Resultaat 157–168 van de 1266 resultaten wordt getoond
M.J. Borgers
Rechtbank Haarlem 13 april 2007, nr. 15/800389-07, ECLI:NL:RBHAA:2007:BA2938, LJN: BA2938; Gerechtshof Amsterdam 16 mei 2007, nr. 00523-07, ECLI:NL:GHAMS:2007:BA6642, LJN: BA6642 De annotator gaat in deze noot in op de ernstig geschokte rechtsorde als grond voor voorlopige hechtenis waarbij een vonnis van een rechtbank vergeleken wordt met een arrest van een hof.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2007AA20070798
J.A.B. Janus
Beschrijving van de werkzaamheden en bevoegdheden die voortvloeien uit de oprichting van Europol en die in ieder verdragsluitende partij ingevoerd dienen te worden.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingjuni 1998AA19980597
M.A.J.M. Buijsen
Deze bijdrage gaat in op de evaluatie van de Wet toetsing levensbeindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl). De onderzoekers stellen vast dat de wet over het algemeen behoorlijk functioneert en slaagt in het bereiken van de doelen gesteld door de wetgever. Wel zijn hierbij door onderzoekers wijzigingsvoorstellen gedaan, die tot op heden echter weinig aandacht hebben gekregen. In deze bijdrage worden de aanbevelingen besproken die tot verdere decriminalisering zouden leiden. Hierbij worden kritische aantekeningen gezet bij het zelfstandig zonder achterliggende strafrechtelijke sanctie functioneren van de Wtl.
Verdieping | Verdiepend artikelseptember 2007AA20070669
A. Peters
Frequente geven regelmatig aanleiding tot berichten in de media over de Extra Beveiligde Inrichting (EBI's). Getracht wordt een overzicht te geven van het beleid van het ministerie van Justitie te dien aanzien; te weten nieuwe bouwkundige en technische voorzieningen en aanscherping van het totale regime binnen de EBI's. Gewezen wordt op de mogelijke consequenties van dit overheidsbeleid.
Verdieping | Studentartikelfebruari 1994AA19940072
M.M. Dolman
In strafzaken kan aan personen van zeer verschillende professie worden gevraagd hun gevoelen mede te delen betreffende hetgeen hun wetenschap hen leert omtrent datgene wat aan hun oordeel onderworpen is. De ballisticus, de grafoloog, de toxicoloog, zij kunnen alle gevraagd worden een deskundig oordeel te vellen ten behoeve van jusitie. De meest notoire deskundige in strafzaken is echter de forensisch psychiater. Zijn verschijning wordt veelal met wantrouwen en angst bezien want hij is degene die op voor leken onnaspeurbare wijze beslist of iemand 'gek' is of niet. Van zijn oordeel hangt af of een delinquent 'naar de gevangenis gaat zoals iedereen' of 'wordt opgesloten in een gekkenhuis'. Moge dit al voldoende reden zijn om eens nadere aandacht te besteden aan de forensisch psychiater in strafzaken, als men zich verdiept in de wijze waarop de psychiater in het strafproces wordt ingeschakeld en in zijn positie ten opzichte van de andere bij het proces betrokkenen en als men zich rekenschap geeft van het belang van zijn taakvervulling, dan valt een aantal bijzonderheden op die studie naar de figuur van de forensisch psychiater welhaast noodzakelijk maken. Aan die bijzonderheden besteedt de auteur aandacht.
Verdieping | Studentartikelfebruari 1990AA19900063
M.F.J. Haak, J. Struycken
Redactioneel artikel waarin wordt ingegaan op de destijds bijzondere plannen van de minister van Justitie om eerder tot kwijtschelding van straf over te gaan bij goed gedrag door delinquenten. De redacteuren gaan dieper op dit voorstel in en analyseren de gevolgen voor onder meer de strafoplegging door de rechter.
Opinie | Redactioneelnovember 1994AA19940715
E.R. Muller
In dit artikel gaat de auteur in op welke wijze de controle op inlichtingen- en veiligheidsdiensten geregeld is en hoe deze in de praktijk daadwerkelijk plaatsvindt. De auteur gaat daarbij met name in op de AIVD. Na de inleiding beschrijft de auteur de taken en bevoegdheden van de AIVD. Vervolgens stelt de auteur de uitgangspunten voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten zoals legitimiteit en gescheiden inlichtingen- en opsporingsdiensten. In de vierde paragraaf wordt ingegaan op de sturing en controle. Hierbij komt de controle door het parlement, maar ook de Commissie van Toezicht aan bod. Tenslotte geeft de auteur, die eerder al op dit onderwerp promoveerde, een aantal aandachtspunten weer.
Verdieping | Studentartikelapril 2009AA20090223
R. Ortlep
Het leerstuk omtrent de gemachtigde advocaat blijft zich ontwikkelen. In het verleden ging het veelal om de ‘fictie’ dat, wanneer een verdachte een advocaat machtigt, hij daarmee afstand doet van zijn aanwezigheidsrecht. In het verlengde hiervan volgt de vraag of het verschijnen van een gemachtigde advocaat de nietigheid van de dagvaarding moet dekken.
Opinie | Opiniërend artikeloktober 2003AA20030762
L. Noyon
Verdieping | Verdiepend artikelapril 2017AA20170307
L. van den Berge
Bijzonder nummer | Autonomiejuli 2017AA20170654
A.H. Klip
Het internationale rechtshulpverkeer van Nederland met de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) is groter dan met enig ander land. In dit rechtsvergelijkend artikel wordt bekeken op welke wijze Nederland en de BRD in een strafzaak gebruik maken van een getuige die zich in het buitenland bevindt. Daarnaast wordt onderzocht of deze handelwijzen in overeenstemming zijn met de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens (ECRM).
juli 1989AA19890637
G.G.J. Knoops
Hoge Raad 22 februari 2005, nr. 01568/04, ECLI:NL:HR:2005:AR5714, LJN AR5714 (vervolg op Deventermoordzaak) In dit arrest en de daarbij behorende noot worden verschillende kanten van het toelaten van nieuwe bewijs na herziening besproken.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2005AA20050483