Shop

Privacybescherming en ‘Caller ID’

A.C.M. Nugter

Dit artikel handelt over ‘Caller ID’, een nieuwe ontwikkeling is telefoons. Deze extra faciliteit houdt in dat degene die wordt gebeld op zijn toestel het nummer ziet verschijnen van degene die hem belt. Een ongecensureerde invoering van van Caller ID kan op gespannen voet staan met de bescherming van de privacy in het telefoonverkeer. In dit artikel wil ik met name aandacht schenken aan de relatie Caller ID - privacybescherming. Daartoe wordt in dit artikel allereerst nader omschreven wat Caller ID nu eigenlijk inhoudt en wat de introductie van deze techniek betekent voor de privacy van de burger. Vervolgens wordt ingegaan op de wijze waarop in de Verenigde Staten en in Frankrijk met deze problematiek wordt omgegaan. Daarna worden de mogelijkheden tot bescherming naar huidig Nederlands recht besproken. Tot slot komt een recent verschenen Ontwerp Richtlijn van de EEG aan de orde.

Opinie | Column
december 1990
AA19900945

Privacyconcepten voor de 21e eeuw

B.J. Koops

Post thumbnail De ene eeuw is de andere niet. Privacy in de 21e eeuw vergt dan ook mogelijk andere benaderingen dan privacy in de 20e eeuw. Wat betekent privacy in het huidige tijdperk van alomtegenwoordige data en naadloos verknoopte digitale omgevingen? En hoe kun je in het recht een zo algemeen begrip als privacy concretiseren om het hanteerbaar te maken en tegelijk de nodige flexibiliteit van een algemeen concept te behouden?

Bijzonder nummer | Privacy
juli 2019
AA20190532

Private militaire ondernemingen en staatsaansprakelijkheid: een uitdagende combinatie

W.J.M. van Genugten

De centrale vraag van deze bijdrage is hoe het is gesteld met de aansprakelijkheid van de staat der Nederlanden indien werknemers van private militaire en veiligheidsondernemingen zich, gewild of bij toeval, schuldig maken aan oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid. Aan de orde komen achtereenvolgens: een advies over deze materie van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de reactie van de regering daarop (paragraaf 2), het Kamerdebat over de regeringsreactie (paragraaf 3), het internationale recht inzake staatsaansprakelijkheid (paragraaf 4), met een conclusie ter afronding (paragraaf 5). Het stuk heeft als belangrijkste bedoeling in kort bestek weer te geven wat er op het vlak van de private militaire ondernemingen en de staatsaansprakelijkheid zoal speelt, maar aarzelt niet stelling te nemen waar de auteurs dat zinvol achten.

Bijzonder nummer | Oorlog & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2009
AA20090482

Private regulering: vloek of zegen?

T. Havinga

Post thumbnail Private regulering is voor sommigen een gruwel waar geen enkel heil van is te verwachten. Anderen hebben juist hoge verwachtingen: grotere betrokkenheid van burgers en bedrijven, realistische regels, betere naleving en lagere kosten. Wat is private regulering precies? Waar en wanneer komt het voor? Hoe werkt het in de praktijk?

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2019
AA20190855

Privatisering

A. van der Feltz

In dit artikel wordt een beeld gegeven van hetgeen men onder privatisering verstaat. Bovendien worden enige verschijningsvormen van privatisering aangeduid en een aantal motieven en overwegingen met betrekking tot het verschijnsel op een rij gezet. Daarnaast wordt een beschrijving gegeven van de eerste stappen die de centrale overheid op het privatiseringspad heeft gezet.

april 1984
AA19840210

Privatisering van noodweer?

J.M. ten Voorde

Post thumbnail

De laatste jaren heeft de Hoge Raad geregeld uitspraak moeten doen over gevallen waarin door het hof het beroep op noodweer of noodweerexces werd verworpen. In verschillende gevallen casseerde de Hoge Raad ’s hofs arrest, wat de indruk wekt dat de grenzen van noodweer(exces) zijn verruimd. De mogelijke verruiming van noodweer en noodweerexces kan niet los worden gezien van meer algemene maatschappelijke ontwikkelingen waarin de burger steeds vaker wordt opgeroepen om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen. In dit artikel plaatst Jeroen ten Voorde deze ontwikkelingen in de dubbele grondslag van noodweer, zelfverdediging en rechtsordehandhaving. 

