Maandbladartikel

Het canonieke recht in de Nederlandse rechtsorde

Twee probleemgevallen en een rechtsvergelijking

Q. Mauer

Post thumbnail Artikel 2:2 BW waarborgt een soepele doorwerking van het canonieke recht in de Nederlandse rechtsorde. Leken kunnen de indruk hebben dat ambtsdragers van de Rooms-Katholieke Kerk, zoals de pastoor, volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben over de rechtspersonen waar ze leiding aan geven. Deze bevoegdheid is echter dikwijls door het canonieke recht ingeperkt. Dit kan leiden tot een doorkruising van het rechtszekerheidsbeginsel, wanneer private contractspartijen overeenkomsten sluiten met deze ambtsdragers die geen volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben. In dit artikel wordt dit probleem uitgelegd aan de hand van twee recente zaken en een rechtsvergelijking met een ‘concordaatsland’.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2023
AA20230187

Het causale en abstracte stelsel van eigendomsoverdracht

J.J. Hallebeek

In dit artikel wordt besproken in hoeverre dat er voor een geldige eigendomsoverdracht een rechtsgrond, titel, vereist is. Het causale stelsel, dat in Nederland geldt, wordt vergeleken met het abstracte stelsel dat in Duitsland geldt. Besproken wordt vanuit het Romeinse recht (Corpus Iuris Civilis) hoe dit verschil heeft kunnen ontstaan.

Overig | Rode draad | Digesten
maart 2006
AA20060174

Het civiele hoger beroep in de toekomst

F.J.H. Hovens

Niet alleen het procesrecht voor de eerste aanleg, maar ook de procedure in hoger beroep is aan herziening toe. Het huidige systeem geeft partijen een ongebreidelde kans het debat een geheel nieuwe wending te geven. Hieraan moet paal en perk worden gesteld. Onderzocht wordt welke mogelijkheden er zijn de efficiency van de appelprocedure te verbeteren.

Overig | Rode draad | Rechstmiddelen
november 2001
AA20010866

Het civiele parket bij de Hoge Raad. Het juiste midden?

C.H. Sieburgh

In deze bijdrage in de serie Rode draad wordt ingegaan op de belangrijke rol die het civiele parket bij de Hoge Raad vervult voor de cassatierechtspraak en de rechtsvorming.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
november 2005
AA20050906

Het civielrechtelijk bestuursverbod voor faillissementsfraudeurs: een ambivalent voorstel

D.R. Doorenbos

Post thumbnail In het voorjaar kondigde de Minister van Veiligheid en Justitie aan dat frauderende bestuurders straks steviger kunnen worden aangepakt met behulp van een nieuw instrument: het civielrechtelijk bestuursverbod. Het ministerie bracht daartoe een concept-wetsvoorstel in consultatie, dat inmiddels talrijke overwegend kritische reacties heeft uitgelokt. Deze maken duidelijk dat de wettelijke vormgeving van het beoogde bestuursverbod geen eenvoudige opgave is.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2014
AA20140019

Het civielrechtelijk stadionverbod nader bekeken

J.F.C.W. van den Brekel, R.P.A. Douwenga

Post thumbnail Voetbalvandalisme is al decennia een maatschappelijk probleem. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) is de belangrijkste sanctionerende partij in de aanpak van voetbalvandalisme. In oktober 2022 werd de beroepsprocedure tegen een door de KNVB opgelegd stadionverbod fors onderuitgehaald door de rechter, vanwege een gebrek aan hoor en wederhoor. In deze bijdrage onderzoeken de auteurs hoe het met het civielrechtelijk stadionverbod en zijn alternatieven staat. Vanuit juridisch oogpunt zijn er namelijk een aantal knelpunten rondom het civielrechtelijk stadionverbod te identificeren. Deze worden in onze bijdrage behandeld, waarbij de focus voornamelijk ligt op (het gebrek aan) beschermende waarborgen. Daarnaast wordt ingezoomd op de bestaande wettelijke mogelijkheden om voetbalvandalisme aan te pakken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2024
AA20240133

Het communautaire vervoersbestel – zeevaart en luchtvaart

F.A. van Bakelen

In dit artikel wordt ingegaan op het EG-vervoersrecht. In deel I wordt ingegaan op het ontbreken van een consistent vervoersbeleid in Europa. In deel II van het artikel komen verschillende uitspraken aan de orde die zien op het vervoersrecht en laten zien dat het HvJEG hier een groot aandeel in heeft. In deel III gaat de auteur in op de regelgeving op het gebied van het luchtvaartrecht en het zeevaartrecht. In deel IV wordt een blik vooruitgeworpen.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890417

Het compartimenteringsarrest

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 2 juli 1986, nr. 23 444, ECLI:NL:HR:1986:AW7972, BNB 1986/305 (compartimenteringsarrest) Fiscale uitspraak van de Hoge Raad waarin de Hoge Raad de volgende rechtsregel formuleert: Een redelijke wetstoepassing brengt met zich mee dat voor de vraag of voordelen uit een beleggingsinstelling onder de deelnemingsvrijstelling vallen, niet het fiscale regime ten tijde van de realisatie van deze voordelen beslissend is, doch het fiscale regime ten tijde van het ontstaan van deze voordelen. In de noot wordt dieper in gegaan op de moeilijkheden die ontstaan bij zogenaamde sfeerovergangen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1988
AA19880252

Het concept van ‘goed bestuur’ in het bestuursrecht en de praktische consequenties daarvan

G.H. Addink

Post thumbnail In deze bijdrage gaat Henk Addink in op de Principles of Good Governance op nationaal niveau. Centrale vragen in het artikel zijn: wat is de inhoud van het juridische concept van goed bestuur, welke benadering wordt daarbij gekozen en welke praktische, normatieve consequenties zijn daaraan verbonden?

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2012
AA20120266

Het conflict in Gaza – de rol en betekenis van het internationaal strafrecht

G.K. Sluiter

In deze bijdrage staat de vraag centraal wat de rol en betekenis is van het internationaal strafrecht ten aanzien van het conflict in Gaza. De slotsom is dat de gevechtshandelingen van alle strijdende partijen in veel gevallen te beschouwen zijn als oorlogsmisdrijven; dit volgt uit de jurisprudentie van internationale straftribunalen. Het Internationaal Strafhof heeft rechtsmacht over deze strafbare feiten en zal moeten laten zien dat effectieve vervolging van politieke en militaire leiders zal plaatsvinden.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2024
AA20240518

Het continuïteitsbeginsel in het wetsvoorstel Personenvennootschap

A. Bouichi, F. Jaspers

In dit artikel wordt onderzocht onder welke omstandigheden het voortzetten van een onderneming/vennootschap in het wetsvoorstel tot vaststelling van titel 7:13 van het BW is gewaarborgd en wordt de geuite kritiek besproken. Op deze wijze tracht dit artikel op hoofdlijnen de pijnpunten van het personenvennootschapsrecht weer te geven.

Verdieping | Studentartikel
mei 2004
AA20040325

Het Convenant civiel effect 2016: leidt meer uniformiteit tot meer academische kwaliteit?

M.T.A.B. Laemers

Post thumbnail

In maart 2016 sloten de Raad voor de rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de Nederlandse Orde van Advocaten en alle juridische faculteiten in Nederland een convenant over de eisen voor het civiel effect. De programma’s van de juridische opleidingen moeten uiterlijk met ingang van academisch jaar 2017-2018 daaraan zijn aangepast. De vraag is of het convenant grote gevolgen gaat hebben voor de praktijk en voor de kwaliteit van de juridische opleidingen.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 2017
AA20170155