Maandbladartikel

Reaktie op: Deorum iniuriae, dis curae

Inclusief nawoord

M.P. Bart, B. Bastein, C.E. du Perron

Reactie bij een eerder gepubliceerd artikel in Ars Aequi waarin de verhouding tussen kerk en staat centraal staat. De auteur betoogt dat er voor het christelijke geloof een grote plaats moet zijn binnen de Nederlandse overheid.

Opinie | Redactioneel
april 1989
AA19890237

Reaktie op: Dienstplicht contra Werken en Studeren in het Buitenlland

C.J.M. Bosch

Reactie op een eerder in Ars Aequi gepubliceerd artikel over de verhouding tussen de dienstplicht de Grondwet, het bestuursrecht en het E(E)G-recht en met name de problemen die dit kan opleveren met werken en studeren in het buitenland

Verdieping | Studentartikel
maart 1989
AA19890183

Reaktie op: Dienstweigeren en Vluchtelingenstatus

H.G. Warmelink, A.J.Th. Woltjer

Reactie bij een eerder gepubliceerd artikel in Ars Aequi dat gaat over dienstweigeren en de vluchtelingenstatus.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 1989
AA19890255

Reaktie op: Een kanttekening bij: ‘De afsleepregeling’

J.H. Wiltink

Opinie | Reactie/nawoord
juni 1982
AA19820286

Reaktie op: Het belang van statistiek-onderwijs aan juridische studenten

W.W. Mensink

In dit artikel wordt een reactie gegeven op een eerder in Ars Aequi gepubliceerd artikel over statistiekonderwijs bij de rechtenstudie.

Perspectief | Perspectiefartikel
april 1989
AA19890252

Reaktie op: Het recht van vereniging en de ‘anti-democratische’ organisatie

I. Zuurendonk

In Ars Aequi van juni 1988 verscheen een artikel van de hand van Bert Oosting: Het recht van vereniging en de 'anti-democratische' organisatie.'Oosting bespreekt hierin de mogelijkheid tot 'juridische bestrijding' van 'anti-democratische' organisaties en de wenselijkheid de artikelen 15 Boek 2 BW en 140 lid I Sr ten behoeve van dit doel te wijzigen.Oosting komt tot de conclusie dat de voorgestelde wijzigingen zoals geformuleerd in wetsvoorstel 17 4762 een 'efficiënt en noodzakelijk middel zijn in de strijd tegen "anti-democratische" organisaties'.In de praktijk wordt artikel 140 lid 1 Sr echter vooral gebruikt in fraudezaken, uitleveringszaken, en tegen krakers, en niet tegen racistische organisaties.In deze reactie gaat Zuurendonk wat nader in op artikel 140 lid 1 Sr. Onder andere de jurisprudentiële invulling van 'oogmerk van een rechtspersoon', 'deelneming aan een rechtspersoonn' en 'rechtspersoon' aan bod.

Verdieping | Studentartikel
januari 1989
AA19890011

Reaktie op: Overdracht strafvervolging en beklag

A.W. Jongbloed

In AA 1983, p. 763 e.v. (AA19830763) wijst prof. mr. A.H.J. Swart onder de titel Overdracht strafvervolging en beklag op twee beschikkingen van de gerechtshoven te 's-Hertogenbosch en Amsterdam naar aanleiding van een klacht ex art. 12 Sv. Hierbij een reactie op dit artikel.

februari 1984
AA19840109

Reaktie op: Para-commercialisme en de Drank- en Horecawet

J. van der Woude

Met waardering heeft J. van der Woude het artikel Para-commercialisme en de Drank- en Horecawet gelezen van Arthur Wiltink (RUU) in AA 33 (1984) 4, p. 189 (AA19840189). Met zijn conclusie dat de Drank- en Horecawet geen oplossing biedt voor de verhouding tussen enerzijds de buffetten van de sociaal-culturele- en recreatieve instellingen en anderzijds de bedrijven, stemt Van der Woude graag in. Wel heeft hij de behoefte om enige aanvullende opmerkingen te maken.

juli 1984
AA19840392A

Reaktie op: Politie-optreden – Rechten plattreden

N. Leeman

Onder bovenstaande veelzeggende titel ontvouwde R. Tiemessen in AA 30 (1981) 7 p. 346 e.v. een aantal gedachten over de schending van mensenrechten ten gevolge van politieoptreden. De schrijver sluit zijn bijdrage af met de eveneens veelzeggende verzuchting: ‘De politie beschermt ons maar wie beschermt ons tegen de politie?’

Opinie | Reactie/nawoord
september 1981
AA19810481

Reaktie op: Rechtsbescherming op de tocht? (Inclusief nawoord)

L.J. Vester

In deze reactie wordt ingegaan op een redactioneel artikel dat eerder in Ars Aequi werd gepubliceerd (AA19880002) en dat verhaalde over de voorgestelde wetswijziging waardoor 'vormfouten' van het OM niet meer leiden tot het heenzenden en vrijspreken van vermeende criminelen. Inclusief nawoord door B. Emmerig en J. Melis.

Opinie | Reactie/nawoord
april 1988
AA19880221

Reaktie op: SANDOZ-arrest

B.J. Beer, A.F.M.G. Luijpen

Met belangstelling hebben Dr. Luijpen en Mr. Beer kennis genomen van de twee artikelen die Mr. K.J. Mortelmans in Ars Aequi 1984, aflevering 2, p. 100 e.v. (AA19840100) en aflevering 5, p. 271 e.v. (AA19840271) heeft gewijd aan het San­doz-arrest en de hiermee verband houdende ontwikkelingen. Als een van deze ontwikkelingen wordt gewezen op de recente wijziging van het Algemeen Besluit (Warenwet) (Stb. 1984, nr. 52). In de paragrafen 12 en 13 van zijn tweede artikel huldigt Mr. Mortelmans een ons inziens niet geheel juiste opvatting over het systeem van de Warenwet. Dr. Luijpen en Mr. Beer willen in dit artikel hierover een aantal opmerkingen maken.

september 1984
AA19840457

Reaktie op: Vrouw en Recht in Theorie en Praktijk

A.P. van der Linden

In de rubriek 'onderwijs' in AA 1984 nr. 3 stond het verslag van Nora Holtrust en lneke de Hondt Vrouw en Recht in Theorie en Praktijk (AA19840207). Zij eindigen hun nawoord (p. 210) met de opmerking dat bij de RUU het familierecht slechts twee a drie weken wordt gedoceerd en wel binnen het vak zakenrecht. Het is spijtig dat de auteurs niet vermelden dat in het kader van het (optioneel) verplichte-en keuzevak Jeugdrecht (kinderrecht en kinderbescherming) het familierecht aanmerkelijk uitgebreider aan bod komt. Binnen de 26 weken colleges Jeugdrecht wordt minimaal de helft van de tijd besteed aan het familierecht. Beide auteurs hebben overigens dit vak zelf gevolgd en zijn hiervan dus op de hoogte. Bij de verplichte basisliteratuur voor het tentamen staat Pitlo's Personen-en Familierecht (bewerkt door Kasdorp/Rood-de Boer) bovenaan. De afgelopen jaren hebben vele honderden studenten in hun eind doctoraal fase van de rechtenstudie dit vak met succes afgerond.

september 1984
AA19840456