Resultaat 8617–8628 van de 12368 resultaten wordt getoond
J.E.A. Huys
Het is naar oordeel van de auteur maatschappelijk gewenst dat de aan bijstandsfraude deelnemende- of de van bijstandsfraude meeprofiterende partner aansprakelijk kan zijn jegens de bijstandverlenende gemeente.
februari 1985AA19850072
F.C.M.A. Michiels
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 14 januari 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO1644, JB 2004, nr. 200303297/1, 101 m.nt. C.L.G.F.H. Albers In onderstaand arrest kwam aan de orde of bestuurlijk gedogen nog wel als iets juridisch kan worden gezien, want wanneer dit niet het geval is staat tegen een besluit om wel of niet te gedogen geen beroep open bij de bestuursrechter.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2004AA20040438
A.A.H. van Hoek
Hoge Raad 26 september 2014, nr. 13/04272, ECLI:NL:HR:2014:2838, JIN 2014/197 m.nt. M. Teekens; JOR 2014/350 m.nt. C.G. van der Plas (Gazprombank/Bensadon)
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2015AA20150502
A.V.M. Struycken
Hoge Raad 3 september 1999, nr. C98/022, ECLI:NL:HR:1999:ZC2954, JOR 1999/259 m.nt. R.I.V.M. Bertrams (R.H. van der Boon/RG Lease) en Hoge Raad 7 januari 2000, nr. C98/165HR, ECLI:NL:HR:2000:AA4123, RvdW 2000/16 (Leyland DAF/Internationaal Transpostbedrijf Eindhoven)
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2000AA20000889
W.J. Zwalve
Een uiteenzetting van de Romeinse zekerheidsrechten aan de hand van een vraagstuk van de bekende Romeinse jurist Papinianus.
Overig | Rode draad | Digestenjanuari 2006AA20060018
L. van Wifferen, E. de Zwaan
In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de opzetclause die is opgenomen in vele verzekeringsclausules die veel voorkomen in verzekeringsovereenkomsten die door de Hoge Raad in het belang van het slachtoffer wordt uitgelegd
Opinie | Redactioneeljanuari 2000AA20000003
M.E. Bruning
Het kort geding voorziet in een grote maatschappelijke behoefte aan snel-rechtspraak in zaken met een spoedeisend karakter. Wanneer tegen het in eerste aanleg met voortvarendheid uitgesproken vonnis hoger beroep wordt aangetekend, volgt in de praktijk veelal een meer of minder tijdrovende rechtsgang die weinig verschilt van de gewone bodemprocedure. Aangetoond zal worden dat deze gang van zaken onverenigbaar is met de aard van het kort geding. Voorts zal een voorstel worden geformuleerd om te bereiken dat het hoger beroep in kort geding eveneens vlot wordt afgedaan.
Verdieping | Studentartikelfebruari 1996AA19960094
J.J. Brinkhof
Ik hoop dat ik mij vergis, maar ik vrees dat een artikel over Europees octrooirecht alles heeft wat de meeste lezers van Ars Aequi ertoe zal brengen het ongelezen te laten. Octrooirecht heeft namelijk te maken met economie en techniek terwijl dit rechtsgebied verder nog een aanzienlijke internationale en Europese dimensie heeft. Aspecten die – zo lijkt het – momenteel niet erg tot de verbeelding spreken. Wie de moeite zou nemen zich in dit onderdeel van het recht te verdiepen, zal ruimschoots worden beloond. Men komt terecht in een nieuwe wereld waar ook andere rechters het voor het zeggen hebben dan de rechters met wie wij vertrouwd zijn, en waar rechters op een andere manier redeneren dan wij gewend zijn. Die wereld verruimt en verrijkt de juridische geest. Maar er is meer. Je gaat ook kritischer kijken naar de Nederlandse rechtspraak en het Nederlandse procesrecht. Zijn die niet voor verbetering vatbaar?
Verdieping | Verdiepend artikelmei 2012AA20120353
P.L. Reeskamp
Wie kent niet de 'Pepsi-proef', waarin een proefpersoon zijn of haar voorkeur kenbaar moet maken voor Pepsi dan wel voor een 'andere grote cola'? En wie zal nog moeten raden naar het merk van die 'andere grote cola'? Waarom, is dan de vraag, wordt niet gewoon gezegd dat het hier Coca-Cola betreft? Het antwoord luidt, dat het onder de huidige Nederlandse rechtspraak niet geoorloofd is andermans merk in vergelijkende reclame te gebruiken. Zoals in dit artikel uiteengezet zal worden, is de zienswijze die aan deze rechtspraak ten grondslag ligt aanvechtbaar.
september 1985AA19850442
H.K. Elzinga
Dit artikel gaat over de handelswijze van het OM, waarbij zij beslist dat, ondanks dat de rechter een straf heeft opgelegd, deze straf niet ten uitvoer wordt gebracht.
Bijzonder nummer | De rechtsstaat Nederlandjuli 2004AA20040504
G.W. Breuker
Een echtscheiding komt pas tot stand wanneer het vonnis waarbij de echtscheiding is uitgesproken, binnen zes maanden nadat het in kracht van gewijsde is gegaan, is ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand. In de praktijk blijkt dat er onzekerheid bestaat omtrent het moment waarop een echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde gaat. Voor een belangrijk deel wordt dit aan een wetswijziging in 1971 toegeschreven. Onderzocht wordt of die onzekerheid wel gerechtvaardigd is. Uit een analyse van twintig jaar procesrechtelijk zoeken en tasten blijkt dat dit voor het grootste gedeelte niet het geval is. Alleen in één bepaald, specifiek geval kan er onzekerheid bestaan.
Verdieping | Studentartikeljuni 1991AA19910459
S.D.P Kole
Tegenwoordig gaat bij de uitleg en toepassing van het omgevingsrecht veel aandacht uit naar de bescherming van natuurgebieden en de regulering van economische activiteiten in en rond die gebieden. Er is een tijd geweest waarin natuurgebieden en het natuurbeschermingsrecht nog niet bestonden. In deze bijdrage wordt ingegaan op de geschiedenis van de bescherming van natuurgebieden in Nederland, en de wijzigingen die er in de loop van de tijd bij de bescherming van deze gebieden zijn opgetreden.
Bijzonder nummer | Recht & Natuurjuli 2022AA20220524