Strafrecht en criminologie

Resultaat 433–444 van de 1212 resultaten wordt getoond

Historische rechtszaken

F. Jaspers, R.M. Pasma, E.M. Witjens

Post thumbnail Dit boek bevat negen Historische rechtszaken. Deze – meest strafrechtelijke – historische rechtszaken worden in verband gebracht met het hedendaagse recht en afgezet tegen actuele rechtszaken.

9789069165240 - 17-06-2005

Historische rechtszaken (Digitaal boek)

F. Jaspers, R.M. Pasma, E.M. Witjens

Post thumbnail Dit boek bevat negen Historische rechtszaken. Deze – meest strafrechtelijke – historische rechtszaken worden in verband gebracht met het hedendaagse recht en afgezet tegen actuele rechtszaken.

9789069165240 - 17-06-2005

HIV-arresten

Th.A. de Roos

Hoge Raad (strafkamer) 24 juni 2003, nr. 01513/02, ECLI:NL:HR:2003:AF8058, LJN-nummer AF8058 (HIV-arresten) Voorwaardelijk opzet bij poging tot doodslag door met HIV-virus besmette man van twee vrouwen met wie hij onbeschermd seksueel verkeer heeft gehad? De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring onvoldoende is gemotiveerd omdat het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Het hof heeft namelijk bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een aanmerkelijke kans op de dood, ten onrechte mede betrokken het gewicht van het in het geding zijnde rechtsbelang (het menselijk leven).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2003
AA20030859

Hoe het zit

Over de gevangeniservaring in de literatuur

M.W.B. Asscher

Maarten Asscher promoveerde op 29 oktober 2015 aan de Universiteit Leiden tot doctor in de geesteswetenschappen. Zijn promotor was de historicus prof.dr. W. Otterspeer. Deze bijdrage geeft een inzicht in de belangrijkste bevindingen van het onderzoek en de wijze waarop die tot stand kwamen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 2016
AA20160312

Hoe redelijk is een anoniem vermoeden?

H.G. Leffers, W.S. de Zanger

Afgelopen zomer wees de Hoge Raad een arrest over het gebruik van een tip die via de tiplijn Meld Misdaad Anoniem bij de politie is binnengekomen. De Hoge Raad oordeelde dat nader onderzoek naar aanleiding van een MMA-melding niet steeds vereist is voor het aannemen van een voldoende verdenking. Dit heeft gevolgen voor de invulling van het beginsel van een redelijk vermoeden van schuld. Hanneke Leffers en Wouter de Zanger zijn van mening dat deze uitspraak onderdeel is van een kwalijke ontwikkeling en leidt tot uitholling van artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering.

Opinie | Redactioneel
december 2010
AA20100845

Hoge transacties en de politieke verantwoordelijkheid voor het Openbaar Ministerie

S. Kerssies

Post thumbnail Over de wenselijkheid en noodzakelijkheid van rechterlijke toetsing van hoge transacties is de afgelopen jaren veel geschreven. Dit artikel beziet de vraag vanuit een ander perspectief. Hoe moet het wegvallen van de eis van ministeriële toetsing van hoge transacties ten behoeve van het invoeren van een eis van rechterlijke toetsing worden geduid in het licht van de politieke verantwoordelijkheid van de minister van Justitie voor het Openbaar Ministerie?

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2020
AA20200464

Hoofdpersoon tegen wil en dank: hoe bewijs je dat iets een deepfake is?

T.A. van Polanen, M.D. Reijneveld

In beginsel staat een slachtoffer van deepfakes een groot aantal rechten ter beschikking. Toch kan het bewijsrecht op termijn in de weg staan aan effectieve rechtsbescherming tegen deepfakes. Het is tijd om na te denken over een passend antwoord.

Opinie | Redactioneel
maart 2021
AA20210219

Huilen met de pet op

C.J.C.F. Fijnaut

Korte vergelijking tussen Nederlandse en Belgische strafrechtelijke functionarissen waarbij de schrijver vooral in gaat op het feit waarom er volgens hem niet goed wordt ingegaan door de journalisten terwijl de verschillen aanzienlijk zijn.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 1997
AA19970016

Hulp bij zelfdoding: een zaak voor justitie?

Gedachtes naar aanleiding van de zaak Ton Vink

G.R.M. van Dijk, A.C. Hendriks

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS), 22 januari 2007, ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ6713, LJN AZ6713, nr. 13/052076-04 Zelfdoding is volgens het Nederlandse recht niet strafbaar. In geval van hulp bij zelfdoding kan daarentegen wel strafrechtelijk worden opgetreden. Dat de betreffende bepaling in het Wetboek van Strafrecht (art. 294 Sr.) bepaald geen dode letter is, blijkt uit de recente zaak Ton Vink. De uitspraak van de rechter spitst zich toe op de uitleg van het criterium behulpzaam zijn bij en concludeert tot vrijspraak. Principiële vraag blijft echter of een dergelijk verbod nog wel van deze tijd is, waarin de zelfbeschikking van de burger voorop staat. Rb. Amsterdam 22 januari 2006

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2007
AA20070323

Hulp voor de hulpverlener? Meer differentiatie gewenst

L. Noyon, O. Oost

Korpschef Akerboom van de Nationale Politie wakkerde onlangs de discussie weer aan over geweld tegen hulpverleners. Moet dit zwaarder worden bestraft dan ander geweld? In die discussie is van belang dat het begrip hulpverlener niet inflatoir wordt gebruikt. En als wij vinden dat geweld tegen hulpverleners, waaronder agenten, extra zwaar gestraft moet worden, zijn er dan geen andere groepen die eenzelfde bescherming verdienen?

Opinie
oktober 2017
AA20170771

Huwelijksdwang en het Nederlandse strafrecht

I.E.M.M Haenen

Post thumbnail

Iris Haenen promoveerde op 24 juni 2014 aan Tilburg University met het proefschrift Force & Marriage. The criminalisation of forced marriage in Dutch, English and international criminal law. Promotor was prof.mr. T. Kooijmans, co-promotor was dr.mr. A.L.M. de Brouwer. In deze bijdrage vertelt zij over haar onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2015
AA20150160

Identificatie door ooggetuigen

W.A. Wagenaar

Onlangs heeft de Recherche Advies Commissie een document goedgekeurd waarin richtlijnen zijn opgenomen voor de procedures die de recherche dient te gebruiken bij de identificatie van verdachten door ooggetuigen. Door deze richtlijnen neemt Nederland een unieke positie in de wereld in, aangezien geen enkel land over zulke uitgebreide richtlijnen beschikt. Op deze richtlijnen wordt verder ingegaan in dit artikel. Tevens betoogt prof.dr. Wagenaar dat strafpleiters kennis dienen te nemen van de nieuwe richtlijnen, eventueel voorzien van enkele voorbeelden van juiste en onjuiste procedures, omdat zij veelal procedurefouten over het hoofd zien.

Opinie | Column
oktober 1989
AA19890836

Resultaat 433–444 van de 1212 resultaten wordt getoond