Verdiepend artikel

De rechtsvormende taak van de rechter in het goederen- en insolventierecht

R.M. Wibier

Post thumbnail In deze bijdrage staat de rechtsvormende taak van de Hoge Raad in het goederen- en insolventierecht centraal. Anders dan soms wordt aangenomen, stelt de Hoge Raad zich daarbij niet per se terughoudender op dan bij (bijvoorbeeld) verbintenissenrechtelijke vraagstukken. Zowel op het terrein van het insolventierecht als bij goederenrechtelijke kwesties wordt de rechtsontwikkeling voor een belangrijk deel vormgegeven in rechtspraak van de Hoge Raad. Het beste voorbeeld van terughoudendheid biedt de benadering van de problematiek van de trust en afgescheiden vermogens in het Nederlandse recht, maar zelfs daar is de Hoge Raad niet alleen maar terughoudend. Bij goederenrechtelijke figuren zoals (fiduciaire) eigendom en pandrecht is de rechtspraak van de Hoge Raad zelfs de belangrijkste bron van de rechtsontwikkeling. Gelukkig maar. De weerbarstigheid van de praktijk vraagt erom dat de Hoge Raad de moeilijke vragen niet uit de weg gaat.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2023
AA20230939

De rechtvaardiging van het successierecht

J.J.M. Jansen

Wie dagdroomt er soms niet van een grote erfenis van een onbekende oom? Welke leuke dingen zou je met dat buitenkansje allemaal wel niet kunnen doen? Als zo’n sprookje werkelijkheid wordt, kan het wreed worden verstoord als de erfgenaam geen rekening houdt met het te betalen successierecht. Want wie in Nederland iets krachtens erfrecht verkrijgt, is successierecht verschuldigd en als het tegenzit, kan het successierecht zelfs oplopen tot 68%. Waarom is zo’n heffing eigenlijk gerechtvaardigd? Die vraag is van alle tijden en eigenlijk weet niemand daar een goed antwoord op te geven.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2005
AA20050021

De respectplicht ten aanzien van andermans contractuele belangen

L.M. van Bochove

Post thumbnail

Niet-contractspartijen zijn verplicht in hun handelen enige rekening te houden met het bestaan van een overeenkomst. Dit blijkt uit het feit dat het uitlokken van contractbreuk, en onder omstandigheden ook het profiteren hiervan, als strijdig met de maatschappelijke zorgvuldigheid wordt aangemerkt. Maar in hoeverre is ‘contractbreuk’ vereist? Kan bijvoorbeeld ook het aanzetten tot de opzegging van een overeenkomst als onzorgvuldig worden gekwalificeerd?

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2018
AA20180361

De RiK-regeling; waardevol of waardeloos?

C.J.M. Stubenrouch

Dit artikel geeft een omschrijving van de Regeling inzake Kantoorverklaringen. Een uiteenzetting van de voor en nadelen van de mogelijkheden om getuigen zonder de aanwezigheid van een rechter-commissaris te horen.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2005
AA20050072

De rol van de (gewijzigde) WCAM bij de collectieve afwikkeling van massaschade ‘en nog wat van die dingen’

C.J.M. Klaassen

Post thumbnail Massaclaims en andere massavorderingen komen regelmatig voor. Een van de instrumenten om deze op efficiënte wijze af te wikkelen, is de WCAM: volgens sommigen een succesvol exportproduct. De WCAM is recent aangepast. In deze bijdrage worden de wijzigingen die deze recente wetswijziging meebrengt wat de afwikkeling van massavorderingen betreft op hoofdlijnen besproken.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2013
AA20130627

De rol van de Raad voor de Kinderbescherming in echtscheidingszaken

Interview met Prof.dr. G.P. Hoefnagels

J.A. van de Hel, I. de Wilde

Prof.dr. G.P Hoefnagels (1927) is emeritus hoogleraar Criminologie, Familie- en Jeugdrecht en scheidingsbemiddelaar. Hij studeerde rechten en psychologie. Hij was van 1950-1954 officier bij de Krijgsraad, van 1954 tot 1956 werkzaam bij de Voogdijraad, daarna research fellow bij de University of California en hoofd onderzoek strafrecht en criminologie(UvA). Van 1969 tot 1992 was hij hoogleraar Criminologie, Familie-en jeugdrecht aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam en van 1987 tot 1995 lid van de Eerste Kamer. Peter Hoefnagels staat onder meer bekend om zijn kritische kanttekeningen bij de rol van de Raad voor de Kinderbescherming in echtscheidingszaken. Hij promoveerde op een handleiding voor rapportage van de Raad en beschreef een methode voor rapportage. Hij was voorzitter van een ministeriële commissie voor een nieuwe organisatie van de jeugdzorg. Nog steeds analyseert en bekritiseert hij raadsrapportages in zijn expertises voor rechtbanken en hoven. Peter Hoefnagels was in 1974 de ontdekker en eerste beoefenaar van scheidingsbemiddeling in Nederland. In zijn methodische scheidingsbemiddeling, beschreven in zijn Handboek Scheidingsbemiddeling, spelen kardinale fasen en uitgangspunten van het juridisch en het psychologisch proces van scheiden, zoals de scheidingsmelding, het ‘paraplugesprek’en de ‘paradoxale toewijzing’ een belangrijke rol. Hij publiceerde veel over bovengenoemde onderwerpen, waaronder het Handboek Scheidingsbemiddeling. Mediation als methode van rechten psychologie. Zijn ideeën vinden hun weerslag in de scheidingsbemiddelingspraktijk en spelen een belangrijke rol in de huidige discussie rond de aanpassing van het Nederlandse scheidingsrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050833

