Vind een Maandblad-aflevering
Kies de maand en het jaar waarin het nummer dat je zoekt is verschenen en ga naar de aflevering.
* Van 2012 tot en met heden vind je naast de artikelen van de betreffende maand ook het volledige nummer integraal.
* Vóór 2012 vind je per nummer alleen de losse artikelen die in dat nummer zijn verschenen en kun je niet het volledige nummer integraal bekijken.
Maandblad november 2023





Artikel 7 VEU, door sommigen een 'dead letter' genoemd, kan maar beter geschrapt worden, aldus Yasmine Bouzoraa in haar bijdrage aan de Blauwe Pagina's 'Liever kwijt dan rijk'. Dat zal echter nog niet zo gemakkelijk zijn.
In deze amuse illustreert Lisette ten Haaf hoe het recht worstelt om de steeds complexer wordende realiteit van voortplanting in te passen in bestaande juridische begrippen.
Op 14 maart 2023 kwamen de eerste gevallen van stealthing voor de strafrechter. De rechtbank Rotterdam oordeelde in die zaken dat er geen sprake was van verkrachting. In deze bijdrage onderzoek ik de mogelijke kwalificatie van stealthing als verkrachting naar huidig recht en met het oog op de aankomende Wet seksuele misdrijven. In tegenstelling tot de rechtbank kom ik tot de conclusie dat er argumenten zijn om stealthing wel als verkrachting aan te merken.
Nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en het ontstaan van nieuwe rechtsgebieden leiden geregeld tot pleidooien voor nieuwe specialistische rechtspraakvoorzieningen. Tegenover de verwachte voordelen van specialisatie staan echter mogelijke risico’s en kosten. Discussies over nut en noodzaak van rechterlijke specialisatie zijn vaak nogal normatief getint en gaan vooral over sterke en zichtbare vormen van specialisatie. Meer aandacht voor en empirische informatie over het functioneren en de effecten van ‘zwakkere’ en minder zichtbare vormen van specialisatie is wenselijk.
De Nederlandse krijgsmacht werkt in toenemende mate samen met Europese (en niet-Europese) bondgenoten. Zo is recentelijk de laatste Nederlandse brigade die nog zelfstandig opereerde ondergebracht in een divisie van de Duitse landmacht. Volgens artikel 97 lid 2 van de Grondwet ligt het oppergezag over de krijgsmacht echter uitsluitend bij de Nederlandse regering. Ook binnen het internationale recht is militaire zelfbeschikking een belangrijke component van de staatssoevereiniteit. Dit artikel bespreekt in die context de constitutionele grenzen van Europese defensiesamenwerking en reflecteert op de (on)wenselijkheid van een supranationale defensiebevoegdheid voor de Europese Unie.
In hoeverre kan de bestudering van Romeins en Byzantijns recht toegevoegde waarde hebben bij de uitleg en de toepassing van het huidige recht? Aan de hand van een voorbeeld zal ik in deze bijdrage op die vraag ingaan. Ik zal mij daarbij richten op de discussie die in Nederland is ontstaan over groepsaansprakelijkheid (art. 6:166 BW). Naar aanleiding van Byzantijnse en westerse commentaren over groepsaansprakelijkheid zal ik ook ingaan op de verhouding tussen de Byzantijnse en de westerse juridische traditie en de rol die Byzantijns recht kan spelen bij de interpretatie van het Corpus Iuris Civilis.
Bestuursorganen overschrijden beslistermijnen nogal eens. Sinds 2009 heeft de bestuursrechter de mogelijkheid om een dwangsom te verbinden aan een uitspraak waarin is geoordeeld dat een bestuursorgaan een besluit moet nemen binnen een door de rechter bepaalde termijn. Deze dwangsommen lijken in de praktijk echter lang niet altijd te werken. In deze bijdrage wordt onderzocht of er wellicht alternatieve mogelijkheden zijn die ervoor zorgen dat bestuursorganen wel tijdig besluiten nemen. In het bijzonder zal worden ingegaan op enkele bestuursorganen waar meer structurele problemen lijken te spelen.
In 2019 nam de regering het initiatief om de grondwettelijke benoemingsprocedure bij de Hoge Raad (art. 118 Gw) te herzien en daarbij het voordrachtsrecht van de Tweede Kamer af te schaffen. De grondwetsherziening draaide uit op een faliekante mislukking, maar geeft wel een beter inzicht in de betekenis van de bevoegdheid van de Tweede Kamer om een voordracht van die kandidaten op te maken bij Hoge Raadbenoemingen.
De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 was historisch laag. Dat leidde tot zorgen over de lokale democratie, omdat de lage opkomst zou wijzen op minder lokaal betrokken burgers en een minder legitiem gemeentebestuur. Stemmers blijken echter lang niet altijd lokaal betrokken en vol politiek vertrouwen. Een hoge(re) opkomst is ook niet per se beter. Dan blijven problemen zoals ongelijke vertegenwoordiging en gebrekkig democratisch burgerschap waarschijnlijk bestaan. Daarbij is de vraag welk burgerschapsideaal de maatstaf is: draait het om daadwerkelijk stemmen of alleen om kunnen stemmen?
De echtgenoot van een schuldenaar die failliet is, kan alle goederen terugnemen die hem toebehoren en niet in de huwelijksgemeenschap vallen, aldus artikel 61 Fw. Vaak voegt de faillissementswet iets toe aan het algemene vermogensrecht en in casu het huwelijksvermogensrecht, of beperkt de toepassing daarvan. Doet artikel 61 Fw dat ook? De voorzichtige conclusie is dat dit artikel niet of nauwelijks iets toevoegt aan hetgeen ook al uit het algemene vermogensrecht en huwelijksvermogensrecht voortvloeit.
De jurist van morgen moet diepgaande juridische expertise combineren met een breder scala aan vaardigheden en kunnen communiceren over disciplinaire grenzen heen. Om dit doel te bereiken moeten rechtenfaculteiten interdisciplinaire nieuwsgierigheid en veelzijdigheid stimuleren, zonder het onderscheidende vermogen van de juridische opleiding uit het oog te verliezen.