Strafrecht en criminologie

Herziene gratieregeling en aanpassing regeling inzake schade vergoeding voor verlopige hechtenis

I.M. Abels

In dit artikel wordt ingegaan op de gewijzigde gratiewetgeving die op 1 mei 1996 in werking is getreden en de veranderde regels rondom schadevergoeding bij voorlopige hechtenis die op dezelfde datum inwerking is getreden.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1996
AA19960693

Herziening jeugdstraf(proces)recht

G.A.L. Staring

Op 21 september 1989 is wetsvoorstel 21327 aangeboden aan de Tweede Kamer. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de herziening van het jeugdstraf(proces)recht. Hoewel dit voorstel bijdraagt aan een verbeterde rechtspositie van de minderjarige in het jeugdstraf(proces)recht, is er ook kritiek geuit. In dit artikel wordt op onderdelen van het wetsvoorstel nader ingegaan. Zo komen aan bod: het vervolgingscriterium, de dubbelrol van de kinderrechter, het driehoeksoverleg, de verplichte verschijning, de openbaarheid van de zitting, het sanctiepakket en alternatieve sancties.

Verdieping | Studentartikel
juni 1990
AA19900365

Herziening van de deelnemingsregeling

W. Wedzinga

In dit derde deel behorende bij de rode draad 'Materieel strafrecht in beweging' wordt er ingegaan op de mogelijk herziening van de deelnemingsregeling in het Wetboek van Strafrecht. Voorafgaand aan de wenselijkheid van een herziening wordt de regeling geanalyseerd zoals deze nu is opgenomen in het wetboek.

Overig | Rode draad | Materieel strafrecht in beweging
maart 1994
AA19940136

Herziening van het militaire straf- en tuchtrecht en van de militaire strafrechtspraak

J.J.E. Schutte

In dit artikel wordt ingegaan op de wijzigingen in 1991 in het militaire tuchtrecht en het militaire strafprocesrecht. Eerst worden de wijzigingen in het materiële recht besproken. Daarna komt de nieuwe wetgeving op het formele gebied aan de orde en tenslotte wordt ingegaan op de rechterlijke organisatie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 1991
AA19910237

Herziening van strafvonnissen op grond van uitspraken van het EHRM

B.F. Keulen

In dit artikel wordt ingegaan op de bevoegdheden en regels rondom het herzien van strafrechtelijke uitspraken op basis van uitspraken door het EHRM wanneer er sprake is van schending van het EVRM.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2003
AA20030319

Het aanwezigheidsrecht in strafzaken

J.W. Ouwerkerk

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 14 februari 2017, ECLI:CE:ECHR:2017:0214JUD003074912, nr. 30749/12 (Hokkeling t. Nederland)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2017
AA20171001

Het adolescentenstrafrecht

Een flexibel sanctiestelsel voor jongvolwassenen

M.A.H. Kempen

Op 1 april jl. trad de Wet invoering adolescentenstrafrecht in werking. Met de invoering van het adolescentenstrafrecht wordt voorzien in een flexibel sanctiestelsel voor jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 16 tot 23 jaar. In deze bijdrage wordt het ontstaan van deze wet en de wijzigingen die deze met zich brengt beschreven.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2014
AA20140482

Het begrip ‘voordeel’ in de strafrechtelijke ontnemingsmaatregel

Th.A. de Roos

Hoge Raad 1 juli 1997, nr. 104908P, ECLI:NL:HR:1997:AB7714 In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan welke maatstaf de Hoge Raad aanlegt bij het begrip 'voordeel' in de strafrechtelijke ontnemingsmaatregel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1998
AA19980313

Het bereik van zelfintoxicatie: allesbehalve een vrijbrief

F.A.M.M. Koenraadt, J.M.L. van Mulbregt

Post thumbnail In gesprek met de onderzoekend forensisch psycholoog of psychiater geven verdachten nogal eens te kennen dat zij onder invloed van drank of drugs waren ten tijde van het delict. Zij willen daarmee veelal hun verantwoordelijkheid voor het begaan van het delict minimaliseren. In de strafrechtspleging en de forensische gedragskunde wordt daar volstrekt anders mee omgegaan. Welke kwesties bij die gedragskundige en juridische afweging inzake het middelengebruik zoal een rol spelen, laat dit artikel zien.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2013
AA20130750

Het beroep van officier van justitie

L.Ph. den Hollander

De officier is in het dagelijks leven vooral bezig met drie dingen: het leiding geven aan de opsporing, het samen met ketenpartners zorg dragen voor een op elkaar afgestemde handhaving, en natuurlijk het afdoen van strafzaken. Als ik hier spreek over de officier gaat het overigens veelal over de officier, bijgestaan door andere parketmedewerkers, die deels in mandaat voorbereidend en ondersteunend werk voor hem of haar (vaak: haar) verrichten.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 2007
AA20070174

Het beroepsgeheim reikt over de dood heen; een onhoudbare stelling?

W.L.J.M. Duijst , E. Thoonen

Post thumbnail Algemeen wordt aangenomen dat het medisch beroepsgeheim over de dood heen reikt. Dit leidt in de praktijk echter nogal eens tot dilemma’s die nadere verkenning behoeven. In deze bijdrage worden deze dilemma’s rondom het medisch beroepsgeheim na de dood vanuit verschillende invalshoeken belicht door mensenrechtelijke, bestuursrechtelijke, civielrechtelijke, strafrechtelijke en tucht- en klachtrechtelijke aspecten te belichten.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2018
AA20180777

Het bestuur en de Wet Bibob: bevordering van integriteit of bestrijding van criminaliteit

I.U. Tappeiner

Post thumbnail Imelda Tappeiner betoogt dat de manier waarop de Wet Bibob tegenwoordig door burgemeesters wordt ingezet resulteert in een ongewenste convergentie van bestuurs- en strafrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2011
AA20110686