Toont alle 11 resultaten

Berg-De Bary

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 18 september 1987, nr. 12975, ECLI:NL:HR:1987:AC9963 (Berg/De Bary) Bespreking van het arrest Berg/De Bary waarbij het gaat om de vraag vanaf wanneer een zekerheidseigenaar een bepaalde zaak onder zich moet hebben om bescherming te genieten bij faillissement. In de noot wordt hier dieper op in gegaan en komt eerdere van belang zijnde jurisprudentie aan bod.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
juni 1988
AA19880396

Beschermingsconstructies en onvrijwillige bedrijfsovernames

P. Roos

Op 4 december van het afgelopen jaar bood de Commissie Beschermingsconstructies (de Commissie Van der Grinten) — waarin zowel Kluwer als Elsevier vertegenwoordigd was — aan het bestuur van de Amsterdamse Effectenbeurs haar langverwachte rapport over beschermingsconstructies aan. Het bestuur zal waarschijnlijk binnenkort zijn reactie op het Rapport geven. In afwachting daarvan komen in dit artikel alvast de hoofdlijnen van het rapport aan de orde.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
april 1988
AA19880237

Betrokkenheid van banken bbj sterfhuisconstructies

R. van den Bosch

Bij het op stapel zetten en uitvoeren van sterfhuisconstructies spelen de banken een essentiële en onmisbare rol. Niet zelden krijgt deze nadrukkelijke betrokkenheid een dubieus stempel opgedrukt, al is het alleen maar vanwege het feit dat de banken zich dikwijls reeds aan alle kanten hebben ingedekt, op het moment dat 'de reorganisatieplannen' aan de openbaarheid worden prijsgegeven. Het is de vraag of het hierdoor veroorzaakte gevoel van onvrede zich laat vertalen in een juridische aanvechtbaarheid. In het nu volgende betoog zal de positie van (door de constructie benadeelde) schuldeisers van de in het sterfhuis achterblijvende werkmaatschappijen centraal staan, waarbij in het bijzonder aandacht besteed zal worden aan de vraag in hoeverre de handelwijze van de bank jegens hen als paulianeus of (anderszins) onrechtmatig kan worden aangemerkt.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
december 1988
AA19880828

Het begin en het einde van het rekening-courantkrediet

M. van Leeuwen, B.F.P. Lhoësten

Elk bedrijf heeft voor zijn bedrijfsvoering liquide middelen nodig. In het algemeen beschikt het bedrijf daar zelf niet in voldoende mate over. De laatste jaren neemt het eigen vermogen van bedrijven procentueel sterk af. Bovendien is het eigen vermogen meestal ondergebracht in vaste activa. Het bedrijf moet dus vreemd vermogen aantrekken om over liquide middelen te beschikken. Een bancair krediet is hier de meest voor de hand liggende mogelijkheid. Vaak wordt er een rekening-courantovereenkomst gesloten; een snelle en flexibele vorm van kredietverlening. In deze overeenkomst, die zeer gunstige voorwaarden voor de bank bevat, komt de machtspositie van de bank duidelijk tot uiting. Het is de bank die bepaalt aan wie zij krediet verleent en onder welke voorwaarden. In het in bankkringen inmiddels beruchte 'Leidsche Wol' vonnis bleek opeens dat de bank haar (ruime) bevoegdheden niet altijd onverkort mag uitoefenen. Wij zullen in dit artikel nagaan waaraan de bank in de praktijk de aanvraag van een rekening-courant toetst. Vervolgens zullen wij onderzoeken onder welke omstandigheden de bank de rekening-courantovereenkomst mag beëindigen.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
juli 1988
AA19880438

Het toezicht op de financiële sector

M. de Graaff, H.J. Scheffer

De financiële wereld is sinds het begin van de jaren tachtig zeer sterk in beweging. Aangezien deze sector algemeen beschouwd wordt als een van de meest belangrijke in de economie, is overal ter wereld getracht door middel van wetgeving hierop grip te krijgen. De belangrijkste Nederlandse wetten op dit gebied zijn de Bankwet en de Wet Toezicht Kredietwezen. De thans geldende versie van de WTK werd in 1978 ingevoerd, juist voordat een reeks nieuwe inzichten en ontwikkelingen doorbrak. In dit artikel wordt geschetst wat het belang van deze ontwikkelingen is voor het toezicht krachtens de Wet Toezicht Kredietwezen en de daarmee verbonden regelingen.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
mei 1988
AA19880302