Bijzonder nummer | Privatisering van het strafrecht | Overig
juli 2013
AA20130591

Privatiseringscontracten met de Treuhandanstalt

R. Wagemakers

De Treuhandanstalt (THA) heeft tot taak de voormalige Oostduitse staatsbedrijven te privatiseren. Hierdoor is een nieuw soort bedrijfsovernamecontracten ontstaan. In dit artikel worden de belangrijkste kenmerken van deze privatiseringscontracten besproken. Als afsluiting volgt een korte beschouwing over het functioneren van de THA en de kritiek daarop.

Verdieping | Studentartikel
december 1993
AA19930847

Privé en werk – waar eindigt de aansprakelijkheid van de werkgever?

J. Riphagen

Hoge Raad 22 januari 1999, nr. C97/179, 16700, ECLI:NL:HR:1999:AD2996, JAR 1999/44 (S./Reclassering)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 2000
AA20000569

Pro bono rechtsbijstand in Nederland: verschuivingen in het aanbod van de gefinancierde rechtshulp

Pro Bono Commissie

Een uiteenzetting van de gefinancierde rechtshulp in Nederland.

Perspectief | Perspectiefartikel
december 2005
AA20051065

Probleemgestuurd leren als didactisch model aan een rechtenfaculteit mismatch

A.R. Houweling, J. Montijn, M. Wijnen

Ruim anderhalf jaar geleden is aan Erasmus School of Law het Erasmus Law College van start gegaan, met onder andere een nieuw didactisch model. In het nieuwe onderwijsmodel staat ‘probleemgestuurd leren’ centraal. In dit artikel wordt aan de hand van de eerste ervaringen en bevindingen bij Erasmus School of Law de vraag beantwoord of probleemgestuurd leren en rechten een match of juist een mismatch is.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2014
AA20140772

Probleemoplossende wijkrechtspraak: implicaties voor de sociale advocatuur

N. Doornbos, R.A. Hanoeman

Post thumbnail

De rechtbank Oost-Brabant is in 2019 begonnen met een pilot probleemoplossende wijkrechtspraak. Een groep van zeven sociaal advocaten is hier nauw bij betrokken. De advocaten zijn over het algemeen enthousiast over de nieuwe aanpak. De uitbreiding van hun rol roept echter ook vragen op: zijn advocaten nu overwegend belangenbehartiger of teamplayer? Past de extra tijdsinspanning nog wel bij een rendabele bedrijfsvoering?

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2021
AA20211065

Problemen bij de uitvoering van het minderhedenbeleid

P. Lin A Njoek

Ad-hoc maatregelen, ingrijpen waar zich problemen manifesteren, verschillende interdepartementale ambtelijke commissies en verschillende ministers als coördinator voor de verschillende etnische groepen, zo zou men tot 1980 het regeringsbeleid ten aanzien van etnische minderheden, allochtonen, immigranten of hoe je ze ook wilt noemen, kunnen schetsen. Een, bij nader inzien, onjuiste gedachte met betrekking tot de aanwezigheid van leden van etnische groepen heeft er aan ten grondslag gelegen. Want als je denkt dat deze mensen tijdelijk hier aanwezig zullen zijn, hoef je ook geen maatregelen te treffen: Nederland was en mocht geen immigratieland worden. Het minderhedenvraagstuk werd toen als een lastig welzijnsprobleem beschouwd dus ging alles maar naar CRM tot aan zaken als arbeidsproblemen toe. De betrokkenheid van andere ministeries was, ondanks vergeefse pogingen van CRM, gering, omdat zij het vraagstuk van de etnische minderheden als een ‘ondergeschikt probleem’ kwalificeerden. Over een ondergeschikt probleem wordt nu niet meer gerept. Sinds de publicatie van het rapport Etnische Minderheden van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), waarin de Raad aandacht heeft gevraagd voor wijziging en intensieve aanpak van het minderhedenbeleid, zijn de betrokkenen bij de beleidsvorming bezig een algemeen minderhedenbeleid van de grond te krijgen. Er werd een coördinerend ministerie aangewezen en een nieuwe coördinatiestructuur op poten gezet waardoor er horizontaal en verticaal druk ge(re)organiseerd moest worden en studies werden aangekondigd. In april 1981 is de eerste minderhedennota van de regering verschenen, die de fundamenten voor een minderhedenbeleid aangeeft.

oktober 1981
AA19810647