Resultaat 1897–1908 van de 7242 resultaten wordt getoond
R.W. Rijgersberg, C.N.J. de Vey Mestdagh
Het internet heeft een communicatierevolutie teweeggebracht, en ook ingrijpende gevolgen gehad voor de van oudsher grote invloed van staten op de regulering van de publieke communicatie-infrastructuur. De invloed van staten op de infrastructurele inrichting van het internet blijkt aanzienlijk kleiner dan traditioneel het geval was ten aanzien van soortgelijke publieke infrastructuren. Dit artikel behandelt de technische kenmerken van het internet die hiervoor verantwoordelijk zijn en laat zien waarom de staat zich op het internet van traditionele monopolist op het gebied van de regulering van publieke communicatie-infrastructuren heeft ontwikkeld tot slechts een belangenbehartiger onder velen.
Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikeljuli 2008AA20080505
J.G.H. Altena-Davidsen
Mag de nationale rechter weigeren een strafbepaling conform te interpreteren terwijl het Europese recht hem daartoe verplicht, indien conforme interpretatie volgens hem in strijd is met het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Strafrecht? Deze vraag wordt bekeken vanuit verschillende constitutionele theorieën over de verhouding tussen het Europese en het nationale recht.
Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overigjuli 2012AA20120552
R.J.Q. Klomp
Het relativiteitsvereiste levert in de praktijk van het delictuele aansprakelijkheidsrecht zelden problemen op. Toch is het, vooral in het onderwijs, een lastig onderwerp. Het kan een stuk eenvoudiger, zo zal in onderstaande bijdrage worden betoogd. Voorzover het de relativiteit van de ongeschreven norm betreft kunnen we wat van het Engels recht leren.
Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans rechtmei 1998AA19980398
S.D. Lindenbergh
Hoge Raad 13 april 2007, nr. C06/081HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ8751, LJN: AZ8751, RvdW 2007, 397 (Staat/Y) In deze annotatie komt aan de orde hoe de Hoge Raad heeft geoordeeld over de relativiteitsleer bij een geschonden norm over toelating tot Nederland en het daardoor mislopen van inkomsten. De annotator gaat in op de verschillende aspecten van de relativiteitsleer en bespreekt de achtergronden.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2007AA20070777
P.W. den Hollander
Literatuur | Proefschriftbijdragedecember 2016AA20160990
G.H. Lankhorst
Tot 1928 werd aan een vordering uit onrechtmatige daad een viertal eisen gesteld: onrechtmatigheid, schuld, schade en causaal verband. In datzelfde jaar werd dit eenvoudige beeld genuanceerd.
juni 1987AA19870375
N.S. Efthymiou
Deze Rode Draad-bijdrage gaat over de relevantie die de Nederlandse Grondwet heeft gehad voor de inrichting van de Nederlands-Indische overheidsorganisatie. Om een oordeel te geven over die relevantie wordt gekeken naar de totstandkoming in 1815 van het koloniale artikel van de Grondwet, en naar de gevolgen van de Grondwetsherzieningen van 1848 en 1922 voor dit Grondwetsartikel.
Rode draad | Grenzeloze Grondwettenmaart 2022AA20220216
L.M. van Bochove
Verdieping | Verdiepend artikelmei 2018AA20180361
F. Brandsma
Rode draad | Te land, ter zee en in de luchtjuni 2017AA20170545
W. Breukelaar
Op 19 december 1984 is een drietal rijkswetten op het gebied van de nationaliteit tot stand gekomen. Zij zijn in de jaargang 1984 van het Staatsblad gepubliceerd onder de nummers 627, 628 en 629. Naast een rijkswet tot goedkeuring van enige nationaliteitsverdragen betreft het een nieuwe wettelijke regeling van de Nederlandse nationaliteit, die de citeertitel 'Rijkswet op het Nederlanderschap' meekreeg, en een rijkswet waarbij die regeling bij haar verheffing tot wet werd gewijzigd.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 1985AA19850464
C.J.M. Stubenrouch
Dit artikel geeft een omschrijving van de Regeling inzake Kantoorverklaringen. Een uiteenzetting van de voor en nadelen van de mogelijkheden om getuigen zonder de aanwezigheid van een rechter-commissaris te horen.
Verdieping | Verdiepend artikelfebruari 2005AA20050072
M.S. Groenhuijsen
In de afgelopen jaren is door een grote meerderheid van wetenschappers, politici en practici de mening verdedigd dat een heroriëntatie op de belangen van slachtoffers in de strafrechtsbedeling noodzakelijk is. Aan het eind van de artikelenreeks in Ars Aequi een evaluatie over de huidige stand van zaken in de doctrine en in de rechtspraktijk. Onder meer aandacht voor secundaire victimisatie en de mogelijkheid van regelingen betreffende geleden schade. De richtlijnen-Vaillant en het rapport van de commissie Terwee komen uitgebreid aan de orde.
Overig | Rode draad | Slachtoffers van delictenseptember 1989AA19890740