Shop

UCERF 3 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Het ouderschapsplan

E. Loeb

Alle ouders van minderjarige kinderen, die niet meer samenwonen, maar dat wel hebben gedaan en gezag hebben, zijn verplicht om bij scheiding een zogenaamd ouderschapsplan op te stellen. Het fenomeen ouderschapsplan komt in de praktijk van de scheidingsmediation komt het al jaren voor, zij het niet onder die naam. In deze bijdrage wordt vanuit de invalshoek van die praktijk een aantal opmerkingen gemaakt over het ouderschapsplan.

Het optreden tegen seksueel misbruik door kerkelijke ambtsdragers

T. van Kooten, J.W. Sap

In dit artikel willen de auteurs aan de hand van kerkordes bij enkele protestantse kerken in Nederland nagan wat omtrent seksueel misbruik door kerkelijke ambtsdragers door deze kerken geregeld is.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2002
AA20020813

Het Openbaar Ministerie op Internet

E.M. Witjens

Een omschrijving van de website van het OM.

Overig | Website
maart 2003
AA20030225

Het Openbaar Ministerie en de strafbeschikking. De voortdurende ontlasting van de rechtspraak

M. Otte

Sinds het Openbaar Ministerie zelfstandig straffen kan opleggen is er kritiek op de kwaliteit van de zogeheten strafbeschikking. De officier van justitie zou te schielijk straffen, zonder voldoende bewijsmiddelen en zonder dat de verdachte voldoende rechtsbijstand heeft. Ook keert de vraag steeds terug of toch niet beter de strafrechter deze zaken kan afdoen. In deze bijdrage bespreek ik een deel van deze kritiek en schets ik een ander perspectief.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2019
AA20190182

Het Openbaar Ministerie en beginselen van behoorlijke procesorde

J. Steenbrink

Het OM heeft een grote vrijheid van handelen bij de uitvoering van de hem opgedragen taken. In ons strafrechtsysteem is een machtsverschuiving waarneembaar van de zittende magistratuur naar het OM. Het laatste krijgt steeds meer bevoegdheden, die het zelfstandig kan uitoefenen. Gezien het hiervoor genoemde is het van belang te weten, hoever de beleidsvrijheid van het OM reikt. In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre het OM op dit moment gebonden is aan beginselen van een behoorlijke procesorde en om welke beginselen het eigenlijk gaat. Daaraan gaat een beschouwing vooraf over de taak en de positie van het OM.

november 1984
AA19840593

Het ontwerp-verdrag tegen foltering

J.H. Burgers

februari 1983
AA19830242

Het ontwerp wetsvoorstel computercriminaliteit III

M.E. Buwalda, N.J.M. Kwakman

Post thumbnail De samenleving wordt steeds vaker geconfronteerd met ernstige vormen van computercriminaliteit. Dat vraagt om nieuwe, speciaal daarop toegesneden, straf(proces)rechtelijke instrumenten. Daartoe worden in het ontwerp wetsvoorstel Computercriminaliteit III verstrekkende bevoegdheden toegekend aan politie en justitie. De vraag is of een doelmatige bestrijding van ernstige computercriminaliteit de daarmee gepaard gaande inbreuken op fundamentele rechten, zoals het nemo tenetur-beginsel, voldoende rechtvaardigt.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2014
AA20140009

Het ontstaansmoment van een vordering bij ‘onderhanden werk’

W.H. van Boom

Hoge Raad 17 november 2017, nr. 16/03561, ECLI:NL:HR:2017:2901, RvdW 2017/1196 (Famed BV/Kreikamp q.q.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2018
AA20180230

Het ontstaansmoment en de verjaring van de regresvordering

W.H. van Boom

Hoge Raad 6 april 2012, nr. 10/01949, ECLI:NL:HR:2012:BU3784, LJN BU3784, RvdW 2012, 534 (Van Aart en ASR Schadeverzekering/Achmea Schadeverzekeringen)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2013
AA20130036

Het ontstaan van pseudo-herinneringen bij kinderen

Over de rol van plausibiliteit, valentie en kennis

H.P. Otgaar

Bijzonder nummer | Bewijs
juli 2010
AA20100513

UCERF 8 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Het onterfde kind

J.W.A. Biemans

In deze bijdrage staat de vermogensrechtelijke positie van het minderjarige kind in het erfrecht centraal, en in het bijzonder de vermogensrechtelijke positie van het onterfde minderjarige kind.

Het onrechtmatigheidsvereiste bij ouderlijke aansprakelijkheid

Art. 6.3.2.1. lid 1 Nieuw BW nader beschouwd

B. Groefsema

In tegenstelling tot het huidige recht, bestaat naar Nieuw BW de mogelijkheid dat ouders en voogden aansprakelijk zijn voor schade veroorzaakt door kinderen (beneden de veertien jaar), terwijl aan de schadeveroorzakende gedraging de onrechtmatigheid ontbreekt. Dit artikel gaat in op op de vraag of de vestiging van een dergelijke aansprakelijkheid wenselijk is.

maart 1985
AA19850123