Annotaties en wetgeving

Resultaat 361–372 van de 1622 resultaten wordt getoond

De onroerende niet-nagetrokken CAI

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 6 juni 2003, nr. 36075, ECLI:NL:HR:2003:AD3578, JOR 2003, 222 In deze annotatie bij een arrest over de overdracht van een centrale-antenne-inrichting komen verschillende onderwerpen en problemen die spelen in het goederenrecht naar voren zoals het onderscheid tussen roerende en onroerende zaken, het eigendomsvraagstuk en de natrekkingsregel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2003
AA20030842

De onschuldpresumptie en de invloed van het strafrechtelijke op het bestuursrechtelijke oordeel

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 7 augustus 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2399, AB 2019/66, m.nt. R. Stijnen, RSV 2018/234, m.nt. J.H. Ermers, USZ 2018/284, m.nt. H.W.M. Nacinovic

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2019
AA20190672

De ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst: inbraak in een gesloten systeem?

J. Riphagen

Hoge Raad 6 maart 1992, nr. 7900, ECLI:NL:HR:1992:ZC0535, NJ 1992, 509 In dit arrest van de hoge Raad en de daarbij behorende noot komt aan de orde in hoeverre een ontbindende voorwaarde in een overeenkomst nietig is wegens strijd met het gesloten stelsel van het arbeidsovereenkomstenrecht. De Hoge Raad overweegt dat een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst niet per definitie nietig is maar dit van geval tot geval bekeken dient te worden. In de noot wordt dieper ingegaan op deze principiële uitspraak van de Hoge Raad.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1993
AA19930828

De ontbinding ontleed

Over de betekenis van de verplichte Kamerontbinding van art. 137 Gw in de huidige grondwetspraktijk

R.J.B. Schutgens

Afdeling advisering van de Raad van State 29 september 2017, Kamerstukken II 2017/18, 32334, 11.
Uw annotator staatsrecht neemt ditmaal de vrijheid om geen jurisprudentie te annoteren, maar een zeer interessant advies dat de Afdeling Advisering van de Raad van State uitbracht over de correcte toepassing van de herzieningsprocedure voor de Grondwet. De Tweede Kamer vroeg de Afdeling om dit advies in het kader van de behandeling van het ‘voorstel-Halsema’ dat strekte tot wijziging van artikel 120 Gw.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2018
AA20180059

De onvolledig ingevulde subsidie-aanvraag

L.J.A. Damen

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 18 augustus 1993, ECLI:NL:RVS:1993:AQ0607, R01.91.1682, ABkort 1993, 961. Dit is een uitspraak van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State onderhevig aan het pre-Awb-recht. In de zaak is sprake van een niet-volledig ingevulde subsidie-aanvraag. De ARRvS doet nog uitspraak naar het oude recht en anticipeert niet op de destijds nog niet geldende Awb. In de noot wordt ingegaan op de komst van de Awb, de anticipatie en de casus zelf.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1994
AA19940029

De openbaarmaking van wetenschappelijke onderzoeksgegevens

A.H.A. Mohammad, Y.E. Schuurmans

Afdeling bestuursrecht Raad van State (ABRvS) 31 januari 2018, ECLI:​NL:​RVS:​2018:​321, nr. 201700494/1/A3 (Raad van bestuur NWO/Bureau Jansen en Janssen)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2018
AA20180393

De Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek

M. Reinsma

In dit artikel wordt de Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek besproken. Deze wet regelt de inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, met name de boeken 3, 5 en 6. In dit artikel wordt de parlementaire geschiedenis ten aanzien van deze wet besproken alsmede het concept van overgangsbepalingen. Er wordt ingegaan op de onmiddellijke werking, rechten die reeds voor inwerkingtreding verkregen zijn en overbruggingsregels.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1991
AA19910652

De overtreder in het bestuursrecht

F.C.M.A. Michiels

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 30 oktober 1998, ECLI:NL:RVS:1998:ZF3601, nr. H01.98.0301, JB 1998, 262 (Eekhof-de Vries) In dit arrest wordt het begrip overtreder in het kader van bestuurlijke sancties uitgelegd. Hieruit blijkt dat alleen de illegale bouwer de overtreder is en niet degene die het illegale bouwwerk in stand houdt. Tegen de nieuwe eigenaar van een illegaal gebouwde berging is geen last onder dwangsom mogelijk.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1999
AA19990169

De P van IPR: het begrip ‘burgerlijke en handelszaken’ in het EEX

J.E.M. Polak

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 14 november 2002, ECLI:EU:C:2002:656, zaak C-271/00, Jur. 2002, p. I-10527, NIPR 2003, 37 (Gemeente Steenbergen/Baten) Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 15 mei 2003, ECLI:EU:C:2003:282, zaak C-266/01, Jur. 2003 (PFA/Staat) In de noot bij dit arrest wordt ingegaan op de toepasselijkheid van het EEX-verdrag bij vorderingen ingesteld door de overheid in geval van terugvordering van wat betaald is uit hoofde van de sociale zekerheid indien de wijze van instellen van de vordering beheerst wordt door het gewone privaatrecht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2003
AA20030676

De partij-getuige in het huidige bewijsrecht in burgerlijke zaken

K. Breken

In dit artikel staat de vraag centraal of de invoering van artikel 187a van het gewijzigd ontwerp van een nieuwe regeling van het bewijsrecht in burgerlijke zaken zou leiden tot een fundamentele verandering in het geldende bewijsrecht in civiele zaken, zoals thans vrijwel algemeen wordt aangenomen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1984
AA19840439

De Pina-Helmond; het einde van de twee-wegenleer

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 9 juli 1990, nr. 13952, ECLI:NL:HR:1990:AN1176, RvdW 1990, 143 (De Pina/Helmond) Arrest van de Hoge Raad over gebruikmaking door overheden van privaatrechtelijke bevoegdheden ter behartiging van publiekrechtelijke belangen. Voor de vraag of een gemeente naast haar bevoegdheid ontleend aan de Woonwagenwet gebruik mag maken van haar eigendomsrecht om de verwijdering van een woonwagen te bewerkstelligen is beslissend of dit gebruik de regeling van de Woonwagenwet op onaanvaardbare wijze doorkruist. Daarbij moet onder meer worden gelet op de inhoud en strekking van de wet. Voorts is van belang of de gemeente door gebruikmaking van de woonwagenwet een vergelijkbaar resultaat kan bereiken als door gebruikmaking van haar eigendomsrecht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1990
AA19900840

De Poolse rechtsstaat bedreigd

P.J. Slot

HvJ EU (grote kamer) 2 maart 2021, C-824/18, ECLI:EU:C:2021:153 (A.B. e.a. tegen Krajowa Rada Sądownictwa) Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (hoogste bestuursrechter van Polen), bij beslissing van 21 november 2018, ingekomen bij het Hof op 28 december 2018. Dit verzoek is aangevuld bij beslissing van 26 juni 2019, ingekomen bij het Hof op 5 juli 2019, in de procedure A.B., C.D., E.F., G.H. en I.J. tegen Krajowa Rada Sądownictwa.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2021
AA20210613

Resultaat 361–372 van de 1622 resultaten wordt getoond