Maandbladartikel

Equality of arms en de medische deskundige in de bestuursrechtspraak

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 30 juni 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2226, 15/501 WIA en Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 30 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1674, nr. 201608140/1/V1

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2017
AA20170723

Er is geen enkel logisch verband tussen waarheid en demonstrabiliteit

Verslag van de lezing van R. Dworkin tijdens het 'Erasmus seminar on legal theory'

M.W. Hesselink

Van 14 tot en met 22 maart 1991 werd in Brussel voor de derde keer het 'Erasmus seminar on legal theory' gehouden. Hoogtepunt van dit seminaar was een lezing van de Amerikaanse rechtsfilosoof R. Dworkin over interpretatie. Dit artikel is een verslag van deze lezing.

Verdieping | Studentartikel
juli 1991
AA19910556

Er is moed voor nodig

A. Schreiner

Overig | Rode draad | Sancties
december 1997
AA19970844

Er zijn toch nog slechts Europeanen?

Verslag van de lezingen van W.J. Zwalve en O. Lando tijdens het congres 'Nieuw Burgerlijk Wetboek in vergelijkend perspectief'

P. van der Grinten, H.J. van Kooten

Op 22 en 23 januari 1992 werd in Den Haag het congres 'Nieuw Burgerlijk Wetboek in vergelijkend perspectief' gehouden. Dit congres, georganiseerd door de Nederlandse juridische faculteiten in samenwerking met het Ministerie van Justitie, vond plaats in het kader van de 'Week van het recht'. Hieronder volgt een verslag van de lezingen van de hoogleraren Zwalve en Lando. Bovendien pogen auteurs door het plaatsen van een aantal kanttekeningen een aanzet te geven tot een in Ars Aequi te voeren discussie.

Verdieping | Studentartikel
mei 1992
AA19920254

Erasmianen plaveien weg naar verenigd Europa

E.H. Hondius

Ewoud Hondius schrijft in zijn column over de nadelen, maar vooral ook de voordelen van Erasmus, het inmiddels 30 jaar oude Europese uitwisselingsprogramma voor studenten.

Opinie | Column
januari 2018
AA20180019

ERASMUS en de OV-studentenkaart

H.S.J. Albers

Met ingang van 1 januari 1991 hebben alle studenten in Nederland die een basisbeurs ontvangen de beschikking gekregen over een OV-studentenkaart. Op vertoon van deze kaart kan de houder in geheel Nederland onbeperkt met het openbaar vervoer reizen. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er niets aan de hand is. De studenten reizen, of ze het nu leuk vinden of niet, 'gratis' met het openbaar vervoer, en de minister van O&W bezuinigt met deze actie op de basisbeurzen. Toch kleven er aan deze regeling aspecten die op gespannen voet zouden kunnen staan met het Europese recht. De OV-studentenkaart is in het buitenland immers niet geldig. Wanneer nu een student besluit om een deel van zijn studie in het buitenland te volgen wordt, zodra hij de Nederlandse grens oversteekt, zijn studietoelage als het ware gekort met een bedrag gelijk aan de waarde van zijn OV-studentenkaart. Toen dit probleem in de Tweede Kamer van het Nederlandse Parlement aan de orde werd gesteld, weigerde de minister uitdrukkelijk een regeling te treffen voor de studerenden in het buitenland. De student wordt voor zijn verlies dus niet gecompenseerd. Ook in het Europees Parlement zijn vragen gesteld over deze kwestie. De Commissie werd gevraagd of zij van mening is dat de OV-kaartenregeling discriminerend is en of deze in strijd komt met het Gemeenschappelijk beleid om de mobiliteit van studenten te bevorderen zoals dat is neergelegd in het ERASMUS-besluit. In dit artikel zal onderzocht worden in hoeverre de huidige regeling voor de OV-studentenkaart, waarbij geen compensatie geboden wordt voor de waardevermindering van de studiebeurs bij studie en verblijf in het buitenland, inderdaad in strijd komt met het EG-recht. Hierbij zal met name gelet worden op de bepalingen van het ERASMUS-programma die zijn vervat in Besluit 87/32 van de Raad. Tenslotte zal kort besproken worden in hoeverre het mogelijk is om tegen de beslissing van de minister, indien die inderdaad in strijd mocht blijken te komen met het EG-recht, op te komen.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 1992
AA19920151

Erasmus MC Holding: omvat arbitragebeding tussen partners in een BV afstand van enquêterecht?

M.J.G.C. Raaijmakers

Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 18 oktober 2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BY5614, nr. 200.111.124/01 OK (Erasmus MC Holding BV/Harbour Antibodies en Craig, Grosveld en Kamen, belanghebbenden)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2013
AA20130932

Erba

J.H. Beekhuis

Hoge Raad 28 juni 1957, nr. nep1, ECLI:NL:HR:1957:AG2021 (Erba/Amsterdamse Bank). Ook bekend als Erba II. Verhouding tussen actie Pauliana en actie uit onrechtmatige daad. Toelaatbaarheid van fiduciaire overdracht van alle activa van de schuldenaar aan een bepaalde schuldeiser.

januari 1958
AA19580080

Ereschulden en mensenrechten

G. Jungslager

Gedurende de bezetting van Nederlands-Indië hebben er ernstige schendingen van de rechten van de mens plaatsgevonden. Als gevolg daarvan menen velen dat Japan nu een ereschuld in te lossen heeft ten opzichte van de nog in leven zijnde slachtoffers en hun nabestaanden. In Tokio zijn processen tegen de Japanse overheid aanhangig gemaakt om genoegdoening te verkijgen. In dit artikel wordt ingegaan op de positie van de Nederlandse gelaedeerden, en de Stichting Japanse Ereschulden die hun belangen behartigt.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 1997
AA19970020

Erfdienstbaarheid door verjaring

S.E. Bartels

Hoge Raad 5 februari 2010, nr. 08/00512, ECLI:NL:HR:2010:BK6588, LJN: BK6588, NJ 2010, 294 (Rodewijk/Bouwman)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2010
AA20100596

Erfelijkheidsonderzoek en de uitdagingen voor de autonomie van de patiënt

Brengt de relationele tendens van genetica de zelfbeschikkingsvisie van informed consent en het recht op informatie in gevaar?

E.J. Oldekamp

Post thumbnail

Het zelfbeschikkingsbeginsel speelt binnen het gezondheidsrecht een grote rol. Op grond van dat beginsel richten de patiëntenrechten zich hoofdzakelijk op het beschermen en optimaliseren van de zelfbeschikking (of autonomie) van de patiënt. Bij erfelijkheidsonderzoek is voor de invulling van de patiëntenrechten ook aandacht voor de informatiebelangen van familieleden en de welzijnsbelangen van toekomstig nageslacht. Deze bijdrage onderzoekt in hoeverre de aandacht voor deze derden-belangen de zelfbeschikkingsvisie van de volgende twee samenhangende patiëntenrechten relativeert: het recht op het geven van geïnformeerde toestemming en het recht op informatie.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
september 2017
AA20170673

Erkenning in Nederland van verstotingen

M.W.C. Feteris

Een Marokkaan die wil scheiden van zijn vrouw begint geen echtscheidingsprocedure. In Marokko gaat dat eenvoudiger: de man kan zijn vrouw simpelweg verstoten. Wanneer de vrouw later naar Nederland komt en hier wil hertrouwen staat de ambtenaar van de burgerlijke stand voor een probleem: moet hij de verstoting erkennen en de vrouw dus als ongehuwd beschouwen, of loopt hij het risico een bigaam huwelijk te voltrekken.

januari 1984
AA19840009