Resultaat 421–432 van de 1258 resultaten wordt getoond
A.G. Castermans
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2016AA20160849
A.I.M. van Mierlo
Hoge Raad 1 december 2000, nr. C98/301HR, ECLI:NL:HR:2000:AA8718, NJ 2001, 46 (Thomassen Metaalbouw/Vos) en Hoge Raad 11 januari 2002, nr. C00/091HR, ECLI:NL:HR:2002:AD4919, NJ 2002, 81 (Dam & Post/Kringkoop) en Hoge Raad 1 februari 2002, nr. C00/108HR, ECLI:NL:HR:2002:AD5811, NJ 2002, 195 Drie verschillende arresten waarin over verjaring wordt gesproken, elk voorzien van commentaar.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2002AA20020897
Th.G. Drupsteen
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 7 juli 1995, nr. R01.93.0067 (mrs. Cleton, Lauwaars en Hoekstra), Bijlage NJB 1995 Raad van State nr. 34 (Metten/Minister van Financiën); idem 23 augustus 1995, nr. RO 1.92.0036 (mrs. Van der Does, Hammerstein-Schoonderwoerd en Van der Burg), idem nr. 39 (Oltmans/Minister van Binnenlandse Zaken) en idem 28 augustus 1995, nr. HOI.95.0036 (mrs. Boukema, Ligtelijn-van Bilderbeek en Loeb), idem nr. 36, Giebbels in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Breda in het geschil tussen appellant en de Staatssecretaris van OCW. Binnen een korte tijd heeft de Afdeling bestuursrechtspraak drie uitspraken gedaan over de toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) die allen de landelijke pers hebben gehaald en allen principiële aspecten vertonen.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 1996AA19960041
K.J.M. Mortelmans
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 16 juni 1998, ECLI:EU:C:1998:296, zaak C-226/97 (J.M. Lemmens) In het Securitel-arrest had het Hof bepaald ‘dat niet-aanmelding een schending van een wezenlijk vormvoorschrift oplevert, die tot niet-toepasselijkheid van de betrokken technische voorschriften leidt, met als gevolg dat deze niet aan particulieren kunnen worden tegengeworpen’. De vraag die het Hof in de zaak Lemmens te behandelen kreeg, had betrekking op de uitwerking in concreto voor de nationale rechter van deze ‘sanctie’.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1998AA19980905
G.J.M. Corstens
Hoge Raad 13 december 1994, nr. 99218, ECLI:NL:HR:1994:ZC9892, NJ 1995, 252 Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot over het internationale ne bis in idem-beginsel. Verdachte was reeds in België veroordeeld voor een drugsdelict. De vraag i.c. was of het hetzelfde delict betrof als waarvoor in Nederland vervolging voor was ingesteld en een essentieel vereiste is om het ne bis in idem-beginsel ten behoeve van de verdachte toe te passen.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1995AA19950720
J.W. Zwemmer
Hoge Raad 29 juni 1988, nr. 24.738, ECLI:NL:HR:1988:ZC3857, BNB 1988/331 (Engelse fiscale eenheid) Fiscale uitspraak van de Hoge Raad en bijbehorende noot. In de uitspraak geeft de Hoge Raad de volgende rechtsregel voor de dubbele vestigingsplaats voor BV's voor wat betreft vestiging in Nederland en daaruit voortvloeiende belastingplichtigheid: 'Een naar Nederlands recht opgerichte BV met feitelijke leiding in het buitenland wordt voor de toepassing van de wet op de vennootschapsbelasting geacht in Nederland te zijn gevestigd'.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1989AA19890282
M. van der Sluis
Bundesverfassungsgericht (Duits Constitutioneel Hof/BVerfG) 5 mei 2020, ECLI:DE:BVerfG:2020:rs20200505.2bvr085915, 2 BvR 859/15 (PSPP) Het PSPP-arrest van het Duitse Constitutioneel Hof (het Bundesverfassungsgericht, hierna BVerfG) gaat over twee juridische problemen. In de eerste plaats gaat het over de manier waarop de rechter de uitoefening van bevoegdheden door de Europese Centrale Bank (ECB) controleert. In de tweede plaats gaat het over de verhouding tussen het recht van de Europese Unie (EU) en nationaal recht.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2020AA20200972
P.W.C. Akkermans, M. Lit
Hoge Raad 23 december 1988, nr. 7468, ECLI:NL:HR:1988:AD0566, NJ 1989, nr. 550 (mrs. De Groot, Verburgh, Boekman; a-g Meijers) Door op grond van dit één en ander te oordelen dat betrokkene ten gevolge van haar geestesstoornis een zodanig ernstig en reëel gevaar voor zichzelf oplevert dat 'de noodzakelijkheid, althans wenselijkheid' van opname in een krankzinnigengesticht voldoende is aangetoond, heeft de Pres. niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk en het is naar de eis der wet met redenen omkleed. Opmerking verdient nog dat, anders dan onderdeel I blijkbaar veronderstelt, de beschikking van de Pres. niet 'op voorhand als een sanctionering' van iedere dwangmedicatie kan worden beschouwd, in dier voege dat gedwongen toevoeging van medicijnen aan betrokkene nu zonder meer geoorloofd zou zijn. In de noot wordt dieper ingegaan op de vrijwillige en onvrijwillige opneming in een psychiatrisch ziekenhuis en de wettelijke grondslag daarvan. Daarnaast komt het wetsvoorstel bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ) aan bod.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 1989AA19890855
A.G.A. Nijmeijer
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 10 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1374, zaaknr. 201904125/1/R1 (mr. Verburg) Artikel 3.1 lid 1 Wro; artikel 4:81 Awb
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2020AA20200965
P. Vlas
Hoge Raad 6 oktober 1995, nr. 15763, ECLI:NL:HR:1995:ZC1835, RvdW 1995, 202 C In dit arrest komt de problematiek rondom echtscheidingen en het IPR aan de orde. De vraag is welk rechtstelsel op verzochte echtscheiding aan de orde is. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de verschillen tussen het Nederlandse en Marokkaanse recht en de Wet Conflictenrecht Echtscheiding.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1996AA19960196
A.A.H. van Hoek
Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Grote kamer) 25 oktober 2011, gevoegde zaken C-509/09, ECLI:NL:XX:2011:BU4501 (eDate Advertising GmbH/X) en C-161/10 (Olivier Martinez en Robert Martinez/MGN Limited)
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2012AA20120653
Th.A. de Roos
Hoge Raad 8 april 2008, nr. 00839/07, ECLI:NL:HR:2008:BC4459, LJN: BC4459 (Ballenknijper) In dit arrest en de daarbij behorende noot komen de eisen van noodweerexces aan de orde waarbij er in casu volgens de Hoge Raad niet voldaan is aan deze vereisten en verdachte dus strafbaar. De annotator gaat in op de wijze waarop Hof en Hoge Raad ingaan op het verweer van verdachte.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2008AA20080448