Shop

Rechtsvraag (N)BW (16) nakoming van verbintenissen

B. Wessels

Perspectief | Rechtsvraag
november 1985
AA19850641

Rolverdeling en rolwisseling

De scheve schaats van de wetgever, de rechter op glad ijs

F.A. Egter van Wissekerke

Terwijl de burgerlijke rechter ingeschakeld wordt in kwesties zoals de rechtmatigheid van de plaatsing van kruisraketten, wordt de strafrechter gedwongen zich uit te spreken over de toelaatbaarheid van bijvoorbeeld euthanasie. In beide gevallen begeeft de rechter zich op het terrein van de wetgever en derhalve, volgens velen op glad politiek ijs. Dit artikel beoogt een bijdrage te leveren aan de discussie die hierover gaande is, door de voor- en nadelen van het plaatsvervangend wetgeven door de rechter te verduidelijken aan de hand van een typisch strafrechtelijk probleem, het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid.

november 1985
AA19850582

Wijziging auteursrechtconventies en wijziging Auteurswet 1912

M. Reinsma

In Stb. 306 en Stb. 307 van dit jaar is een tweetal wetten gepubliceerd dat een geheel vormt, namelijk de Wet van 30 mei 1985 tot goedkeuring van een deel van de herziene Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst en van de herziene Universele Auteursrechtconventie, met twee Protocollen; Parijs, 24 juli 1971 (Trb.1972, 157 en 114 en Trb. 1976, 37) (in werking getreden op 8 juli 1985), en de Wet van 30 mei 1985 tot aanpassing van de Auteurswet 1912 aan de Akte van Parijs van de Berner Conventie (in werking getreden op 1 augustus 1985). De laatste wet was nodig om tot goedkeuring van de bij de Akte van Parijs herziene Berner Conventie te kunnen komen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1985
AA19850625

Aanmerkelijk belangregeling

J.C.M. van Sonderen

Hoge Raad 17 oktober 1984, nr. 22 368, ECLI:NL:HR:1984:AW8430, BNB 1985/19

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1985
AA19850554

Alimentatieovereenkomst en bijstandsverhaal

R. Bustin

Met een krappe meerderheid van 38 tegen 34 stemmen aanvaardde de Eerste Kamer eind vorig jaar een wetswijziging betreffende de invloed van alimentatieovereenkomsten op het verhaalsrecht van gemeenten wegens verleende bijstand. De wijziging is op 16 januari 1985 in werking getreden (Wet van 12 december 1984, Stb. 631; Kamerstukken 14 134). Doel van de nieuwe regeling is tegen te gaan dat een overeenkomst waarbij echtgenoten ieder aanspraak op alimentatie uitsluiten (het zogenaamde nihilbeding) of het alimentatiebedrag beperken, kan worden tegengeworpen aan de gemeente wanneer deze wegens bijstand verleend aan de ene (ex-)echtgenoot, verhaal zoekt op de andere.

oktober 1985
AA19850546

De eigen positie van de centrale ondernemingsraad

S.M. Bartman

Meesters-column

Opinie | Column
oktober 1985
AA19850533

De internationaal privaatrechtelijke openbare orde en buitenlandse adopties: een praktijkgeval

A.G. Castermans, R. Notermans

In het artikel komen aan de orde: de casus; ip-rechtelijke verwijzingsregels; de Neder­landse ip-rechtelijke openbare orde in het algemeen; haar positieve en negatieve werking; de casus getoetst aan artikel 6 AB en het domiciliebeginsel; conclusies en een - sombere - blik in de toekomst van adoptiewetgeving.

oktober 1985
AA19850527

De interne rechtspositie van de ter beschikking gestelde; Interim-rapport commissie Haars

I. Huls

Hoewel de voorbereiding van een wetsontwerp betreffende de maatregel TBR in een vergevorderd stadium verkeert blijft een zeer essentieel onderwerp hierin onbesproken. De auteur doelt hierbij op de rechtspositie van de TBR gestelde binnen de inrichtingsmuren, de zogenaamde interne rechtspositie. Reden genoeg om een commissie (naar haar voorzitster de commissie Haars genoemd) in te stellen die tot taak kreeg een wettelijke regeling van deze interne rechtspositie voor te bereiden. In het artikel bespreekt de auteur de voorstellen die de commissie Haars doet in haar interim-rapport en wordt bekeken of de achterstand in rechtspositie van TBR gestelden nu enigszins wordt ingehaald.

oktober 1985
AA19850537

De planologische kernbeslissing: een controversieel fenomeen

R.J. Lucassen

In het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dat zich thans in een vergevorderd stadium van parlementaire behandeling bevindt, is een procedureregeling voor planologische kernbeslissingen (pkb's) opgenomen. Tijdens het langdurige wetgevingsproces heeft de pkb herhaaldelijk aanleiding gegeven tot principiële discussies over deze vorm van ruimtelijke planning op rijksniveau, de medebetrokkenheid van het parlement bij de besluitvorming en de juridische status van de pkb. Welke betekenis de pkb-uitspraken hebben voor de eigen verantwoordelijkheid van lagere overheden, hoe zich hiermee de zogenaamde aanwijzingsbevoegdheid verhoudt, en de vraag of de pkb eigenlijk niet bij wet zou moeten worden vastgesteld, zijn enkele aspecten van een veelomvattende problematiek die in dit artikel aan de orde komen.

oktober 1985
AA19850520

Kromme rektifikaties (2): El Aribi

H.U. Jessurun d'Oliveira

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 28 mei 1985, no. RO 1.84.1406 (El Aribi) (Niet-) Erkenning in Nederland van buitenlandse rechterlijke uitspraak waarbij verbetering akte van de burgerlijke stand.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1985
AA19850549

Opheffing van het recht van de dertiende penning

M. Reinsma

Op 1 januari 1985 is de wet in werking getreden die voorziet in de opheffing, op een termijn van dertig jaar, van het recht van de dertiende penning, een in delen van de provincie Utrecht bestaand Middeleeuws zakelijk recht (Wet van 3 oktober 1984, Stb. 443). Het recht van de dertiende penning geeft de rechthebbende bij verkoop (niet bij andere wijzen van overgang, bijvoorbeeld erfopvolging) van onroerend goed een aanspraak op een dertiende deel, dus 7,7%, van de koopprijs van de grond zonder eventuele opstallen of beplantingen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 1985
AA19850544

Reactie: Sjardin en de vraag van de externe werking van een besluit van de ava

W.J. Slagter

In AA maart 1985, pp. 141-144 (AA19850141), bespreekt prof. Van Schilfgaarde het arrest van de Hoge Raad van 26 oktober 1984, NJ 1985, 176, i.z. Sjardin - bv Sjardin (inmiddels ook besproken door Bernadette H.A. van Leeuwen in TVVS april 1985). De auteur verwerpt derhalve het door Van Schilfgaarde gemaakte onderscheid tussen besluiten met interne werking, besluiten met indirect externe werking en besluiten met direct externe werking: elk besluit moet worden uitgevoerd; een besluit in een ava om aan een bestuurder ontslag te verlenen, moet aan die bestuurder (die wellicht bij die ava afwezig is) nog worden aangezegd (is hij wel aanwezig, dan is er samenval van momenten, meer niet).

oktober 1985
AA19850564