Maandbladartikel

Resultaat 5641–5652 van de 6678 resultaten wordt getoond

Sport en sponsoring: verenigings- en verbintenissenrechtelijke aspecten in n team?

S.G.M. Buys

Sportieve activiteiten worden op amateurniveau in Nederland veelal in verenigingsverband uitgeoefend. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de verenigingsstructuur. Daarbij komen onder andere aan de orde de aard van de lidmaatschapsverhouding en de besluitvorming in de algemene ledenvergadering. Vervolgens wordt de bevoegdheid beschreven van de vereniging om haar leden te binden c.q. verplichtingen op te leggen zowel in verenigingsverband als ten opzichte van derden, bijvoorbeeld een sportbond of een sponsor. Tevens komt het geschil tussen de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond en schaatser Rintje Ritsma aan de orde, waarbij aandacht wordt besteed aan de vraag in hoeverre een vereniging trainers/coaches en leden verplichtingen kan opleggen.

Overig | Rode draad | Sport en recht
maart 1996
AA19960147

Sport, dat kost wat

N. van der Beek, K. Kliphuis

In het kader van sport en spel gelden specifieke eisen aangaande de aansprakelijkheid van sporters en organisatoren voor geleden schade door een ongeluk. Dit is heel begrijpelijk daar je vrijwillig deelneemt aan sportactiviteiten en je weet dat dit een risico oplevert. De Hoge raad lijkt echter wel in de richting te gaan waarbij aansprakelijkheid per verschillende sport moet worden bekeken en er niet een algemene maatstaf is wanneer iemand toch aansprakelijk is voor schade ontstaan in een sport en spelsituatie.

Opinie | Redactioneel
januari 2004
AA20040005

Sportbonden voor de rechter

Een systematische jurisprudentieanalyse van de rechterlijke toetsing van regulerend handelen door sportbonden

P.W.J. Verbruggen

Post thumbnail Sporters doen met regelmaat een beroep op de burgerlijke rechter om het regulerend handelen van hun sportbond te toetsen. Dit artikel onderzoekt op basis van een systematische jurisprudentieanalyse hoe die rechterlijke toetsing vorm krijgt. Het concludeert onder meer dat een kern van randvoorwaarden en beginselen de toetsing beheerst en dat de rechter aldus een belangrijke mate van rechtsbescherming aan sporters biedt.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2021
AA20210827

Sporttuchtrecht

H. de Doelder

Ontucht op de judomat, karate op het voetbalveld en illegaal gokken op eigen wedstrijden door de scheidsrechter, zaken voor de tucht- en/of strafrechter? Verder in dit artikel de vraag in hoeverre het sporttuchtrecht voldoet en dient te voldoen aan enkele belangrijke straf(proces)rechtelijke beginselen. Is bijvoorbeeld voor een tuchtrechtelijke veroordeling een voorafgaande strafbaarstelling vereist en is de beschuldigde in het sporttuchtrecht verplicht mee te werken aan zijn eigen veroordeling?

Overig | Rode draad | Sport en recht
juli 1996
AA19960484

Spotvogels mag je niet doden

J.C.M. Leijten

Post thumbnail In deze laatste bijdrage van Leijten in de zevendelige reeks onder de titel 'Recht & Literatuur' komt deze keer 'To kill a mocking bird' van Harper Lee aan bod. In dit boek komt de idealistische pro deo advocaat aan de orde.

Perspectief | Perspectiefartikel
december 2008
AA20080910

Spreekrecht in het geding

M. Geerdink, E. de Zwaan

Om de betrokkenheid met de Europese Unie te vergroten heeft de tweede kamer besloten om aan leden van het Europees Parlement een beperkt spreekrecht toe te kennen. Auteurs betwijfelen echter of dit grondwettelijk geen problemen oplevert.

Opinie | Redactioneel
september 1999
AA19990607

Spreken is zilver, maar wie bepaalt wanneer zwijgen goud is?

