Staats- en bestuursrecht

Resultaat 745–756 van de 1923 resultaten wordt getoond

Interpretatie van grondrechten. Grondrechtenclaims en verschuivingen in de reikwijdte van grondrechten

P. Mendelts

De vraag die in dit proefschrift behandelt wordt is op welke wijze de rechter uitmaakt of er al dan niet een grondrecht in het geding is, waarbij gekeken is naar de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, de vrijheid van richting in het onderwijsrecht, de onaantastbaarheid van het lichaam en het recht op respect voor familie- en gezinsleven.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2002
AA20020777

Intieme zaken

R.H. Haveman

Dit artikel behandeld de vraag hoe men om dient te gaan met een politieman die een portier van een auto met aangeslagen ruiten opent om de inzittende aan te spreken en dan drugs ziet liggen. Had deze politieman het portier mogen openen of is dit in strijd met het privacyrecht?

Opinie | Amuse
september 2004
AA20040592

UCERF 5 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Invloed van migratierecht op internationaal familierecht en andersom

P. Boeles

Om de onderlinge verhouding van immigratierecht en internationaal familierecht, onderdeel van het internationaal privaatrecht (ook wel ipr) te begrijpen is het nuttig te zien wat de kenmerkende onderliggende probleemstellingen van die rechtsgebieden zijn.

Is de nationale rechter verplicht een rechtsregel die het EHRM fomuleert toe te passen? Rechtsvraag (313) Staatsrecht

F.M.C. Vlemminx

Aan de hand van een staatsrechtelijke casus wordt een aantal vragen gesteld en uitgewerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 2004
AA20040221

Is de sluiting van scholen in strijd met de vrijheid van onderwijs?

P.J.J. Zoontjens

Post thumbnail De sluiting van scholen was lange tijd strikt gereguleerd bij wet. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had hier geen eigen bevoegdheden. Op grond van recente incidenten komt daar nu verandering in. In de nabije toekomst kan scholen de wacht worden aangezegd bij wanbeheer of structureel in strijd handelen met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Hoe heeft het zover kunnen komen, en zal het helpen?

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2021
AA20210029

Is een wetsvoorstel onschendbaar?

C.A.J.M. Kortmann

Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 18 februari 1999, ECLI:NL:GHAMS:1999:AD3014, nr. 15/99 OK Onderhavige casus zal mening weldenkend mens en enige jurist verrassend in de oren klinken en wel om de volgende redenen: a de toepasselijkheid van de bepalingen van de WOR inzake advisering door ondernemingsraden als de onderhavige op gemeentelijke herindelingen; b de overweging van de Ondernemingskamer over de mogelijkheid tot toetsing van een besluit tot indiening van een wetsvoorstel.

Annotaties en wetgeving | Wetsvoorstellen
juni 1999
AA19990473

Is er nog toekomst voor de Afdeling bestuursrechtspraak?

J. Paulussen, A.C.L. Zwalve

In dit redactionele artikel wordt stilgestaan bij de onafhankelijkheid van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State en de twijfels daarbij door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vanwege de wetgevingswerkzaamheden van de Raad van State.

Opinie | Redactioneel
september 2001
AA20010603

Is het Huis van Thorbecke uitgewoond?

A.H.M. Dölle

Post thumbnail Hoe verbouwen we het Huis van Thorbecke? Deze kwestie is vele decennia lang uit en te na vanuit een keur van gezichtspunten belicht. De ingezetenen waar het uiteindelijk om draaide bleven als regel buiten beeld. Dat veranderde wanneer gemeenten werden opgeheven of gefuseerd. Dan knetterde het soms behoorlijk en ontstond boosheid en commotie. Dan werd veel creativiteit en energie door de burgers gemobiliseerd om de vervloekte herindeling af te wenden. Bestuurlijk Nederland keek daarbij doorgaans minzaam glimlachend toe. Wacht maar, zo stelden de betrokken regenten elkaar gerust: ‘over een tijdje hoor je ze niet meer’, ‘het is misplaatste en ongerichte emotie’, ‘het waait wel over’ enzovoort.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2011
AA20110020

Is klokkenluider Fred Spijkers na 26 jaar ook juridisch gerehabiliteerd?

L.J.A. Damen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 23 december 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BO7715, nrs. 09/5689 AW en 09/5999 AW, LJN: BO7715. Herziening van rechterlijke uitspraak uitzonderlijk; toch gedeeltelijke herziening van uitspraak over ontslag en wachtgeld; nova?; ‘lites finiri oportet’. Art. 8:31, 8:42, 8:50, 8:88 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2011
AA20110140

Israëlische verhoormethoden: te beoordelen door rechter of door wetgever?

W. Smit

De uitspraak van het Israëlische Hooggerechtshof van 6 september 1999 ‘Interrogation Practices of theGeneral Security Service’ handelt over de rechtmatigheid van de door de General Security Service verrichte verhoren van verdachten van terroristische aanslagen. Bij het beoordelen van de rechtmatigheidvan de door de General Security Service aangewende verhoormethoden ontstaat er een dilemma. Er zijnnamelijk twee conflicterende belangen waartussen een evenwicht moet worden gevonden. Enerzijds is erhet belang van het veiligstellen van de menselijke integriteit van de verdachten. Anderzijds is er de behoefte in een democratische staat, zoals Israël, criminaliteit in het algemeen en terroristische aanslagenin het bijzonder te bestrijden. Daarbij is het ondervragen van verdachten onontbeerlijk. Echter, hoe ver mag een ondervrager gaan tijdens een verhoor? Door deze twee conflicterende belangen is deze uitspraak van het Israëlische Hooggerechtshof zeer interessant. De genoemde belangen roepen namelijk niet alleen juridische maar ook maatschappelijke, ethische en politieke vragen op. Juridisch gezien acht het Hof de door de General Security Service toegepaste verhoormethoden onrechtmatig. Maar is daarmee de kous af?

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2001
AA20010242

Ius vigilantibus in het bestuurs(proces)recht?

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 6 augustus 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AI0801, nr. 200206222/1, AB 2003, 355 m.nt. Widdershoven, Willemsen, JB 2003, 216 m.nt. Albers, Schlössels, NA 2003, 207 De vraag die in deze uitspraak aan bod komt is; hoe actief moet een burger zijn die bezwaar heeft gemaakt en daarna beroep heeft ingesteld bij de rechtbank als hij door die rechtbank gedeeltelijk gelijk en gedeeltelijk ongelijk heeft gekregen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2004
AA20040040

Ja, ze moest ‘t!

C. Syrier

In dit artikel gaat de auteur van het oorspronkelijk artikel in op een reactie daarop waarbij wederom de onderwerpen kabinet een demissionaire periode, motie van afkeuring en het homogeniteitsbeginsel aan de orde komen.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 2009
AA20090040

Resultaat 745–756 van de 1923 resultaten wordt getoond