De rol van het recht in het vestigingsklimaat

M.G. Faure

Post thumbnail

In toenemende mate wordt er, mede in het licht van Brexit, van uitgegaan dat de overgebleven EU-lidstaten in een concurrentieslag zullen treden om uit het Verenigd Koninkrijk vertrekkende bedrijven met gunstige rechtsregels aan zich te binden. Minder duidelijk is echter of bedrijven op basis van verschillen in rechtsregels ook daadwerkelijk zullen verhuizen. In de rechtseconomische literatuur is aan deze vraag heel wat aandacht besteed. Naast theoretische studies is ook empirisch onderzocht in welke mate verschillen in rechtsregels in de praktijk een invloed uitoefenen op de vestigingsbeslissing van bedrijven. Deze bijdrage biedt een kritisch overzicht van lessen die uit deze rechtseconomische literatuur kunnen worden getrokken aangaande de rol van het recht in het vestigingsklimaat.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2018
AA20180009

De rol van ideologie in rechterlijke oordeelsvorming

Een beknopte beschrijving

W. Wijtvliet

Amerikaans empirisch onderzoek naar rechterlijk gedrag schetst een ander beeld van rechtsvinding dan juristen gewend zijn. Uit de huidige stand van zaken van dergelijk, voor Europa relevant onderzoek, blijkt onder meer dat rechters in hun oordeelsvorming niet slechts worden gestuurd door juridische overwegingen, maar ook worden beïnvloed door hun ideologie.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2016
AA20160353

De Spreekuurrechter: een nuttige innovatie?

E. Mak

Post thumbnail

Is de Spreekuurrechter, een pilot bij de Rechtbank Noord-Nederland, een nuttige innovatie voor de geschilbeslechting in eenvoudige civiele zaken? Bestudering van het nabijheidsprincipe voor rechtspraak, de afbakening van het rechterlijke domein en een Frans voorbeeld van rechtspraakinnovatie maakt duidelijk dat de proef potentieel heeft maar ook kritisch moet worden bekeken.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2017
AA20170291

De stenige weg naar een faire geschillenregeling

A.B. van Rijn

Sinds 2010 bevat het Statuut voor het Koninkrijk de opdracht aan de rijkswetgever om een regeling te maken voor de beslechting van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen. De meningen over de wijze waarop aan deze opdracht uitvoering moet worden gegeven, lopen sterk uiteen. Een ontwerp dat inmiddels voor advies aan de Raad van State is aangeboden, reflecteert alleen de Nederlandse opvatting. Dit artikel bespreekt de achtergronden en hoofdlijnen van het ontwerp, alsmede de juridische randvoorwaarden waarbinnen een faire geschillenregeling zich zou moeten bewegen.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2017
AA20170689

De strafjury en haar taak

P.J. van Koppen

Post thumbnail In dit artikel bespreek ik juryrechtspraak, vooral die in België en in de Verenigde Staten. Juryrechtspraak is een stuk ingewikkelder dan men vaak denkt en juryrechtspraak heeft voor menigeen onvermoede neveneffecten.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2023
AA20230119

De strijd om vuilnis in het strafrecht en in het privaatrecht

J.E. Jansen

Post thumbnail Van wie is vuilnis dat iemand aan de straat zet, in een afvalbak gooit of naar de gemeentelijke milieustraat brengt? Is er sprake van prijsgeving of van overdracht? Dat is niet alleen in het privaatrecht van belang, maar ook in het strafrecht: het is immers onmogelijk een zaak die van niemand is te stelen en het wegmaken van een zaak zonder eigenaar is evenmin strafbaar. Welke gezichtspunten gelden in strafrechtelijke uitspraken waarin van belang is of een zaak zonder eigenaar is of niet en of iemand daar al dan niet van uit mag gaan, en wat leren deze uitspraken voor het privaatrecht? Aanleiding voor deze bijdrage vormt een recent arrest van de Hoge Raad waarin de motivering dat sprake was van prijsgeving te wensen overlaat.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2024
AA20240993