Maandbladartikel

De noodzakelijke verwevenheid van recht en ethiek

R.G.M.E. Foqué

In dit eerste artikel bij de Rode draad 'Recht & Ethiek' wordt ingegaan op de verbondenheid tussen recht en ethiek. In de bijdrage worden verschillende filosofische visies omtrent dit onderwerp behandeld.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Verdiepend artikel
januari 1998
AA19980006

De noot van de toekomst – de toekomst van de noot?

R.J.N. Schlössels

De juridische annotatie heeft het moeilijk. Als wetenschappelijke publicatie dreigt zij definitief te worden afgewaardeerd. Het wordt hoog tijd dat de juridische wetenschap achter de noot gaat staan.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2012
AA20120230

De notaris en witwassen

B. Snijder-Kuipers

Post thumbnail De notaris heeft een belangrijke functie in het maatschappelijk verkeer. In de eerste plaats is de notaris ambtenaar en moet uit dien hoofde onder meer het algemeen belang bewaken. Daarnaast is de notaris ondernemer, die een bedrijf winst moet laten maken. Hier is nog een taak bijgekomen, namelijk de maatschappelijke taak een rol te vervullen in het bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering. Deze laatste taak wordt binnenkort verder uitgebreid als het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen wordt aangenomen.

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
januari 2023
AA20230055

De NS goed op weg?

A. van Vught

Redactioneel artikel waarbij er in wordt gegaan op de nieuwe voorwaarden om te reizen met de trein (NS). Deze regels zijn klantonvriendelijk volgens de redacteur maar zijn ook weer niet dusdanig onredelijk bezwarend in de zin van artt. 6:236 en 6:237 BW dat zij buiten toepassing moeten blijven.

Opinie | Redactioneel
november 1995
AA19950839

De octrooieerbaarheid van computerprogramma’s

M.H.M. Schellekens

Post thumbnail Software is octrooieerbaar. Zoveel is wel duidelijk uit de rechtspraak van de technische kamers van beroep van het Europees octrooibureau. Dat neemt niet weg dat software octrooien in de praktijk niet zonder problemen zijn. Deze problemen geven relevantie aan de vraag hoe moeilijk of gemakkelijk het gemaakt moet worden om een octrooi op software te verkrijgen. Dat is de vraag die in dit artikel centraal staat.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2014
AA20140272

De Octrooiraad als technisch adviseur van de rechter

C. Eskes

Meesters-column

Opinie | Column
december 1987
AA19870759

De Officier van Justitie als rechterlijke autoriteit?

R. de Bruijn

Het Europese Hof- en de Europese Commissie voor de Rechten van de mens hebben een aantal voorwaarden geformuleerd waaraan een rechterlijke autoriteit moet voldoen. In dit artikel wordt bekeken in hoeverre de Nederlandse Officier van Justitie (OvJ) als rechterlijke autoriteit is aan te merken. Hiertoe worden de posities en het optreden van de OvJ aan de in de Europese jurisprudentie ontwikkelde voorwaarden getoetst. Ook worden enkele suggesties voor de toekomst gedaan.

Verdieping | Studentartikel
december 1989
AA19890973

De omkeringsregel(s)

D. Kaandorp

Voor het toewijzen van een vordering tot schadevergoeding dient causaal verband te bestaan tussen de onrechtmatige daad of wanprestatie en de schade. In sommige gevallen is het voor de gedaagde ook moeilijk te bewijzen dat causaal verband ontbreekt. Het winnen of verliezen van de zaak hangt dan af van de vraag op wie de bewijslast rust. In dit artikel wordt ingegaan op de door de Hoge Raad ontwikkelde regel(s) op basis waarvan de bewijslast in plaats van op de eiser, op de gedaagde komt te rust.

Verdieping | Studentartikel
november 2001
AA20010836

De omvang van de rechtsstrijd in het hoger beroep in civiele zaken

F.J.H. Hovens

Binnen het burgerlijk procesrecht neemt het procesrecht in hoger beroep een bijzondere plaats in. Waar het deel uitmaakt van het algemene procesrecht, zijn de algemene regels en beginselen van toepassing. In de praktijk is daarnaast een veelvoud van bijzondere regels ontwikkeld, die specifiek zien op de appelaspecten. Met name het zogeheten grievenstelsel en de devolutieve werking van het appel springen daarbij in het oog en zorgen in de praktijk soms voor problemen. Die bijzondere aspecten staan in deze bijdrage centraal. Daarnaast wordt enige aandacht besteed aan het hoger beroep in het algemeen en aan mogelijke alternatieven voor ons Nederlandse stelsel van het civiele appelrecht.

Overig | Rode draad | Rechstmiddelen | Verdieping | Studentartikel
februari 2001
AA20010074

De omvang van een memorie

A.C. van Schaick

Post thumbnail Door een aanpassing van de civielrechtelijke procesreglementen van de gerechtshoven is de lengte van een processtuk dat in een appelprocedure wordt ingediend, sinds 1 april 2021 niet meer de exclusieve zaak van de advocaat. Een aantal advocaten heeft in kort geding gevorderd dat de maatregel wordt ingetrokken dan wel opgeschort. Maar het kort geding dient het belang van de rechterlijke macht, de advocatuur en de rechtzoekende niet.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2021
AA20210804

De onafhankelijkheid van de (beginnende) advocaat

D.J.B. de Wolff

Post thumbnail Van advocaten wordt verwacht dat zij zich onafhankelijk opstellen: onafhankelijk van de klant, maar ook van hun werkgever. Onafhankelijkheid is een kernwaarde van de advocatuur. Beginnende advocaten kunnen zich niet verschuilen achter een instructie van het kantoor, maar moeten zelf beroepsethische afwegingen maken.

Perspectief | Perspectiefartikel
november 2019
AA20190904

De onafhankelijkheid van de internationale strafrechter

G.K. Sluiter

Post thumbnail Ik beperk mij tot een korte verkennende analyse van een aantal problemen ten aanzien van de onafhankelijkheid van de internationale strafrechtspraak. Deze problemen betreffen niet alleen het gebrek aan onafhankelijkheid, maar ook een te grote onafhankelijkheid, als mogelijke bedreiging voor een effectieve en eerlijke internationale strafrechtspleging. Deze analyse kan alleen verkennend zijn, omdat een evenwichtige toetsingsmaatstaf niet kan worden gegeven. Ik beperk mij tot drie kwesties: de relatie tot de Veiligheidsraad (paragraaf 3), de wetgevende activiteiten van de internationale strafrechter (paragraaf 4), en het afleggen van verantwoording (paragraaf 5). Enige inleidende opmerkingen wijd ik aan de positie van de internationale strafrechtspraak in de internationale rechtsorde (paragraaf 2).

Verdieping | Studentartikel
april 2008
AA20080272