker vragen op over welke bevoegdheden gemeenten en meer specifiek burgemeesters hebben als het gaat om het handhaven van de openbare orde. De burgemeester van de gemeente Utrecht legde een ‘online gebiedsverbod’ op aan een man die opruiende berichten op internet verspreidde. De gekozen terminologie lijkt te suggereren dat ‘het internet’ kan worden gezien als een (openbare) plaats. In deze amuse ligt de focus op de opvatting dat het internet kan kwalificeren als een openbare ruimte waarbinnen de burgemeester kan optreden.

Opinie | Amuse
februari 2022
AA20220086

Bestuursrechtspraak een lege huls?

L.J.A. Damen

Rechtbank Den Haag 9 mei 2014, nr. 462821 KG ZA 14-369, ECLI:NL:RBDHA:2014:9309

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2014
AA20140643

Bestuursschadevergoeding en de Centrale Raad van Beroep

Th.G. Drupsteen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 8 november 1995, ECLI:NL:CRVB:1995:ZB1486, nr. 94/1586 ZW, AB 1996, 191 m.nt. WASD, JB 1995, 296 In deze uitspraak sluit de CRvB aan bij de rechtspraak van de Hoge Raad waarin bepaald is dat een vernietigd bestuursbesluit onrechtmatig is en schade die daaruit voortvloeit voor vergoeding in aanmerking komt. De CRvB zoekt bij rentevergoeding aansluiting bij de civielrechtelijke regeling die is neergelegd in art. 6:119 en 6:120 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1996
AA19960574

Bestuursstrafrecht in perspectief

A.R. Hartmann, P.M. van Russen Groen

Zowel op communautair niveau als op het nationale niveau van de lidstaten van de Europese Unie (EU), is een toename te constateren van de toepassing van de bestuurlijke boete. Ook in Nederland vindt deze ontwikkeling plaats als een gevolg van een veranderend rechtshandhavingsbeleid, dat mede wordt veroorzaakt door groeiende communautaire regelgeving. Door het opleggen van bestuurlijke boetes worden in een bestuursrechtelijke context straffen opgelegd. De toepassing van de bestuurlijke boete wordt daarom beheerst door regels en beginselen van zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke aard. Dit straffen in een bestuurlijke context wordt omschreven als 'bestuursstrafrecht'.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 1997
AA19970461

Betaalopdrachten rond de faillissementsdatum en rechterlijk overgangsrecht

R.M. Wibier

Hoge Raad 20 maart 2015, nr. 14/01306, ECLI:NL:HR:2015:689 (JPR Advocaten/Gunning q.q.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2015
AA20150392

Resultaat 757–768 van de 6758 resultaten wordt getoond