Shop

Resultaat 3085–3096 van de 12335 resultaten wordt getoond

Geschilbeslechting in het arbeidsrecht: kantonrechter of arbeidsrechter?

P. Kruit

In Nederland worden geschillen betreffende (collectieve) arbeidsovereenkomsten beslecht door de kantonrechter. De kantonrechter is generalist; hij behandelt een relatief groot aantal verschillende soorten zaken. Heeft dit aspect invloed op de kwaliteit van de rechtspraak van de kantonrechter in arbeidszaken? Het arbeidsrecht is een bijzonder rechtsgebied, dat de laatste decennia zeer complex is geworden, waarbij de regels niet alleen staan in Boek 7 titel 10 BW, maar ook in vele andere wetten. De toenemende complexiteit van het arbeidsrecht brengt mee dat de geschillenbeslechting moeilijker wordt. In 2002 is weliswaar expliciet gekozen voor een generalistische kantonrechter, maar zou het wellicht effectiever zijn arbeidsgeschillen door een gespecialiseerde arbeidsrechter, die zich uitsluitend met arbeidsgeschillen bezig houdt, te laten beslechten?

Verdieping | Studentartikel
februari 2007
AA20070119

Geschillen als handelswaar

Over cliffhangers en e-Court-soap

E. Bauw

Post thumbnail De werkwijze en het verdienmodel van het digitale arbitrage-instituut e-Court zijn en blijven omstreden. De Hoge Raad zal duidelijkheid moeten geven over de aanvaardbaarheid ervan. Tot die tijd ligt de ‘robotrechter’ stil. Is de commerciële benadering van geschillenbeslechting te verenigen met adequate rechtsbescherming? In ieder geval zal e-Court de kritiek serieuzer moeten nemen dan zij tot nu toe heeft gedaan.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2018
AA20180890

Geschillen tussen aandeelhouders

M.J.G.C. Raaijmakers

Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 20 april 1989, ECLI:NL:GHAMS:1989:AD0725, Requestnr. 6/89 OK (Neerpelt Management BV/Best Golf & Country BV), niet gepubliceerd. De beslissing van de OK is de eerste uitspraak gedaan in een geschil tussen aandeelhoudsters na het in werking treden van de nieuwe wettelijke geschillenregeling van Afd. 1 Titel 8 Boek 2 BW. Opmerkelijk is echter de centrale overweging waarmede de uitspraak aanvangt: het enkele bestaan van een patstelling zou op zich nog niet een enquête rechtvaardigen. Door te verwijzen naar de wettelijke geschillenregeling lijkt de OK te suggereren dat het bestaan daarvan mede ten grondslag ligt aan zijn beslissing. Het werpt alles de vraag op hoe — meer nauwkeurig bepaald - beide regelingen (enquêterecht en geschillenregeling) zich verhouden. Op die vraag wordt in deze bijdrage verder ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1989
AA19890850

Geschriftenbescherming vervliegt

Ryanair/PR Aviation

D.J.G. Visser

Hoge Raad 17 januari 2014, nr. 12/03167, ECLI:NL:HR:2014:88 (Ryanair/PR Aviation)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2014
AA20140847

Geslachtongeacht en genderbender in de rechtspraktijk

D.A. Verburg

Post thumbnail

Het recht is van iedereen en de taal van het recht moet dat ook uitdrukken. Daarom moet de taal in de rechtspraktijk inclusiever. Van de strafbepaling die begint met ‘Hij die…’ tot een functienaam als ‘raadsheer’, de rechtstaal gaat nog te veel uit van de man. Het is moeilijk om dat helemaal op te lossen, maar we kunnen vandaag al veel aanpakken.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2021
AA20211114

Getallen en formules in wetgeving

C.J. Wolswinkel

Post thumbnail

Met een (misplaatst) beroep op het adagium ‘iudex non calculat’ pleiten juristen zich doorgaans vrij van wiskundige formules. Hoewel een kritische houding tegenover wiskundige toepassingen in het recht zeker niet verkeerd is, kan het juridische handwerk juist gebaat zijn bij meer aandacht voor wiskunde en logica.

