Maandbladartikel

Het vrijwillige levenseinde en strafrecht

De opmars van stervenswensen zonder grenzen

L.M.W. Peters

Post thumbnail Euthanasie betekent vrij vertaald uit het oud-Grieks ‘goede dood’, maar de invulling van het goede blijft een terugkerende discussie. Het wettelijke vertrekpunt inzake vrijwillige levensbeëindiging is sinds 1886 helder in Nederland: levensbeëindiging op verzoek (euthanasie) en hulp bij zelfdoding zijn strafbaar. Alleen ten aanzien van artsen wordt een uitzondering gemaakt, mits zij handelen conform een zorg- en meldplicht. Voorstanders van een autonoom levenseinde – dat wil zeggen: zelf bepalen dát en hóe je uit het leven wilt stappen – vinden deze benadering echter te beperkt en agenderen daarom een ruimer euthanasiebeleid. De Coöperatie Laatste Wil (CLW) fungeert in dat kader als pleitbezorger. In deze bijdrage worden de uitgangspunten van het huidige en voorgestelde nieuwe euthanasiebeleid onderzocht, alvorens de strafbaarheid van de activiteiten van CLW aan de orde komt.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2025
AA20250437

Het weekendarrangement en het onderzoeksbelang

T. Kooijmans

Hoge Raad 13 december 2011, nr. 10/02816, ECLI:NL:HR:2011:BT2173, LJN: BT2173, RvdW 2012, 16 Als gaandeweg het weekend in het kader van het ‘weekendarrangement’ alle onderzoekshandelingen – behoudens het uitreiken van de dagvaarding – zijn afgewikkeld die in de optiek van de politie en de (hulp)officier van justitie moesten worden verricht, mag de inverzekeringstelling dan nog voortduren tot maandagochtend teneinde de verdachte eerst dan de dagvaarding uit te reiken en heen te zenden? Die vraag is in de lagere rechtspraak een aantal malen aan de orde gesteld  en is inmiddels ook aan de Hoge Raad voorgelegd. In deze annotatie worden de belangrijkste overwegingen uit de uitspraak van de Hoge Raad weergegeven en wordt nader ingegaan op het instrumentarium dat de rechter ter beschikking staat bij zijn controle op de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2012
AA20120225

Het wegslepen op grond van een gemeentelijke verordening

J.H.G. van den Broek

Een kanttekening bij: De afsleepregeling Artikel 43a van de Wegenverkeerswet bevat een regeling, die in bepaalde gevallen het wegslepen van op de weg staande voertuigen mogelijk maakt. Aan de orde zal komen of deze bijzondere regeling van politiedwang in de weg staat aan het wegslepen op basis van een gemeentelijke verordening. Aangetoond zal worden dat naast de regeling van artikel 43a WVW gemeentebesturen bevoegd blijven om hun verordeningen te handhaven met toepassing van politiedwang.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 1982
AA19820281

Het weren van drugs uit de gevangenis: ‘de staatssecretaris met de billen bloot’

J. Steenbrink

Het bestrijden van het druggebruik in de penitentiaire inrichtingen heeft de laatste tijd in het middelpunt van de belangstelling gestaan. Men schat dat ongeveer 25-35% van de gedetineerden aan drugs verslaafd is. Zeker is, dat er de laatste jaren een opwaartse trend in het gebruik van en de handel in drugs in de gevangenis te constateren is.

juni 1983
AA19830486

Het Wetboek van Strafrecht

N. Rozemond

In deel 15 van 'Canon van het recht' wordt de totstandkoming van het Wetboek van Strafrecht besproken alsook de onveranderlijkheid van bepaalde morele regels die nog steeds aan het thans geldende wetboek ten grondslag liggen.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2009
AA20090681

Het Wetboek van Strafrecht Honderd Jaar

G.E. Mulder

mei 1981
AA19810221-2

Het Wetboek van Strafvordering

M. Bosch

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
november 2009
AA20090780

Het Wetenschappelijk Bureau van de Hoge Raad

D. Thierry

De Hoge Raad en de advocaten-generaal bij het Parket van de Hoge Raad behandelen jaarlijks een grote hoeveelheid zaken. Zij worden daarbij ondersteund door de medewerkers van het Wetenschappelijk Bureau (WB); medewerkers bereiden zaken voor door onderzoek te doen naar aanleiding van daarin opgeworpen rechtsvragen.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2006
AA20060227

Het wetsvoorstel ‘Wet tijdelijk huisverbod’: … en nu nog maar de puntjes op de i

S.S.D. Nizamoeddin

In het wetsvoorstel 'Wet tijdelijk huisverbod' wordt een bestuursrechtelijke mogelijkheid gecreerd om mogelijke thuisgeweldplegers uit huis te plaatsen voordat zich daadwerkelijk strafbare feiten hebben voorgedaan.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2007
AA20070145

Het wetsvoorstel bestuurlijke ophouding

L. van Wifferen

Annotaties en wetgeving | Wetsvoorstellen
april 2000
AA20000270

Het wetsvoorstel over het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden: geen eindspel, maar een tussenstand

J. Ekelmans

Bescheiden – fysiek en digitaal – zijn aannemelijk het belangrijkste bewijsmiddel in civiele procedures. De regeling van de exhibitieplicht, de aanspraak op bescheiden, in art. 843a Rv is dan ook core business voor het procesrecht. Jan Ekelmans bespreekt in dit artikel de ontwikkeling van de exhibitieplicht tot dusverre, het eind 2010 door het ministerie ter consultatie voorgelegde wetsontwerp én de mogelijkheden om dat wetsontwerp te verbeteren.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2011
AA20110346

Het wetsvoorstel produktaansprakelijkheid

R. Dekkers

Op 11 september 1986 is onder verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Economische zaken, een wetsvoorstel tot uitvoering van de EEG richtlijn van 25 juli 1985 inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten Generaal. De wetgeving van de lidstaten moet uiterlijk op 30 juli 1988 aan de richtlijn zijn aangepast. De doelstelling van de richtlijn is om door harmonisatie van de wetgevingen binnen de EEG concurrentievervalsing en aantasting van het vrije goederenverkeer tegen te gaan en in het bijzonder beoogt de richtlijn de bescherming van slachtoffers van gebrekkige producten op een meer gelijk niveau te brengen. Bij de opstelling van het wetsvoorstel is nauwe aansluiting gezocht bij de richtlijn; de tekst van het voorstel valt nagenoeg samen met die van de richtlijn. Voorts is er van afgezien onderwerpen aan de orde te stellen die het kader van de richtlijn te buiten gaan, zoals de invoering van een specifieke actiebevoegdheid voor consumentenorganisaties. Bij de opzet van het wetsvoorstel is het huidige Burgerlijk Wetboek uitgangspunt geweest. Voorgesteld wordt de nieuwe bepalingen op te nemen in de regeling van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, na de artikelen 1406 en 1407 BW.

Annotaties en wetgeving | Wetsvoorstellen
oktober 1987
AA19870610