Verdiepend artikel

De hervorming van het Belgische goederenrecht

E.F. Verheul

Post thumbnail Modern, flexibel en functioneel. Het zijn geen kwalificaties die het goederenrecht doorgaans ten deel vallen. Toch zijn het de doelen die met de hervorming van het Belgische goederenrecht worden nagestreefd. Deze bijdrage belicht een aantal onderwerpen van de Belgische hervorming die vanuit een Nederlands perspectief in het oog springen.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2021
AA20210034

De herziening van het Franse verbintenissenrecht: les jeux sont faits

C. Calomme, J.M. Smits

Post thumbnail

1 oktober 2016 was een historische datum voor het Franse recht. Voor het eerst sinds de invoering van de Code Civil in 1804 vond een grondige herziening plaats van het in het wetboek neergelegde verbintenissenrecht. In deze bijdrage wordt ingegaan op de motieven voor en de inhoud van de herziening.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2016
AA20160726

De heteroseksuele exclusiviteit van het huwelijk na Hoge Raad 19 oktober 1990

C. Waaldijk

In dit artikel dat valt onder de rubriek mensenrechten wordt ingegaan op een viertal rechterlijke uitspraken uit de periode 1988-1990 over het toestaan van een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht. In het artikel volgt de auteur de rechterlijke wetsinterpretatie en toetsing en gaat in op de rechtsvormende taak ten aanzien van het 'homohuwelijk'.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 1991
AA19910047

De historie van het Curaçaose offshore-regime

G.D. Rekwest

Post thumbnail De huidige opstelling van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de Europese Unie ten aanzien van internationale belastingconstructies die kleine jurisdicties zoals Curaçao faciliteren, staat in schril contrast met de rol die hun leden, met name de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, hebben gespeeld bij het ontstaan van de offshore. Welke factoren hebben bijgedragen aan de opkomst en neergang van de offshore-sector op Curaçao?

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2020
AA20200781

De Hoge Raad en zelfregulering in het privaatrecht. Het arrest ‘Baby Kelly’ als voorbeeld van hoe het ook anders kan

K. Dijkhoff, W.M.T. Keukens, S. Reynaers

In dit artikel wordt gepleit voor een meer proactieve houding van de Hoge Raad. Het toenemend belang van zelfregulering in het privaatrecht staat hierbij centraal en wordt aan de hand van het recentelijk gewezen Baby Kelly-arrest nader uitgewerkt. Door middel van een alternatieve aanpak wordt getracht een aanzet te geven tot een verdere herbezinning van de taak en rol van de Hoge Raad bij het aansturen op een betere aansluiting van het recht op het maatschappelijk veld.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2006
AA20060009

De Hoge Raad schijnt zijn licht op de positie van de licentie bij faillissement

Th.C.J.A. van Engelen

Post thumbnail De arresten Credit Suisse/Jongepier q.q. en Curatoren/Verhuurder van de Hoge Raad van 2018 leren dat licentienemers stevig in het zadel zitten bij een faillissement van licentiegevers. Dat is goed nieuws voor de vele ondernemingen die voor hun voortbestaan van licenties afhankelijk zijn. Het slechte nieuws is dat curatoren nu aansprakelijkheidsclaims vrezen als zij gelicentieerde rechten verkopen, maar die vrees lijkt maar gedeeltelijk op zijn plaats.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2019
AA20190361

De hoofddoek als halszaak? Over hoofddoeken en de scheiding van kerk en staat

A.J.Th. Woltjer

Een uiteenzetting over de scheiding tussen kerk en staat en het dragen van hoofddoek of gezichtssluiers.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2004
AA20040246

De in het Nieuw BW-traject verloren eenheid en samenhang van het ondernemingsrecht behoeft herstel

M.J.G.C. Raaijmakers

Post thumbnail Na ruim 30 jaar stopt Theo Raaijmakers als annotator van Ars Aequi. In dit artikel schrijft hij over zijn carrière, vanaf zijn redacteurschap bij Ars Aequi. Maar natuurlijk schrijft hij ook over het ondernemingsrecht (vanaf 1947), en over het gebrek aan samenhang en eenheid daarin. Op naar een Wetboek Ondernemingsrecht?

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2020
AA20201132

De invloed van de Data Act op de verschuivende balans tussen gegevensbescherming en het vrije verkeer van data

P.T.J. Wolters

Post thumbnail De Data Act leidt op zichzelf niet tot een duidelijke versterking van het vrije verkeer van data. Zij creëert net als de Data Governance Act vooral kaders. De verplichtingen om deze kaders te gebruiken, zijn relatief beperkt. De Data Act creëert daarom vooral een brede basis waarop andere instrumenten kunnen voortbouwen.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2023
AA20230025

De invloed van politiek-economische voorkeuren op de besluitvorming van het Gerecht inzake EU-mededingingsrecht

W. Wijtvliet

Dit artikel bespreekt een nieuwe methode om politiek-economische voorkeuren van EU-rechters te meten, analyseert de invloed van deze voorkeuren op de rechtspraak van het Gerecht inzake EU mededingings- en staatssteunrecht en gaat kort in op een mogelijke normatieve implicatie van statistisch onderzoek naar rechterlijke besluitvorming.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2020
AA20200037

De Jeugdwet

Jeugdzorg voortaan in handen van gemeenten

M.A.J.M. Buijsen

Post thumbnail Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. Deze wet zal het stelsel van jeugdzorg ingrijpend wijzigen. Daarmee komt de regie in handen van de gemeente. Deze krijgt de verantwoordelijkheid om integraal jeugdbeleid te voeren en maatwerk te bieden, afgestemd op de lokale situatie en uitgaand van de individuele behoeften en het eigen probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en zijn sociale omgeving. Bij de nieuwe wet zijn echter serieuze kanttekeningen te plaatsen. Daarbij springt in het oog dat de meeste met mensenrechten samenhangen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2014
AA20140443

De juridische kwalificatie van een fiscale ruling en de betekenis daarvan voor de toepassing in de rechtspraktijk

E.A.M. Huiskers-Stoop

Post thumbnail Een fiscale ruling kan in het algemeen worden omschreven als een ‘afspraak met de inspecteur van de Belastingdienst over de toepassing van het Nederlandse belastingrecht op een bepaald feitencomplex’. In de praktijk gaat het om afspraken met grote multinationale ondernemingen. De fiscale ruling is geen zelfstandige juridische rechtsfiguur en kent meerdere verschijningsvormen. De auteur gaat nader in op de juridische kwalificatie van de ruling, de gebondenheid daaraan door partijen en de rechtsbescherming die belastingplichtigen aan de kwalificatie kunnen ontlenen.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2018
AA20180793