Opinie | Amuse
december 2014
AA20140890

Getuigenverklaringen in het VN-onderzoek naar de dood van Dag Hammarskjold

, M.T. Beumers, M.G. Hekkenberg

Post thumbnail In 1961 kwam de toenmalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Dag Hammarskjöld, bij een vliegtuigramp om het leven. Deze ramp was omgeven met opmerkelijke en verdachte omstandigheden. De theorie dat Hammarskjölds vliegtuig doelwit was van een aanslag heeft daarom tot op de dag van vandaag veel aanhangers. In 2012 begon een nieuw internationaal onderzoek naar de crash. Een Leids onderzoeksteam bestaande uit zes studenten heeft aan dit onderzoek bijgedragen door de getuigenverklaringen uit eerdere onderzoeken te analyseren.

Verdieping | Studentartikel
september 2014
AA20140617

Gevaarscriteria in het strafrechtelijk sanctierecht: een risicovol ratjetoe?

S. Struijk, M.J.F. van der Wolf

Post thumbnail Niet alleen in recente wetgeving zoals de strafrechtelijke maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking ex artikel 38z Sr e.v., maar veel breder in het Nederlands sanctierecht zijn inschattingen vereist over toekomstig (recidive)gevaar. In deze bijdrage wordt onderzocht bij welke sancties een dergelijke gevaarsinschatting is vereist en op welke wijze dit juridisch is ingebed met inhoudelijke criteria.

Rode draad | Kansen & Risico's
november 2018
AA20180938

Gevaarzetting en doorbraak van aansprakelijkheid

S.M. Bartman

Hoge Raad 1 september 2009, nr. C07/203HR, ECLI:NL:HR:2009:BH4033, LJN: BH4033, NJ 2009/565, m. nt. PvS, JOR 2009/309, m. nt. Spinath (Comsys/Van den End q.q.) Faillissementsrecht. Procesrecht. Schending van de verplichting in de appeldagvaarding ex art. art. 111 lid 2, aanhef en onder j, Rv. het in art. 140 lid 2 Rv., genoemde rechtsgevolg te vermelden dat intreedt indien niet alle gedaagden op de voorgeschreven wijze in het geding verschijnen; voor de geïntimeerde jegens wie verstek is verleend en die in hoger beroep in het ongelijk is gesteld, stond zowel het rechtsmiddel van verzet als het rechtsmiddel van cassatieberoep open; nu cassatieberoep is ingesteld, kon geen verzet meer worden ingesteld; doorbraak van aansprakelijkheid; holding moedermaatschappij en enig aandeelhouder van dochtervennootschappen; vordering tot schadevergoeding bestaande in tekort faillissement dochter; bijzondere zorgplicht holding jegens crediteuren van gefailleerde dochter, welke zijn grondslag vindt in de door holding opgezette structuur met daaraan inherente risico’s voor de crediteuren van de gefailleerde dochter en de keuze om de activiteiten van de betreffende dochter ‘going concern’ voort te zetten in de wetenschap dat daardoor binnen de groep de crediteuren zouden worden benadeeld zodra de financiering in rekening-courant door holding zou worden beëindigd; in de gegeven omstandigheden diende holding zich de belangen van schuldeisers aan te trekken; holding die schuldeisers niet heeft gewaarschuwd voor penibele financiële positie van gefailleerde aansprakelijk voor tekort in faillissement van dochter; handelingen holding niet aan dochter toegerekend.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2010
AA20100102

Gevangen bij de achterdeur

L.S.A. Trapman, E.F. Verheul

Twee recente rechtbankuitspraken illustreren de tweeslachtigheid van het Nederlandse drugsbeleid en hebben daarmee de discussie over het softdrugsbeleid in Nederland verder gevoed. Het is de vraag of en zo ja welke consequenties de politiek moet verbinden aan de uitspraken.

Opinie | Redactioneel
december 2014
AA20140887

Gevoelstemperatuur in Europa daalt

W.M.T. Keukens, C. Rijckenberg

Na de vergadering van de Europese Raad daalt volgens minister Zalm de gevoelstemperatuur nu er geen sancties zijn genomen teen Frankrijk en Duitsland.

Opinie | Redactioneel
maart 2004
AA20040147

Gevolgen van de verstrekking van een onzakelijke lening door een moedervennootschap aan haar dochtervennootschap

A.O. Lubbers

Hoge Raad 25 november 2011, nr. 08/05323, ECLI:NL:HR:2011:BN3442, LJN: BN3442 (onzakelijke-lening-arresten)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2012
AA20120044

Resultaat 3085–3096 van de 12335 resultaten wordt getoond