Sociaal-economisch recht

Resultaat 193–204 van de 1571 resultaten wordt getoond

De onbepaaldheid van het bepaaldheidsvereiste: ING v de Curator c.s. en Lira v Ziggo c.s. in perspectief geplaatst

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:590, IEPT20200403, NJ 2020/152 (ING v de curator c.s.) (raadsheren: C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh; conclusie A-G E.B. Rank-Berenschot) en Hoge Raad 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1548 (Lira v Ziggo) (raadsheren: C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff; conclusie A-G B.J. Drijber)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2021
AA20210284

De Ongevallenwet

R.J.S. Schwitters

In 1901 werd na veel tumult de Ongevallenwet aangenomen. Met deze wet verzekerde de staat een uitkering aan in een groot aantal bedrijfstakkenwerkzame werknemers die op hun werk door een ongeval getroffen waren. In deze bijdrage bij de 'Canon van het recht' worden de achtergronden bij deze wet besproken.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2009
AA20090683

De ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst: inbraak in een gesloten systeem?

J. Riphagen

Hoge Raad 6 maart 1992, nr. 7900, ECLI:NL:HR:1992:ZC0535, NJ 1992, 509 In dit arrest van de hoge Raad en de daarbij behorende noot komt aan de orde in hoeverre een ontbindende voorwaarde in een overeenkomst nietig is wegens strijd met het gesloten stelsel van het arbeidsovereenkomstenrecht. De Hoge Raad overweegt dat een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst niet per definitie nietig is maar dit van geval tot geval bekeken dient te worden. In de noot wordt dieper ingegaan op deze principiële uitspraak van de Hoge Raad.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1993
AA19930828

De overdracht van een aandeel in strijd met een blokkeringsregeling

T.D.J. Oosterink

Post thumbnail De overdracht van een aandeel in strijd met een blokkeringsregeling is ongeldig. De vraag hoe deze ongeldigheid dogmatisch moet worden verklaard, wordt in de literatuur verschillend beantwoord. De enige juiste verklaring volgt uit de aard van het aandeel zelf.

Verdieping | Studentartikel
maart 2013
AA20130187

De personenvennootschap op weg naar 2020

Het rapport Modernisering personenvennootschappen: een geslaagde eerste aftrap

H.E. Boschma, J.B. Wezeman

Post thumbnail

In de Nederlandse ondernemingspraktijk nemen personenvennootschappen een vooraanstaande plaats in. Het is dan ook verheugend dat de modernisering van het personenvennootschapsrecht weer hoog op de wetgevingsagenda is geplaatst. De Minister van Veiligheid en Justitie gaat werken aan een voorontwerp van een wettelijke regeling, waarbij wordt voortgebouwd op het rapport ‘Modernisering personenvennootschappen’ van de Werkgroep Personenvennootschappen. Dit rapport wordt in deze bijdrage besproken.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2017
AA20170203

De positie van openbare registers in het privacyrecht

A. Berlee

Op verschillende plaatsen in het Burgerlijk Wetboek wordt gesproken over ‘de openbare registers’ zonder dat duidelijk is wat de definitie daarvan is. Duidelijkheid hierover is van belang omdat deze registers, die veelal vol staan met persoonsgegevens, lange tijd volledig waren uitgezonderd van het gegevensbeschermingsrecht, immers ze waren ‘openbaar’. Waarom was dat zo, en is dat anders onder de AVG? In deze bijdrage wordt aan de hand van een zoektocht naar een (eenduidige) definitie van het begrip ‘openbare registers’ in het Burgerlijk Wetboek en het gegevensbeschermingsrecht de positie van deze registers in het privacyrecht besproken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2018
AA20180954

De problem-solution-approach in het octrooirecht: een non-fictie gedachte-experiment

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 3 oktober 2014, nr. 13/03763, ECLI:NL:HR:2014:2900 (Leo Pharma/Sandoz)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2015
AA20150049

De ratio van de lemming

M. Haentjens

Post thumbnail

Heeft u zich wel eens afgevraagd hoe u uw positieve saldo juridisch moet duiden? Die vraag blijkt gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Matthias Haentjens helpt de lezer deze vraag te beantwoorden.

