Resultaat 12253–12264 van de 12956 resultaten wordt getoond
J.M. Polak
Mr. J.M Polak promoveerde op 6 mei 1953 te Leiden met het onderwerp 'Theorie en Praktijk der Rechtsvinding'.
december 1985AA19850734
C.Æ. Uniken Venema
Prof. mr. C.Æ. Uniken Venema promoveerde op 11 augustus 1954 te Groningen met het onderwerp 'Trustrecht en bewind'.
december 1985AA19850764
J. ter Heide
Prof.mr. J. ter Heide promoveerde op 16 juni 1965 te Leiden met het onderwerp 'Vrijheid. Over de zin van straf'.
december 1985AA19850711
F.J.W. Löwensteyn
Prof.mr. F.J.W. Löwensteyn promoveerde op 16 oktober 1959 te Amsterdam met het onderwerp 'Wezen en bevoegdheid van het bestuur van de Vereniging en de Naamloze Vennootschap'.
december 1985AA19850720
M. Viering
Sedert de invoering in 1976 van het huidige art. 51 Sr is de rechtstheoretische discussie omtrent de verenigbaarheid van het wezen van de rechtspersoon met het strafrecht, zo goed als verstomd. In recente literatuur gaat de aandacht veel meer uit naar de vraag welke criteria gehanteerd moeten worden om vast te kunnen stellen, welke gedragingen van natuurlijke personen strafbare gedragingen van de rechtspersonen opleveren. Dit artikel geeft een analyse van de rechtspraak op dit punt. Tevens wordt er een lans gebroken voor een te ontwikkelen daderschapscriterium, dat afwijkt van de nu gangbare formulering.
november 1985AA19850587
T.A.J. Keizers
Als een curator een faillissement afwikkelt, dan kan het voorkomen dat hij van de gefailleerde tegenwerking en bedrog ondervindt. Een aangifte bij de Officier van Justitie en een daarop volgende strafrechtelijke vervolging bieden de boedel weinig soelaas. De curator zal proberen zoveel mogelijk activa voor de boedel te verzamelen en medewerking van de failliet is daarbij gewenst. Om deze medewerking bij onwillige en tegenwerkende gefailleerden af te dwingen, biedt de Faillissementswet (F.) in de artikelen 87 tot en met 89 een uitstekend middel: de inbewaringstelling ofwel de faillissementsgijzeling. Waar de civiele lijfsdwang in onbruik is geraakt, wordt de faillissementsgijzeling met een zekere regelmaat aangewend. Aan de desondanks bestaande onbekendheid van het fenomeen, tracht de auteur met dit artikel een einde te maken.
november 1985AA19850593
De Nederlandse regering heeft reeds enige tijd geleden het standpunt ingenomen dat de art. 1639aa ev BW niet van toepassing zijn bij verkoop van een onderneming tijdens faillissement. Een wetswijziging, ter verduidelijking van de reikwijdte van de art. 1639aa ev BW, werd in het vooruitzicht gesteld. De behandeling van de daarop gerichte adviesaanvrage bij de SER werd aangehouden in afwachting van enkele bij het Hof van Justitie te Luxemburg aanhangig gemaakte procedures omtrent de werkingssfeer van de Europese Richtlijn, die ten grondslag ligt aan de Nederlandse regeling. Inmiddels heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan, zodat - als de Nederlandse regering voet bij stuk houdt - binnen afzienbare tijd een voorstel tot wijziging van de Wet overgang van ondernemingen tegemoet kan worden gezien. Dit betekent echter niet het einde van de 'troubles' rond de Wet overgang van ondernemingen. Uit de lagere rechtspraak en een recentelijk verzoek van de HR aan het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing blijkt dat momenteel ook in diverse situaties buiten faillissement allerminst duidelijkheid bestaat omtrent de werking van de regeling. Ook hier is de nadrukkelijke aandacht van de Nederlandse regering geboden.
november 1985AA19850615
J. Sau C
Het zou politiek onnozel zijn om te zeggen dat op het Amerikaanse continent alles goed gaat. Dagelijks wordt men geconfronteerd met de situatie in dat deel van de wereld. Met name de mensenrechtenschendingen trekken de aandacht. Het lijkt alsof de Latijns-Amerikaanse burgers vogelvrij zijn verklaard en een schending van hun fundamentele rechten alleen met geweld kunnen verdedigen. Hoewel er omstandigheden denkbaar zijn waarin dit laatste wel geoorloofd is, zijn er op dat continent nog andere mogelijkheden. Latijns-Amerika kent een systeem van bescherming van de rechten van de mens. Dit feit is in Nederland weinig bekend, en als men er toch iets van af weet, denkt men dat dit maar een papierensysteem is. In dit artikel wil de auteur proberen een aantal onduidelijkheden uit de weg te ruimen en meer inzicht verschaffen in een systeem, dat bijna even oud is als het Europese. De vraag die dan opkomt is of dit systeem een bruikbaar wapen is in de strijd voor eerbiediging en naleving van de rechten van de mens. Daartoe zal eerst een historische analyse gegeven worden van het ontstaan en de ontwikkeling daarvan. Dit artikel beoogt niet diepgaand maar meer inleidend te zijn.
november 1985AA19850609
E.M.H. Hirsch Ballin
Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 26 januari 1984, ECLI:NL:RVS:1984:AM7598, AB 1984, 384 m.nt. P.J. Boon, Gemeentestem nr. 6763 (6) m.nt. J.M. Kan (mrs. Kapteyn, Van der Does, Van der Hoeven). Ook bekend als KB Bronbeek.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1985AA19850633
J.H. Lunshof
In dit artikel over de land- en tuinbouwcoöperatie zal - zij het in grote lijnen - worden getracht enige basisinformatie te geven, die nodig is voor een goed begrip van hetgeen onder een land- en tuinbouwcoöperatie wordt verstaan. Met enig cijfermateriaal zal worden aangegeven dat de coöperatie met name in de land- en tuinbouw een belangrijke rol speelt, daarna zal in het kort worden ingegaan op de vraag hoe dat zo is gekomen. Bij de vraag wat een coöperatie nu eigenlijk is, zal worden aangetoond dat het hier gaat om een onderneming, zij het met enkele bijzondere kenmerken. Uit deze kenmerken volgen een aantal consequenties, waarvan er enkele zullen worden genoemd. In de voorlaatste paragraaf zullen wij ingaan op enkele bijzondere coöperatie-onderwerpen, waarna wij het artikel afsluiten met een korte beschouwing over de toekomstige ontwikkelingen van de land- en tuinbouwcoöperatie.
november 1985AA19850600
P. van Schilfgaarde
Hoge Raad 24 mei 1985, nr. 12438, ECLI:NL:HR:1985:AC8900, RvdW 1985, 108 (Nolan/Van Aalst) Vordering tot vernietiging van een boedelscheiding wegens gemis aan wil. Handeling om niet of onder bezwarende titel. Onderzoeksplicht.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1985AA19850629
T.A.W. Sterk
Perspectief | Rechtsvraagnovember 1985AA19850642