Resultaat 5653–5664 van de 6678 resultaten wordt getoond
Th.G. Drupsteen
Hoge Raad 22 oktober 1993 nr. 15164, ECLI:NL:HR:1993:ZC1107, Rechtspraak van de Week 1993, 211c, NJB-katern 1993. p, 502 (Staat/Magnus) Arrest van de Hoge Raad waarbij de twee-wegen- of doorkruisingsleer centraal staat. In deze milieurechtelijke zaak staat de vraag centraal of de Staat in zijn vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat zij door gebruikmaking van een onrechtmatige daadsvordering een mogelijk publiekrechtelijke regeling op onaanvaardbare wijze doorkruist. De Hoge Raad oordeelt aan de hand van de Windmill-criteria dat dit i.c. niet het geval is. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de verhouding tussen publiek- en privaatrecht en de doorkruisingsleer in het bijzonder.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1994AA19940157
J. Hijma
Hoge Raad 30 september 1994, nr. 15308, ECLI:NL:HR:1994:ZC1460, RvdW 1994 (Staat/Shell) In deze zaak is aan de orde in hoeverre Shell onrechtmatig heeft gehandeld en in die zin aansprakelijk is om de kosten voor de sanering van een stuk vervuilde grond te dragen. Het gaat hierbij om bodemvervuiling die al lang geleden, in de jaren '50, is veroorzaakt en het onduidelijk is of de betreffende wet (art. 21 Interimwet bodemsanering) van toepassing is en of er in die überhaupt een zorgvuldigheidsnorm ten aanzien van het lozen van afval bestond.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1995AA19950273
L.J.A. Damen
Hoge Raad 30 maart 2001, nr. C00/083HR, ECLI:NL:HR:2001:AB0801, JB 2001, 107, m.n. R.J.N.S., Gst. (2001) 7143.3, m.n. HH (Staat/Lavrijsen) In deze noot bij dit belangrijke arrest wordt besproken in hoeverre de staat schade dient te vergoeden voor schade die is ontstaan als het gevolg rechtmatig gebruik van een dwangmiddel.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2001AA20010657
A.M.J.A. Berkvens
In dit artikel wordt de staatsrechtelijke betekenis an de provincie Limburg voor Nederland beschreven. De geschiedenis van de provincie Limburg zoals wij deze nu kennen is er roerig geweest en Limburg maakt in haar huidige vorm pas sinds 1867 deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. Daarvoor was het zowel een provincie van Nederland als een hertogdom in de Duitse Bond.
Verdieping | Studentartikeldecember 2008AA20080886
M. Adams
Het is genoegzaam bekend: in het parlement sudderde al een hele tijd een wetsvoorstel dat het verbod voor de rechter – zoals opgenomen in artikel 120 van de grondwet – om wetten in formele zin te toetsen aan de grondwet, wil opheffen ten aanzien van, vooral, direct werkende grondrechten. Het werd in de Tweede Kamer geïntroduceerd op 1 april 2002. Ruim zes-en-een-half jaar later, in december 2008, keurde de Senaat het in eerste lezing goed met 37 tegen 36 stemmen. Nimmer kwam een voorstel over deze aangelegenheid zo ver als nu. Voor een grondwetswijziging is echter een tweede lezing vereist. Die kan er slechts komen na verkiezingen voor de Tweede Kamer. Met die verkiezingen in het vooruitzicht lijkt de kwestie dus weer volop urgent.
april 2010AA20100252
L.E. van Waas
Verspreid over de wereld leven (voor zover bekend) circa 12 miljoen staatlozen. Deze mensen kunnen geen aanspraak maken op een hele reeks rechten die anderen wel hebben, en ze staan bloot aan marginalisatie en misbruik, gedwongen migratie en mensenhandel. Laura van Waas schetst een beeld van de huidige situatie voor staatlozen en de aandacht die ervoor is bij onder andere de VN.