Opinie | Amuse
mei 2017
AA20170362

De rechtsbescherming van oudere werknemers

Een praktische beschouwing

I.J.E.H.C. Degeling, W.F.C. van Megen

Artikel 19, lid 3 van de Grondwet bepaalt dat het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid erkend wordt, behoudens de beperkingen bij of krachtens de wet gesteld. In de praktijk blijkt echter dat oudere werknemers, vooral diegenen die 65 jaar of ouder zijn allerlei factoren ontmoeten, die het functioneren op en de toegang tot de arbeidsmarkt belemmeren. Voorbeelden hiervan zijn onder meer het standaard beëindigen van het dienstverband bij de 65ste verjaardag, gedwongen VUT-regelingen en het uitsluiten van 65+-ers van het recht op minimumloon. De argumenten welke het uitsluiten van ouderen moeten rechtvaardigen, lijken verdacht veel op die welke in een niet al te lang achter ons gelegen verleden gebruikt werden tegen de toetreding van gehuwde vrouwen op de arbeidsmarkt. Deze argumenten zijn voornamelijk terug te voeren op de aanwezigheid van ander inkomen dan het inkomen uit arbeid. In het navolgende stuk willen wij een aantal belemmeringen nader belichten en nagaan of deze wel zo onoverkomelijk zijn als wel wordt verondersteld. Tevens zal enige aandacht besteed worden aan voor ouderen relevante CAO-bepalingen.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880686

De rechtspositie van chronisch zieken bij aanstellingskeuringen

R. Schuttelaar

De medische aanstellingskeuring is al jaren middelpunt van discussie. Er zijn verschillende vormen van regelgeving tot stand gekomen ter verbetering van de rechtspositie van de keurling. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de Wet op de Medische Keuringen, die op 1 januari 1998 in werking is getreden. Hierbij wordt echter een belangrijke groep vergeten, namelijk de chronisch zieken. In de Wet op de Medische Keuringen wordt geen rekening gehouden met de bijzondere positie waarin zij zich bevinden. In dit artikel wordt bekeken wat de gevolgen van recente wetgeving voor de chronisch zieke keurling zijn. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de privatisering van de Ziektewet. Tevens zal naar een mogelijke oplossing worden gezocht ter verbetering van de rechtspositie van chronisch zieken bij aanstellingskeuringen.

Verdieping | Studentartikel
juni 1998
AA19980540

De Reclame Code Commissie loopt van de Rails

S.E. Bartels, M.J. Kroeze, H. Moons

Redactioneel artikel in het kader van de rode draad waarin de redacteuren beschrijven dat met de regels die de Reclame Code Commissie (RCC) gebruikt de bevoegdheid van deze commissie verkleind wordt. De Reclame Code Commissie huldigt het standpunt daar waar redacties meewerken aan een bepaalde reclame-uiting de RCC niet meer bevoegd is om over deze uiting te oordelen.

Opinie | Redactioneel
februari 1993
AA19930077

De redelijkheidstoets bij bedrijfseconomisch ontslag

C.L. van Middelkoop

Post thumbnail In dit artikel wordt de redelijkheidstoets die is neergelegd in art. 3:1 Ontslagbesluit behandeld in geval van bedrijfseconomisch ontslag. Deze norm is ene typisch voorbeeld van een open norm. De vraag die aan de orde komt, is of deze norm werkelijk zo open is als deze lijkt. Allereerst wordt het wettelijk kader dat van toepassing is in geval van bedrijfseconomisch redenen geschetst. Daarna wordt de invulling van deze wettelijke criteria besproken. Daarna wordt de conclusie getrokken of er sprake is van werkelijke open normen.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2009
AA20090634

Resultaat 193–204 van de 1571 resultaten wordt getoond