Shop

Rechtsvraag (159) volkenrecht

K.C. Wellens

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1985
AA19850566A

Rechtsvraag (160) wegvervoerrecht

K.F. Haak

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1985
AA19850566B

Vlasteelt-arrest

A.H.T. Heisterkamp

Gerechtshof Arnhem 22 februari 1982, ECLI:NL:GHARN:1982:AC7538, nr. P.49/1981

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1985
AA19850558

Beantwoording rechtsvraag (156) Privaatrecht

B.J. Breukers

Perspectief | Rechtsvraag
september 1985
AA19850495

Computers en Rechtswetenschap: het gebruik van Artificial Intelligence Technieken

W.P.S. van Braam, W.R.M. Dassen

Binnen de informatica is Artificial Intelligence (AI) een deelgebied, dat de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling heeft doorgemaakt. Toepassingen van deze vorm van computergebruik zijn nu in vele vakgebieden te vinden. Juridische toepassingen zijn echter nog zeldzaam. Toch zullen velen van ons met AI te maken krijgen, mede omdat een praktische toepassing, expert systems (ES), nu commercieel verkrijgbaar is voor personal computers. AI is nog een wat esoterisch begrip, hetgeen een tweedeling van dit artikel noodzakelijk maakt. Het eerste deel behandelt, aan de hand van voorbeelden, enige belangrijke termen in de AI; het tweede deel beschrijft enkele mogelijke toepassingen van AI-technieken in het domein van het Recht.

september 1985
AA19850447

De bestrijding van belastingfraude en uitkeringsmisbruik

C. Nauta

In april van dit jaar werd aan de Tweede Kamer een rapport aangeboden betreffende misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies. Volgens schattingen van de makers van het rapport, beloopt het verlies voor de overheid, als gevolg van misbruik, jaarlijks 17 à 21 miljard gulden. Naast de betekenis die de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik heeft voor het tegengaan van dit gigantische overheidsverlies, staat een veel wezenlijker belang: de bescherming van onze rechtsstaat.

september 1985
AA19850457

De kleine beetjes van Van Buuren: een reactie op ‘Beklag over niet vervolgen van strafbare feiten’

P.A. Speijdel

Mr. P.J.J. van Buuren schrijft in zijn artikel 'Beklag over niet vervolgen van strafbare feiten' (AA19850263) dat het opvalt in een zo beknopte regeling als die van artikel 12 Sv. e.v. de wetgever niet minder dan drie voorzieningen, te weten de artikelen 12c, 12d, derde lid, en 12i Sv., heeft getroffen om te waarborgen, dat de Hoven -het relatief geringe aantal -beklagzaken efficiënt kunnen afdoen. Hij concludeert: 'Het probleem van de te grote werkbelasting van de rechterlijke macht is kennelijk zo nijpend geworden, dat de wetgever bij deze wet al heeft teruggegrepen op de gedachte: ook kleine beetjes helpen.' In de kritiek die hierin besloten ligt, kan de auteur zich niet vinden.

september 1985
AA19850472

De Rijkswet op het Nederlanderschap

W. Breukelaar

Op 19 december 1984 is een drietal rijkswetten op het gebied van de nationaliteit tot stand gekomen. Zij zijn in de jaargang 1984 van het Staatsblad gepubliceerd onder de nummers 627, 628 en 629. Naast een rijkswet tot goedkeuring van enige nationaliteitsverdragen betreft het een nieuwe wettelijke regeling van de Nederlandse nationaliteit, die de citeertitel 'Rijkswet op het Nederlanderschap' meekreeg, en een rijkswet waarbij die regeling bij haar verheffing tot wet werd gewijzigd.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1985
AA19850464

Deregulering: van de regel in de drup

J. Soetenhorst-de Savornin Lohman

Meesters-column. In deze column komt kort aan de orde wat de dereguleringsoperatie inhoudt, de stand van zaken op dit moment en een waardering, die subjectief uit zal vallen.

Opinie | Column
september 1985
AA19850452

M’Barek

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 29 maart 1985, nr. 12437, ECLI:NL:HR:1985:AG4992, RvdW 1985, 72 (M'Barek/Van der Vloodt) Geldvordering in kort geding.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1985
AA19850488

Marokkaanse imam

P.W.C. Akkermans

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 2 juli 1984, ECLI:NL:RVS:1984:AM8224, nr. A-2.1798 (1982), AB 1985, nr. 273, nt. R. Fernhout, J.A. Hofman (mrs. Barendsen-Cleveringa, Van Reijen, Brouwer)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1985
AA19850483

Over het gebruik van andermans merk in vergelijkende reclame

P.L. Reeskamp

Wie kent niet de 'Pepsi-proef', waarin een proefpersoon zijn of haar voorkeur kenbaar moet maken voor Pepsi dan wel voor een 'andere grote cola'? En wie zal nog moeten raden naar het merk van die 'andere grote cola'? Waarom, is dan de vraag, wordt niet gewoon gezegd dat het hier Coca-Cola betreft? Het antwoord luidt, dat het onder de huidige Nederlandse rechtspraak niet geoorloofd is andermans merk in vergelijkende reclame te gebruiken. Zoals in dit artikel uiteengezet zal worden, is de zienswijze die aan deze rechtspraak ten grondslag ligt aanvechtbaar.

september 1985
AA19850442