Verdieping

Het drakenzwaard of: virtuele goederen als vorderingsrecht uit online-contracten

E.D.C. Neppelenbroek

Door het grote succes van zogenaamde 'Massive multiplayer online roleplay games' kon het ook niet uitblijven dat het recht hiermee te maken kreeg. In China is iemand vermoord omdat hij een "drakenzwaard" dat hij virtueel geleend had, doorverkocht had. Deze virtuele artikelen blijken veel geld waard te kunnen zijn, maar hoe zit het nu met de eigendomsrechten op dit soort ontastbare goederen?

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2006
AA20060024

Het EG-anti-dumpingsbeleid, de Japanse Antimonopoly Law en het vrijhandelsprincipe

W. Stappers

De handelsrelatie tussen Europa en Japan is gespannen. Aan de ene kant voelen Europese producenten zich in hun bestaan bedreigd door de overmatige export van Japanse producten naar Europa en aan de andere kant is er heftige kritiek op de ontoegankelijkheid van de Japanse markt voor buitenlandse (Europese) producten. Hoewel de Europese- en Japanse overheden met de ondertekening van de Algemene Overeenkomst voor Tarieven en Handel het vrijhandelsprincipe hebben aanvaard, hebben zij zich ter bescherming van hun nationale producenten laten verleiden tot protectionistische handelswijzen. Dit protectionisme komt onder andere tot uiting in de manier waarop de EG-anti-dumpingwetgeving en de Japanse Antimonopoly Law gehanteerd worden.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1992
AA19920561

Het Europees Concert, de handhaving van de vrede en veiligheid in Europa tussen 1815 en 1914

H. Drenth

In dit artikel wordt het Europees Concert besproken en zal de vraag centraal staan wat deze organisatie in de vokenrechtsgeschiedenis heeft betekend voor de collectieve handhaving van de vrede en veiligheid in Europa. Hierbij wordt ook gekeken in welke mate de lijn van het Concert is opgepakt en voortgezet in latere internationale organisaties.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2005
AA20050783

Het Europese Hof over hulp bij suïcide

G. den Hartogh

In het recente Pretty-arrest heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vastgesteld dat onder het EVRM staten het recht hebben om hulp bij suïcide categorisch te verbieden. De overwegingenvan het Hof maken duidelijk hoe het recht op leven (art. 2) opgevat moet worden: het recht beschermt niet de vrijheid om zelf over leven en dood te beschikken, en zelfs niet het subjectieve belang van de rechthebbende, maar het leven als een objectief rechtsgoed. Toch wordt legalisering van hulp bij suïcide en euthanasie daarmee niet uitgesloten. De mogelijke rechtvaardiging daarvoor zou via het recht op een privé-leven (art. 8) moeten lopen. Bij legalisering geldt de eis dat kwetsbare personen worden beschermd, maar staten hebben een zekere beoordelingsvrijheid om te bepalen of dat het geval is.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2003
AA20030096

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens: luctor et emergo

M. Kuijer

Post thumbnail Het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) is zonder twijfel één van de meest succesvolle mensenrechtendocumenten. Het is van toepassing in 18 tijdzones op meer dan 800 miljoen justitiabelen. Het Europees Hof voorde Rechten van de Mens (EHRM) heeft een werkvoorraad van om en nabij de 100.000 dossiers. Maar het Straatsburgse Hof moet het doen met een budget van omstreeks 53 miljoen euro. In 2001 publiceerde ik in Ars Aequi een tweeluik waarin ik stilstond bij het succes van de afgelopen 50 jaar EVRM en vooruitblikte op de grote uitdagingen voor het EHRM in de komende 50 jaar. Dit artikel is een vervolg daarop. Hoe moet het verder met het EHRM en de immer groeiende werklast? Gaat Rusland het 14e Protocol nog ratificeren? Wat zal de impact zijn van toetreding van de EU tot het EVRM? Is vasthouden aan een reële nulgroei van het budget van de Raad van Europa nog realistisch?

Verdieping | Studentartikel
juni 2008
AA20080424

Het evenredigheidsbeginsel als gedragsnorm voor het overheidsbestuur

H.E. Bröring

Post thumbnail In haar Harderwijk-uitspraak van 2 februari 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een nieuwe lijn voor het evenredigheidsbeginsel uitgezet. Hiermee is de terughoudende toetsing in het kader van artikel 3:4 lid 2 Awb verlaten. Deze bijdrage gaat over de betekenis van de koerswijziging voor het bestuursrechtelijke besluitvormingsrecht, waar het evenredigheidsbeginsel geen toetsingsnorm maar een gedragsnorm vormt.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2022
AA20220755

Het falen en slagen van oorlogstribunalen: lessen van Saddam Hoessein en Milosovic, Den Haag, Neurenberg en Leipzig

E. Blankenburg

Bij de morele oorlogsvoering van onze dagen hoort het recht. Waar in de 19de eeuw historische claims of nationale belangen voldeden, wordt heden ten dage de bevrijding van een crimineel regime als legitimatiegrond aangevoerd. Bij deze rechtvaardiging hoort dan ook de berechting van 'schuldigen', liefst voor een internationaal erkend tribunaal. Het idee terug naar de berechting van oorlogsschuld na de twee wereldoorlogen van de 20e eeuw. Diens geschiedenis toont aan hoe de gerechtelijke afrekening kan slagen en hoe zij kan mislukken. In het volgende betoog worden er enkele lessen getrokken uit deze geschiedenis, en dan in het bijzonder met betrekking tot degenen die bij het tribunaal van Saddam Hoessein veronachtzaamd zijn.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2007
AA20070138

Het fiduciaverbod en de beschermingsgedachte: miskend, ontkend of vergeten?

W.H.B.K. Nieuwesteeg

Post thumbnail Het fiduciaverbod is een van de meest besproken goederenrechtelijke onderwerpen van de laatste eeuw. Deze bijdrage beschrijft de figuur waartegen het verbod zich richt: de zekerheidseigendom. Verder wordt ingegaan op de ratio van het verbod, de nadere vormgeving ervan en enkele recente ontwikkelingen die de figuur in zijn huidige vorm naar mening van de auteur onhoudbaar maken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2020
AA20200169

Het gelijkheidsbeginsel in het vreemdelingenrecht

F.T. Groenewegen

In dit artikel wordt ingegaan op de werking van het gelijkheidsbeginsel in het vreemdelingenrecht. Eerst wordt bekeken hoe het gelijkheidsbeginsel in de literatuur en jurisprudentie wordt beoordeeld in het licht van het vreemdelingenrecht. Vervolgens wordt er ingegaan op de beleidsvrijheid. Daarna komt de erkenning van A-status van een vreemdeling en vluchtelingenerkenning aan de orde, in het licht gezien van het gelijkheidsbeginsel. Dit wordt eveneens gedaan bij verblijfsvergunningen. Tenslotte worden problemen besproken rondom de motivering in zaken waarbij het gelijkheidsbeginsel in het geding is.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 1994
AA19940803

Het gezag van de ongehuwde vader bezien vanuit een nationaal en Europees perspectief

C.G. Jeppesen de Boer

Post thumbnail

Welke positie heeft de ongehuwde vader? Zijn positie is aan de orde gesteld door Tweede Kamerlid Vera Bergkamp van D66. Zij vindt dat het voor ongehuwde vaders makkelijker moet worden om na erkenning gezag over hun kinderen te krijgen. Een initiatiefwetsvoorstel met toelichting is gepubliceerd op de website van D66. Volgens dit voorstel krijgt de ongehuwde vader die het kind erkent automatisch gezag, behoudens enkele uitzonderingen; onder andere in de situatie waar de ouders het eens zijn en verklaren dat het gezag alleen door de moeder wordt uitgeoefend. Ook de Staatscommissie Herijking Ouderschap heeft zich gebogen over het onderwerp en stelt voor dat met de aanvaarding van ouderschap door de ongehuwde vader het gezamenlijk ouderlijk gezag ook meteen geregeld wordt. Naar huidig Nederlands recht krijgt de ongehuwde vader geen automatisch gezag na erkenning, in tegenstelling tot de vader die een huwelijk of geregistreerd partnerschap met de moeder heeft. In deze bijdrage wordt de positie van de ongehuwde vader met betrekking tot het gezamenlijk ouderlijk gezag behandeld in een Nederlands en Europees perspectief.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2017
AA20170089

Het ijzeren geheugen van internet

A.W. Hins

Wil je weten wat er terecht gekomen is van een ex-klasgenoot? Een voor de hand liggende methode om daar achter te komen is het inschakelen van een zoekmachine op het internet. Binnen enkele seconden ontdek je dat hij vorig jaar als tweede is geëindigd bij een zeilwedstrijd op de Loosdrechtse Plassen. Of je vindt tal van brieven die hij heeft ondertekend als secretaris van een actiegroep tegen de bioindustrie. Voor het recht om ongehinderd inlichtingen en denkbeelden te ontvangen (art. 10 EVRM) is deze gemakkelijke toegang tot informatie natuurlijk gunstig. Er is echter ook een keerzijde.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080558

Het instituut van de borgsom in het Nederlandse strafprocesrecht

De voor- en nadelen in nationaal perspectief

B.J. Polman

Post thumbnail De borgsom in het Nederlandse strafprocesrecht leidt tot op heden slechts een slapend bestaan. In de praktijk klinken echter steeds meer geluiden vóór toepassing van alternatieven voor de voorlopige hechtenis. In deze bijdrage wordt daarom vanuit verschillende perspectieven stilgestaan bij de voor- en nadelen van de toepassing van de borgsom.

Verdieping | Studentartikel
juni 2015
AA20150437