Loeffen q.q.-Mees & Hope I

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 8 juli 1987, nr. 12915, ECLI:NL:HR:1987:AC0457 (Loeffen q.q.-Mees & Hope I) Arrest en noot behorende bij de rode draad 'financiële markten en instellingen'. In deze uitspraak staat centraal wanneer een betaling aan een bank al dan niet vatbaar is voor verrekening, Pauliana en wat daarbij de invloed is van de goede trouw. In de noot, waarbij de annotator het arrest als belangrijk bestempeld, wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
maart 1988
AA19880191

OAR-ABN

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 18 december 1987, nr. 13005, NJ 1988, 340, ECLI:NL:HR:1987:AD0106 (OAR/ABN) Voorrecht van de verkoper van onbetaalde roerende goederen en eigendomsoverdracht tot zekerheid van deze goederen die na de faillietverklaring van de koper in de feitelijke macht van de zekerheidseigenaar zijn overgegaan. De Hoge Raad komt tot een oordeel dat voortbouwt op het Berg/de Bary-arrest. In de noot wordt hier dan ook bij aangehaakt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
juli 1988
AA19880469

Rode draad: financiële markten en instellingen

Inleiding

B. Emmerig, C. Hupkes, J. Melis, P. Roos

In deze bijdrage wordt een inleiding gegeven bij de rode draad van 1988 `financiële markten en instellingen´.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
maart 1988
AA19880162

Rode draad: financiële markten en instellingen

Afsluiting

Ars Aequi Libri

Afsluiting van de artikelenreeks over financiële markten en instellingen. Nawoord van de redactie.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
december 1988
AA19880827

Wet op het consumentenkrediet

J.G.J. Rinkes

Consumptief krediet wordt verstrekt door (semi-)gemeentelijke kredietbanken, sociale instellingen (bijvoorbeeld personeelsfondsen), spaarbanken, algemene en coöperatief georganiseerde banken en financieringsmaatschappijen. De nu (1988) geldende regels met betrekking tot de kredietverlening aan particulieren zijn onoverzichtelijk en inconsistent. Op 19 november 1986 is een voorstel van Wet houdende regels met betrekking tot het consumentenkrediet aangeboden aan de Tweede Kamer. Naar aanleiding van het verschijnen van de Memorie van Antwoord en Nota van Wijziging bij de WCK op 29 april 1988 wordt in deze bijdrage een overzicht gegeven van aard en ratio van de voorgestelde wet. Voorts worden de recente wijzigingen en aanpassingen van de WCK besproken.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
september 1988
AA19880530

Zakelijke zekerheden in de Wet op het consumentenkrediet

I. Nissen

Onlangs zijn de memorie van antwoord en de nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet op het consumentenkrediet (WCK) verschenen. De WCK beoogt een uniforme regeling te geven voor het consumentenkrediet, waaronder wordt verstaan de beroeps- of bedrijfsmatige kredietverlening aan de consument, de niet-professionele kredietnemer. In dit artikel zal de vraag omtrent de mate van toelaatbaarheid van het bedingen van zekerheden in de WCK centraal staan. Hierbij is niet alleen de zuiver juridische betekenis van de artikelen met betrekking tot zekerheden van belang. Men kan zich tevens afvragen of de wetgever de juiste weg heeft gekozen om tot verwezenlijking van de doelstelling van de WCK (namelijk optimale bescherming van de consument) te komen. Alvorens hiertoe over te gaan zal in paragraaf 2 de maatschappelijke betekenis van consumentenkrediet aan de orde komen, waarna in de paragrafen 3 en 4 de beweegredenen van de wetgever om tot een beperking van de mogelijkheid tot zekerheidstelling te komen besproken zullen worden.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen | Verdieping | Studentartikel
november 1988
AA19880738

Toont alle 11 resultaten