Opinie | Amusenovember 2012AA20120800
S.J. Tans
Schendingen van EU-recht kunnen zowel op grond van EU- als Nederlands recht tot aansprakelijkheid voor ontstane schade leiden. De EU-voorwaarden van staatsaansprakelijkheid vormen daarbij de ondergrens. Het EU-relativiteitsvereiste wordt geacht soepel te worden toegepast, en dus minder ruimte te laten voor toepassing van de Nederlandse variant. Aan de hand van de uitspraak EnergyClaim plaatst dit artikel daar kanttekeningen bij.
Verdieping | Verdiepend artikelmei 2019AA20190345
A.C.M. Meuwese
Wij hebben in Nederland een lange traditie om mogelijke grondwetswijzigingen te laten voorbereiden door een staatscommissie. Sinds 1917 lijkt het een bijkomende traditie te worden dat de adviezen van deze staatscommissies niet of nauwelijks worden opgevolgd. Nu het in staatsrechtelijke kringen vurig geanticipeerde rapport van de Staatscommissie-Thomassen met slechts één maand vertraging op 11 november 2010 gepresenteerd is, rijst de vraag hoe het de aanbevelingen ditmaal zal vergaan.
Verdieping | Verdiepend artikelapril 2011AA20110291
J. Doomen
Deze bijdrage is gericht op een specifiek onderdeel van de modernisering van het staatsnoodrecht. De centrale vraag is of de separate inwerkingstelling van noodwetgeving in het licht van actuele en toekomstige dreigingen en maatschappelijke ontwikkelingen aanpassing behoeft. In de analyse betrek ik de mogelijkheid van directe ministeriële inzet van separate noodbevoegdheden en de rol van de Staten-Generaal in de besluitvorming omtrent het voortduren van die separate inwerkingstelling van noodwetgeving.
Rode draad | Grenzeloze Grondwettenoktober 2022AA20220806
S. Daniëls
De coronacrisis en het kabinetsvoornemen om het staatsnoodrecht te moderniseren leiden tot een stevig debat over de vraag hoe het staatsnoodrecht eruit moet komen te zien. Dit debat wordt gekleurd door een onjuist begrip van de toepassingscriteria van het staatsnoodrecht, met als mogelijk gevolg dat toekomstige noodwetgeving het staatsnoodrecht complexer maakt. Het zou beter zijn om het staatsnoodrecht overeenkomstig reeds gehanteerde terminologie te harmoniseren, om zodoende tot consistentie en vereenvoudiging te komen.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2022AA20220778
M.R. Bruning, K.A.M. van der Zon
De afgelopen maanden is er in het maatschappelijke debat volop aandacht geweest voor uithuisplaatsingen van kinderen. Op verzoek van de Dienst Parlement en Wetenschap stelden we een factsheet op over de huidige wetenschappelijke inzichten over uithuisplaatsingen in Nederland. In deze bijdrage beschrijven we de huidige kennis over uithuisplaatsingen en benoemen we de belangrijkste juridische knelpunten daarbij.
Verdieping | Verdiepend artikelseptember 2022AA20220649
C. Syrier
‘Het parlementair stelsel is verkracht’, oordeelde staatsrechtgeleerde Bovend’Eert. Naar mening van Kortmann werd door de gang van zaken rond de kabinetscrisis van december 2006 honderdvijftig jaar staatsrecht in de prullenbak gegooid. Deze ferme uitspraken bleven niet onweersproken. Bij confrontaties zoals die van december 2006, zo betoogde Boon, eist het politieke spelelement een eigen, zelfstandige rol voor zich op. ‘Het Nederlandse staatsrecht biedt voor zo’n rol alle ruimte.’ De kwestie over een generaal pardon voor asielzoekers heeft veel stof doen opwaaien. Daarbij was het niet zelden de demissionaire status van het kabinet die tot controverse leidde. In dit artikel staat de analyse en de beoordeling van de staatsrechtelijke gang van zaken tijdens de kabinetscrisis van december 2006 centraal.
Verdieping | Studentartikelapril 2008AA20080261