Shop

Rechtsvraag (225) Romeins recht

J.H.A. Lokin

Rechtsvraag op het gebied van het Romeins recht waarbij het pandrecht aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1993
AA19930503

Vermomde winstuitdeling

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 25 november 1992, nr. 27.519, ECLI:NL:HR:1991:ZC4712, BNB 1993/41 Uitspraak van de Hoge Raad met bijbehorende noot over winstuitdeling. De Hoge Raad formuleert de volgende rechtsregel: Indien een BV zich op niet-zakelijke gronden winst laat ontgaan ten behoeve van een buitenlands lichaam waarvan de zoon van de groot-aandeelhouder van de BV middellijk aandeelhouder is, dient de winst van de BV te worden verhoogd met de winst die zij zich aldus heeft laten ontgaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1993
AA19930471

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt

Nawoord op bovenstaande reactie

L. Kaemingk, M.J. Kroeze

Kort nawoord op een reactie op een redactioneel artikel door de beider redacteuren.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 1993
AA19930453

Zondagssluitingswetgeving, wie beslist: Staphorst of Brussel?

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 16 december 1992, ECLI:EU:C:1992:519, zaak C-169/91 (Council of the City of Stoke-on-Trent en Norwich City Council tegen B & Q plc) Uitspraak van het HvJ EG over het verbod op het openstellen van winkels op zondagen. De vraag is of dit een maatregel met gelijke werking is in de zin van art. 30 EEG. In de noot wordt uitvoerig ingegaan op de verschillende soorten van maatregelen die de interne markt kunnen verstoren.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1993
AA19930484

Opsporing verzocht

O. van Klinken, M.A. Leijten

Redactioneel artikel over destijds controversiële wetsvoorstellen waarin accountants en financiële instellingen mogelijk worden gedwongen om gevallen van fraude en ongebruikelijke transacties te melden aan justitie. De redacteuren vinden dit een stap te ver en geen taak voor private instellingen.

Opinie | Redactioneel
juni 1993
AA19930442

Leerschool der misdaad

T. Schiphof

Opiniërend artikel over het niet-toelaten van minderjarigen bij strafzittingen. De auteur komt daartoe na een eigen ervaring met zijn dochter en vergelijkt de regeling met de filmkeuring. De auteur vraagt zich of de bescherming door de overheid door jongeren onder de 18 niet toe te laten een zitting bij te wonen nog wel van deze tijd is.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 1993
AA19930450

De toekomst van het Romeinse recht

Tweeluik over Romeinsrechtelijk onderwijs

W.J. Zwalve

Op 22 september 1992 werd in Amsterdam het congres 'Société internationale pour l'histoire des droits antiquités' gehouden. Professor Zwalve (RUG) gaf daar een lezing over de toekomst van het Romeinsrechtelijk onderwijs. Zijn pleidooi kwam erop neer dat bestudering van het Romeinse recht alleen zin heeft als het gezien wordt in verbinding met het hedendaagse recht en dat het onderwijs in dat vak zich met name op die verbinding moet richten. Deze visie lokte veel reactie uit van onder anderen professor Ankum (UvA). Hij vindt de visie van Zwalve op het Romeinse recht onhoudbaar en is van mening dat sinds in Duitsland in 1900 het Romeinse recht als geldend recht werd afgeschaft, het Romeinse recht uitsluitend volgens de nieuw-humanistische methode bestudeerd kan worden. Deze tegengestelde stellingnames waren voor de redaktie van Ars Aequi aanleiding om beide hoogleraren uit te nodigen de discussie in dit blad voort te zetten.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 1993
AA19930455

Stenen voor brood

Tweeluik over Romeinsrechtelijk onderwijs

J.A. Ankum

Op 22 september 1992 werd in Amsterdam het congres 'Société internationale pour l'histoire des droits antiquités' gehouden. Professor Zwalve (RUG) gaf daar een lezing over de toekomst van het Romeinsrechtelijk onderwijs. Zijn pleidooi kwam erop neer dat bestudering van het Romeinse recht alleen zin heeft als het gezien wordt in verbinding met het hedendaagse recht en dat het onderwijs in dat vak zich met name op die verbinding moet richten. Deze visie lokte veel reactie uit van onder anderen professor Ankum (UvA). Hij vindt de visie van Zwalve op het Romeinse recht onhoudbaar en is van mening dat sinds in Duitsland in 1900 het Romeinse recht als geldend recht werd afgeschaft, het Romeinse recht uitsluitend volgens de nieuw-humanistische methode bestudeerd kan worden. Deze tegengestelde stellingnames waren voor de redaktie van Ars Aequi aanleiding om beide hoogleraren uit te nodigen de discussie in dit blad voort te zetten.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 1993
AA19930459

Wetenschap en voorwaardelijke opzet

J. de Hullu

Hoge Raad 16 februari 1993, nr. 93.235, ECLI:NL:HR:1993:AD1828 In een zaak die over heling gaat komen twee aspecten van het materiële strafrecht aan de orde. Ten eerste is het de vraag of er met de wijziging van de regels rondom heling sprake is van een wijziging in de strafbaarheid van de gedraging. Ten tweede dient te worden uitgemaakt of onder het bestanddeel 'wetende dat' ook voorwaardelijk opzet geschaard kan worden. In de noot wordt dieper op het leerstuk van voorwaardelijk opzet ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1993
AA19930491

juni 1993

Katern 47: Staatsrecht

J. Bokma

Aard en bronnen van het vervoerrecht

K.F. Haak

In dit artikel wordt het nieuwe boek 8 BW inzake het vervoersrecht besproken. In het artikel komen de verschillende vervoersovereenkomsten kort aan de orde. Ook wordt er ingegaan op het internationale karakter van boek 8 BW; het is namelijk grotendeels een codificatie van verdragen. Ook worden er vergelijkingen gemaakt met het oude recht dat het vervoersrecht als een lappendeken regelde.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930344

Ars Equorum

Paardesprongen naar Boek 6 BW

O. van Klinken

Wanneer een contractspartij schade heeft geleden en die niet op zijn contractuele wederpartij probeert te verhalen, maar een derde met een actie uit onrechtmatige daad aanspreekt, wordt gesproken van een 'paardesprong'. Kan de derde zich vervolgens tegen zo'n paardesprong verweren met de bepalingen in een overeenkomst die hij niet zelf heeft gesloten, dan is sprake van derdenwerking van overeenkomsten. Het blokkeren van paardesprongen door het tegen of voor derden laten werken van overeenkomsten, is het onderwerp van deze bijdrage. Onderzocht wordt in hoeverre het principe dat aan de ingewikkelde regeling van dit onderwerp in Boek 8 BW ten grondslag ligt, naar analogie toepassing kan vinden op andere dan vervoersrechtelijke casus.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930393