Maandbladartikel

Onjuiste toepassing van artikel 4:46 BW?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 10 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1531 (mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons en G.C. Makkink; A-G mr. W.L. Valk)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2024
AA20240056

Onkruidverdelging bij de lelieteelt: reflexwerking van risicoaansprakelijkheid

T. Hartlief

Hoge Raad 2 december 2005, nr. C04/263HR, ECLI:NL:HR:2005:AU5661, LJN: AU5661, NJ 2006, 444 (JBMV) (Rijpma/Groot, Lelieteler) In de annotatie bij dit arrest wordt ingegaan op eigen schuld en in hoeverre dit ook aan de orde is als het om hulppersonen gaat.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2006
AA20060899

Online gokken: inzetten op verslavingspreventie

M.W. Kouwenberg, E.E. Maathuis

Sinds de legalisering van online gokken per 1 oktober 2021 is de online gokmarkt sterk gegroeid. De Nationaal Rapporteur Verslavingen vreest dat in de toekomst meer personen met een gokverslaving bij verslavingszorg terechtkomen. Hij adviseert een mogelijkheid te creëren om kansspelaanbieders aansprakelijk te stellen als zij niet voldoen aan hun onderzoeks- en zorgplicht. Wij bespreken – onder meer aan de hand van het Oostenrijkse Glücksspielgesetz – wat hiervoor nodig is en stellen voor een schadefonds op te richten.

Opinie | Redactioneel
februari 2024
AA20240083

Onmiddellijkheid heroverwogen

D. Garé, J.F. Nijboer bewerkt door P.A.M. Mevis

Rode draad | Bewijs en bewijsrecht | Verdieping | Studentartikel
december 1999
AA19990877

Onrechtmatig verkregen bewijs in belastingzaken

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 1 juli 1992, nr. 26331, ECLI:NL:HR:1992:ZC5028, BNB 1992/306 Uitspraak van de Hoge Raad in een belastingrecht zaak waarbij strafvorderlijke elementen een rol spelen. De Hoge Raad geeft de volgende rechtsregel: Er bestaat geen rechtsregel die ieder gebruik verbiedt van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijsmiddelen voor het vaststellen van de uit de wet voortvloeiende belastingschuld en het opleggen van een verhoging. De inspecteur wordt in dat gebruik beperkt door algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1993
AA19930137

Onrechtmatig verkregen bewijs in de civiele procedure

W.H. van Soeren

Onrechtmatig verkregen bewijs in het strafproces heeft de laatste jaren regelmatig in de belangstelling gestaan. Dit heeft tot gevolgd gehad, dat vragen over de rechtskracht van dergelijk bewijs voor een groot deel beantwoord zijn. In de civiele procedure is het echter nog onduidelijk, wanneer de rechter bewijsmateriaal onrechtmatig zal achten. Evenmin staat vast wat de gevolgen hiervan zijn voor de verdere loop van het geding, ofwel in hoeverre de rechter 'besmet' materiaal als bewijs in aanmerking zal nemen. In onderstaand artikel geeft de auteur een overzicht van de problemen rond onrechtmatig verkregen bewijs in hete burgerlijk procesrecht. Uit de behandeling van de schaars gepubliceerde jurisprudentie zal blijken dat het misschien nog te vroeg is om conclusies te trekken. Toch zal de auteur proberen enige criteria te formuleren, die de rechter kan hanteren bij de vraag, wanneer het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs toelaatbaar is.

juli 1986
AA19860483

Onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal in het bestuursrecht

Y.E. Schuurmans

Post thumbnail

Bestuursorganen kunnen gebruik maken van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal, tenzij dat op een wijze is verkregen die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit onder alle omstandigheden onrechtmatig is. In dit artikel wordt bezien hoe het leerstuk van bewijsuitsluiting in het bestuursrecht invulling krijgt door mensenrechtenbescherming en verandering ondergaat door gedigitaliseerd en geprivatiseerd toezichtonderzoek.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2017
AA20170388

Onrechtmatige rechtspraak: een nieuw criterium

V.V.R. van Bogaert

Wat nu als de rechter je onderneming failliet verklaard, dit in hoger beroep dit wordt teruggedraaid, maar de curator de spullen al verkocht heeft? In het Nederlandse recht is het niet langer mogelijk om de rechter in persoon aan te spreken, maar ook de staat aansprakelijk stellen is in dit geval zeer moeilijk en kan alleen bij schending van artikel 6 EVRM (Fair Trail)

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2006
AA20060109

Onrechtmatige wetgeving

R.J.B. Schutgens

Roel Schutgens promoveerde op 22 juni 2009 cum laude aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het proefschrift Onrechtmatige wetgeving. Promotoren waren prof.mr. C.A.J.M. Kortmann en prof.mr.drs. C.H. Sieburgh. In dit artikel bespreekt hij zijn proefschrift.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2009
AA20090850

Onregelmatigheden, fraude en sancties in het onderwijsrecht

Een onderzoek naar de rechtspraak over deze begrippen in de periode 2022-2025

L. Markesteijn, J.C. de Wit

Post thumbnail Dit artikel belicht de rechtspraak in studentenzaken over onregelmatig­heden, fraude en sancties van de afgelopen jaren. Een kwalitatieve analyse van deze uitspraken laat onder meer zien dat het percentage gegronde uitspraken significant hoger is dan het percentage gegronde uitspraken in andere studentenzaken. Uit kwantitatief onderzoek blijkt dat naast een gedegen onderzoek om te bewijzen dat daadwerkelijk sprake is van een onregelmatigheid of fraude een adequate toepassing van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van cruciaal belang is om tot een rechtmatig besluit te komen.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2025
AA20250745

Ons milieuplan is ambitieus, maar de toestand van ons milieu rechtvaardigt dat ook!

Interview met minister J.G.M. Alders

R. Glas, K. Vos

Johannes Gerardus Maria Alders werd op 17 december 1952 te Nijmegen geboren. Na twee jaar lyceum bezocht hij de lagere detailhandelsschool. Van 1975 tot 1982 was Hans Alders ambtelijk secretaris van de PvdA-fractie in de gemeenteraad van Nijmegen en hij was van 1978 tot 1982 tevens voorzitter van de PvdA-fractie in de Provinciale Staten van Gelderland. In 1982 werd hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hij werd op 7 november 1989 benoemd tot minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in het derde Kabinet-Lubbers. In het kader van de Rode draad 'Milieurecht' een interview. Naar voren komen onder meer hoe het milieuvraagstuk in een parlementaire democratie adequaat aangepakt kan worden, deregulering en decentralisatie, de verhouding tussen de integrale milieuvergunning (IMV) en de vergunning op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO). Daarnaast komt de in ontwikkeling zijnde Awb ter sprake, evenals kostenverhaal op vervuilers en een mogelijk milieuwaarborgfonds. Ten slotte komen financiële instrumenten als verhandelbare emissierechten en Europese milieurichtlijnen ter sprake.

Overig | Rode draad | Milieurecht | Verdieping | Interview
december 1990
AA19900938

Onschendbaarheid en Immuniteit van Jurisdictie: twee begrippen

A. Louman

april 1982
AA19820171