Taalkundige interpretatie-drogredenen 3: de etymologische drogreden

In de familie van taalkundige interpretatie-drogredenen is de etymologische drogreden een verre neef die je niet vaak ontmoet. Als je de etymologie gebruikt bij het achterhalen van de betekenis van een woord, doe je een beroep op de oorsprong van dat woord. Dat leidt tot bijzondere conclusies. Laten we eens kijken naar een alledaags woord als ‘universiteit’. Dat komt van universitas magistrorum et scholarium, waarmee een ‘zichzelf besturende gemeenschap van wetenschappers’ wordt bedoeld. Uitgaande van deze betekenis, kun je je afvragen of er in Nederland nog universiteiten zijn. Immers, in het bestuur van Nederlandse universiteiten hebben wetenschappers tegenwoordig dezelfde rol als Jeremy Bentham bij vergaderingen van het University College London: ‘present but not voting’.

Dit voorbeeld maakt duidelijk waarom het beroep op de etymologie problematisch is.  Want wat voor het begrip ‘universiteit’ geldt, geldt voor alle begrippen: de tijden veranderen en de betekenissen veranderen mee. Vandaar dat het onterechte beroep op de etymologie al sinds jaar en dag bekend staat als de etymologische drogreden. De discussie over deze drogreden gaat terug tot de Griekse filosofen die dachten dat er ‘ware’ betekenissen zijn. Sinds Karl Popper weten we allemaal waarom die gedachte tot de vijanden van de open samenleving behoort.

Ook in juridische interpretatiedebatten is er soms een rol weggelegd voor deze omstreden etymologische methode. Dat resulteert in humoristische debatten. Een van de bekendste voorbeelden uit de rechtspraak van het Supreme Court van de VS is de zaak Muscarello v. United States.1 Het ging om de volgende kwestie. Frank Muscarello was veroordeeld voor een ‘drug trafficking crime for a person who carries a firearm’. Nu had Muscarello wel een pistool, maar dat zat opgeborgen in een afgesloten dashboardkastje van zijn auto. Het Supreme Court moest oordelen of dit wel tot het wettelijke betekenisbereik van ‘carrying a firearm’ valt. Preciezer gezegd: betekent ‘carrying a firearm’ ook ‘transport a firearm in a vehicle’ of alleen ‘personally bear a firearm’.

Op zoek naar de betekenis van ‘carrying a firearm’ werd in de majority opinion een beroep gedaan op de etymologie van het werkwoord ‘carrying’.2 Die etymologie zou uitwijzen dat ‘carrying a firearm’ ook ‘transport a firearm in a vehicle’ kan betekenen:

‘The origin of the word "carries" explains why the first, or basic, meaning of the word "carry" includes conveyance in a vehicle. See Barnhart Dictionary of Etymology 146 (1988) (tracing the word from Latin "carum," which means "car" or "cart");  Oxford English Dictionary, supra, at 919 (tracing the word from Old French "carier" and the late Latin "carricare," which meant to "convey in a car"); Oxford Dictionary of English Etymology 148 (C. Onions ed. 1966) (same); Barnhart Dictionary of Etymology, supra, at 143 (explaining that the term "car" has been used to refer to the automobile since 1896).’

Dit zijn toch wel bijzondere overwegingen van het Supreme Court! Ze bleven dan ook niet onopgemerkt. In verschillende publicaties werd deze redenering gekwalificeerd als een etymologische drogreden. Met een mooie ad absurdum weerlegt Stephen Mouritsen deze interpretatie: als we op deze wijze etymologisch redeneren dan zou ‘december’ de tiende maand zijn en een ‘anthologie’ zou een boeket bloemen betekenen in plaats van een bloemlezing.

Uit het bovenstaande citaat blijkt nog een ander probleem bij het gebruik van het woordenboek in deze zaak. The majority gaat ervan uit dat de eerstgenoemde betekenis in een woordenboek ook de belangrijkste betekenis is. Mouritsen doopt deze gedachte als de Sense Ranking Fallacy. Met een uitgebreide analyse van de drie woordenboeken die de majority gebruikt, laat hij zien dat je aan de volgorde waarin de betekenissen in een woordenboek worden genoemd geen conclusies kunt verbinden over hun relatieve belangrijkheid. Mouritsen formuleert ook een hypothese ter verklaring van de Sense Ranking Fallacy: het heeft mogelijk te maken met de elementaire menselijke neiging om in een volgorde een schaal van belangrijkheid te zien. Goddank is de argumentatie van het Supreme Court dus wel menselijk.

https://supreme.justia.com/cases/federal/us/524/125/
2 Stephen C. Mouritsen, The Dictionary Is Not a Fortress: Definitional Fallacies and a Corpus-Based Approach to Plain Meaning, 2010 BYU L. Rev. 1915 (2010)

vragen en reacties: juridischeargumentatiekliniek@gmail.com

 

Meer van Harm Kloosterhuis lezen? Lees: Maar dat is níet logisch! Drogredenen in het recht, de columns in zijn boek zijn verrijkt met découpages van Herwolt van Doornen.

Uit de recensie van Marc van Oostendorp op Neerlandistiek.nl:

“Zonder taal is een groot deel van het menselijk bestaan ondenkbaar, maar dat geldt zeker voor het recht. Allerlei filosofische problemen worden praktisch ineens urgent in de context van het recht. Wanneer weten we iets zeker? Hoe bepalen we dat van twee opeenvolgende gebeurtenissen de eerste de oorzaak was van de tweede? ‘ En hoe bepalen we wat een woord precies betekent? In het boekje Maar dat is níet logisch! verzamelde de Rotterdamse jurist Harm Kloosterhuis columns die hij voor het juridisch tijdschrift Ars Aequi schreef. Officieel gaan ze over het gebruik van drogredenen in de rechtspraktijk, maar ze raken ook aan al die andere kwesties.”

Lees de volledige recensie Taalproevers en de sandwich van de rechter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *