Verdiepend artikel

Resultaat 289–300 van de 602 resultaten wordt getoond

Het gezag van de ongehuwde vader bezien vanuit een nationaal en Europees perspectief

C.G. Jeppesen de Boer

Post thumbnail

Welke positie heeft de ongehuwde vader? Zijn positie is aan de orde gesteld door Tweede Kamerlid Vera Bergkamp van D66. Zij vindt dat het voor ongehuwde vaders makkelijker moet worden om na erkenning gezag over hun kinderen te krijgen. Een initiatiefwetsvoorstel met toelichting is gepubliceerd op de website van D66. Volgens dit voorstel krijgt de ongehuwde vader die het kind erkent automatisch gezag, behoudens enkele uitzonderingen; onder andere in de situatie waar de ouders het eens zijn en verklaren dat het gezag alleen door de moeder wordt uitgeoefend. Ook de Staatscommissie Herijking Ouderschap heeft zich gebogen over het onderwerp en stelt voor dat met de aanvaarding van ouderschap door de ongehuwde vader het gezamenlijk ouderlijk gezag ook meteen geregeld wordt. Naar huidig Nederlands recht krijgt de ongehuwde vader geen automatisch gezag na erkenning, in tegenstelling tot de vader die een huwelijk of geregistreerd partnerschap met de moeder heeft. In deze bijdrage wordt de positie van de ongehuwde vader met betrekking tot het gezamenlijk ouderlijk gezag behandeld in een Nederlands en Europees perspectief.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2017
AA20170089

Het internationale recht en de nationale (t)rechter: de een ieder beschermende toepassing van artikel 94 Grondwet

B.A. Kuiper-Slendebroek

Post thumbnail

Het internationale recht dat de Nederlandse staat bindt, wordt door de nationale rechter toegepast. Dit is onder andere neergelegd in artikel 94 Grondwet. In deze bijdrage wordt de toepassing van dit artikel uiteengezet aan de hand van wetsgeschiedenis en jurisprudentie.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2016
AA20160079

Het internetvergeetrecht

G.-J. Zwenne

Post thumbnail Vijf jaar vocht Mario Costeja González tegen Google. De inwoner van Coruña verlangde van de zoekmachine dat, in het geval er op zijn naam wordt gezocht, twee korte berichten uit de zoekresultaten zouden worden verwijderd. De berichten waren in 1998 gepubliceerd in het Spaans dagblad La Vanguardia en betroffen de openbare verkoop van onroerend goed van Costeja in verband met een beslag ter betaling van sociale zekerheidsschulden.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2015
AA20150009

Het kernonderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht overgeleverd aan politieke willekeur

Soevereiniteit en eigendom in het tijdperk van het Nieuw Imperialisme (1870-1914)

W.A.M. van der Linden

Post thumbnail

In de historische context van de verwerving en opdeling van Afrikaans grondgebied door Europeanen aan het einde van de 19e eeuw, zal in dit artikel worden betoogd dat het door de Europeanen zelf ingestelde kernonderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht onder druk kwam te staan en werd onderworpen aan politiek eigenbelang.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2014
AA20140701

Het klimaatakkoord van Parijs: bouwen aan wereldrecht of bewijs van falende internationale samenwerking?

M.M.T.A. Brus

Post thumbnail

Het klimaatakkoord van Parijs bevat weinig harde juridische verplichtingen. Staten bepalen zelf hoe sterk ze zich zullen inspannen om klimaatverandering te beperken en de gevolgen op te vangen. Toch moet het juridisch belang niet onderschat worden. Het is een stap in de nieuwe realiteit van het wereldrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160615

Het leerstuk van de horizontale directe werking van Unie­grondrechten op de voet gevolgd

M. de Mol

Post thumbnail De grondrechten van de Europese Unie kunnen rechtstreeks van toepassing zijn in verhoudingen tussen particulieren en zelfs verplichtingen voor particulieren met zich brengen. De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het leerstuk van de horizontale directe werking is volop in ontwikkeling. Dit artikel analyseert de actuele stand van zaken.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2019
AA20190371

Het Mitbestimmungsrecht op de schop?

M.J. van Ginneken, T.A. Keijzer

Post thumbnail

Het Duitse medezeggenschapsrecht bepaalt van oudsher dat bij grote vennootschappen de helft van de zetels in de raad van commissarissen voor werknemersvertegenwoordigers is gereserveerd. Deze vertegenwoordigers worden echter enkel gekozen door de werknemers actief in Duitsland. Bij het Hof van Justitie ligt de vraag voor of deze regeling strijdig is met het Europeesrechtelijke verbod van discriminatie naar nationaliteit en/of het vrije verkeer van werknemers. Zijn aanpassingen noodzakelijk – en in welke richting?

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2017
AA20170026

Het Nederlandse ‘polygamiebeleid’ en artikel 8 EVRM

R.A. van der Pol

In dit artikel wordt ingegaan op de in 1992 geldende beleidsregel dat voor een in Nederland verblijvende in polygamie gehuwde vreemdeling slechts één echtgenote en daaruit geboren kinderen voor gezinshereniging in aanmerking komen. De vraag die bij deze beleidsregel gesteld wordt, is of deze regeling wellicht in strijd is met art. 8 EVRM dat recht geeft op 'family life' zonder al te grote inmenging van de staat. Er wordt ingegaan op het begrip polygame in het Nederlandse vreemdelingenrecht en uitspraken van het EHRM en de Hoge Raad inzake polygamie en het recht op gezinsleven.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 1992
AA19920476

Het Nederlandse strafrecht in de ban van het Unierecht

M.J.J.P. Luchtman, R.J.G.M. Widdershoven

Post thumbnail Het Nederlandse strafrecht europeaniseert in hoog tempo. De EU-invloed op de strafrechtspleging is al veel groter dan velen denken. Zo is de betekenis van het Handvest van de Grondrechten en de rechtspraak van het Hof van Justitie sterk toegenomen, terwijl de directe betekenis van het EVRM vermoedelijk zal gaan afnemen. Dit artikel brengt de belangrijkste ontwikkelingen ter zake in kaart.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2018
AA20180873

Het Nederlandse verbod op no cure no pay en quota pars litis: een mededingingsrechtelijk perspectief

F. ten Have, J. Mulder

Vrije mededinging in markten waar vrije beroepen actief zijn, is geen vanzelfsprekendheid. Vrije beroepen worden vaak gedeeltelijk gereguleerd door het publiekrecht. Deze inmenging door de overheid kan de concurrentie belemmeren maar wordt, in het geval van de advocatuur, echter als noodzakelijk beschouwd om het kwaliteitsniveau en de onafhankelijkheid van de beroepsgroep te kunnen waarborgen. Dit wordt nodig geacht omdat in de markten voor vrije beroepen vaak sprake is van marktimperfecties. Het recente voornemen van minister van Justitie Hirsch Ballin om het verbod op no cure no pay en quota pars litis voor de advocatuur wettelijk vast te leggen, is een voorbeeld van een overheidsmaatregel die mededingingsbeperkende effecten heeft. Tegelijkertijd beoogt de regelgeving inzake no cure no pay en quota pars litis echter de belangen van de justitiabele waar het betreft de partijdigheid, de integriteit en de onafhankelijkheid van de advocaat te beschermen, alsmede het excessief declareren te voorkomen. Bij toetsing van regulerende maatregelen aan het mededingingsrecht is van belang dat een bepaalde beperking van de concurrentie in de beroepsgroep noodzakelijk is voor de bescherming van de integriteit van het vrije beroep of van het algemeen belang.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2007
AA20070438

Het nieuwe erfrecht in een notendop

W.D. Kolkman

Op 1 januari 2003 ziet het nieuwe erfrecht het licht. Het oude, in Boek 4 neergelegde erfrecht maakt plaats voor vers recht. Het fonkelnieuwe erfrecht laat van het oude, vergrijsde Boek 4 geen spaander heel. Alle leerstukken gaan op de schop. In dit artikel licht ik kort de meest in het oog springende noviteiten toe, zonder de illusie hoog te houden volledig te zijn. Onder de loep worden genomen de aanmerkelijk verbeterde positie van de langstlevende echtgenoot, de degradatie van de rol van de legitimaris en het fenomeen ‘andere wettelijke rechten’.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2002
AA20020716

Het nieuwe LGO-besluit

F.A.N.J. Goudappel

Post thumbnail Het nieuwe LGO-besluit inzake de Landen en Gebieden Overzee herdefinieert de relatie die de Europese Unie heeft met de overzeese gebieden van de lidstaten. De overzeese gebieden krijgen meer inspraak, er zijn nieuwe subsidiemogelijkheden maar ook worden er strengere eisen gesteld aan in- en export.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2014
AA20140452

Resultaat 289–300 van de 602 resultaten wordt getoond