Over de vraag of de parlementaire immuniteit voor volksvertegenwoordigers moet worden uitgebreid

R. Nehmelman

Post thumbnail Tot voor kort genoot artikel 71 Grondwet een slapend bestaan. Deze bepaling garandeert dat iedereen die deelneemt aan het parlementaire debat in één van de Kamers van de Staten-Generaal, niet in rechte kan worden vervolgd of aangesproken over hetgeen hij of zij heeft gezegd of geschreven ten behoeve van dat debat. Door de vervolging van het Tweede Kamerlid Geert Wilders is de vraag weer actueel geworden of het leerstuk van de parlementaire immuniteit, zoals dat in Nederland grondwettelijk is vastgelegd, nog wel voldoet. In deze opiniërende bijdrage staat de vraag dan ook centraal of de parlementaire immuniteit voor volksvertegenwoordigers moet worden uitgebreid.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2011
AA20110355

SRB v EDPS: Gerecht begaat fundamentele misstap

A. Berlee

Gerecht EU 26 april 2023, T-557/20, ECLI:EU:T:2023:219 (SRB v EDPS)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2024
AA20240242

Sta op en maak revolutie!

Interview met prof.mr. C.A.J.M. Kortmann

A. Kristic, R.J.B. Schutgens

Post thumbnail Interview met prof. mr. C.A.J.M. Kortmann die eind februari 2009 met emeritaat ging. In het artikel wordt ingegaan op het leven, staatsrechtelijke veranderingen en stommiteiten in Den Haag. De invloed van andere wetenschappen op de juristerij, het staatsrecht en de politiek. Ook komt aan de orde in hoeverre studenten zijn veranderd.

Verdieping | Interview
maart 2009
AA20090196

Staal Bankiers-Mr. Ambags q.q.

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 25 maart 1988, nr. 13171, ECLI:NL:HR:1988:AD0247, RvdW 1988, 69 (Staal Bankiers/Mr. Ambags q.q.) In dit arrest en de daarbij behorende noot staat centraal in hoeverre een toekomstige vordering door een cessie tot zekerheid overgaat op de cessionaris . Daarbij komt eerdere jurisprudentie aan de orde waarbij de vereisten voor de overdracht van toekomstige goederen wordt besproken (voldoende bepaalbaarheid, opschortende tijdsbepaling). Ook wordt de werking van het faillissement hierbij besproken. De cessie van een toekomstige vordering kan wegens het bepaalde in artikel 23 Fw (thans art. 35 lid 2 Fw) niet tegen de boedel worden ingeroepen, indien de cedent vóór het ontstaan van de vordering wordt failliet verklaard.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1989
AA19890056

Staat dient op te treden tegen pedopartij

Pedofilie, democratie, transisme en het belang van het kind

J. Willems

De Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit, beter bekend als de pedopartij, doet niet mee aan de verkiezingen van 22 november 2006 omdat ze onvoldoende handtekeningen heeft binnenge-haald, meldt NRC Handelsblad van 11 oktober 2006.1 Daarmee is de partij echter nog niet opgehe-ven of verdwenen. Zij kan media-aandacht blijven zoeken en bij volgende verkiezingen weer dood-leuk een poging wagen. Zij blijft daarmee een smet op de democratie, waar wij de schouders over kunnen ophalen, of waar wij protest tegen kunnen aantekenen. Heeft een democratie geen midde-len om actief op te treden tegen groepen die misbruik maken van de mogelijkheid een partij op te richten? De oprichters van de pedopartij vinden immers dat niet zj een probleem hebben maar de maatschappij. Die moet zo veranderen dat rechten van kinderen kunnen worden teruggedraaid of opgeheven. Achter de partij zit dus geen groep lotgenoten die op dit punt tot inzicht willen komen, en eventueel hulp willen zoeken, maar eerder tragische mensen, die met de rug naar de toekomst lopen. Juist doordat die groep het jasje aantrekt van een politieke partij, is de pedopartij mijns in-ziens in strijd met de openbare orde. Volgens ons Burgerlijk Wetboek kan zij daarom verboden en ontbonden worden. Het initiatief daartoe ligt bij het Openbaar Ministerie.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2007
AA20070218

Staat van verwarring

Over euthanasie, vergevorderde dementie en het recht op leven

B.C. van Beers

Post thumbnail Mag een arts op grond van een eerder opgestelde euthanasieverklaring het leven van haar diep demente patiënt beëindigen, omdat zij meent dat er sprake is van uitzichtloos, ondraaglijk lijden, zelfs als de inmiddels wilsonbekwaam geworden patiënt zelf expliciet zegt (nog) niet dood te willen? Onlangs beantwoordde de rechtbank Den Haag deze vraag bevestigend. Dit artikel biedt een kritische juridische en rechtsfilosofische analyse van het vonnis.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2020
AA20200141

Resultaat 5641–5652 van de 6678 resultaten wordt getoond