Metajuridica

Wetsinterpretatie en rechtsvorming

F.T. Groenewegen

De wetgever stelt de wetten vast. De rechter past deze toe. Soms is het echter niet duidelijk wat een wet precies voorschrijft. De rechter moet dan de wet interpreteren. De vraag is hoe hij dat dient te doen. Moet hij zich aan de tekst van de wet houden? Welke interpretatiemethoden kan hij gebruiken? Soms resulteert interpretatie in rechtsvorming. Dat roept ook weer de nodige vragen op. Wanneer is er bijvoorbeeld sprake van rechtsvorming?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2007
AA20070091

What’s in a name? Over rechtspraak.nl en de anonimiseringsrichtlijnen

R.H.T. Jansen, M.D. Reijneveld

Vrijwel alle rechterlijke uitspraken worden geanonimiseerd voordat zij op rechtspraak.nl worden gepubliceerd. Op het vigerende anonimiseringsbeleid van de Rechtspraak valt echter het nodige af te dingen. Wij signaleren een aantal pijnpunten en geven enkele suggesties ter verbetering.

Opinie | Redactioneel
september 2020
AA20200741

Why is English law so different?

E.J.H. Schrage

Sinds Josef Esser zijn Grundsatz und Norm in der richterlichen Fortbildung des Privatrechts schreef, zijn tal van studies gewijd aan de overeenkomsten (en de verschillen) tussen de Engelse en de continentale rechtsontwikkeling. Het is verleidelijk om toe te geven aan de neiging om signalen van een zekere convergentie tussen beide rechtsfamilies te ontwaren. Maar een zwaluw maakt nog geen zomer. De vertrekpunten van het Engelse en het continentale recht zijn wel heel verschillend.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht | Verdieping | Studentartikel
mei 1998
AA19980366

Wie heeft recht op rechtvaardigheid?

Toekomstige generaties en klimaatrechtvaardigheid

L.M. Henderson

Post thumbnail Klimaatrechtvaardigheid dwingt ons na te denken over het subject van rechtvaardig­heid. Mensen overal ter wereld, niet-menselijke dieren, de natuur en toekomstige generaties worden in de discussie over klimaatrechtvaardigheid genoemd als potentiële gerechtigden van rechtvaardigheid. Deze bijdrage richt zich op deze vele mogelijke subjecten van rechtvaardigheid. Ik introduceer een opvatting van rechtvaardigheid die de noodzaak van gelijke participatie van alle betrokkenen in het politieke debat over rechtvaardigheid benadrukt. Vervolgens spits ik mijn onderzoek toe op toekomstige generaties. Deze invalshoek laat duidelijk zien wat de fundamentele uitdaging is van rechtvaardigheid. Ik sluit af met een aantal concrete oplossingen.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2020
AA20200558

Wie stelt, bewijst

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

“Juristen worden opgevoed met ‘wie stelt, bewijst’, maar de vraag naar het waarom van dit principe blijft vaak onderbelicht. Voor een antwoord op die vraag moeten we een beetje uitzoomen” Dat doen Harm Kloosterhuis & Carel Smith in deze column dan ook.

Perspectief | Column
mei 2021
AA20210505

Wie was Gaius?

E. Koops

In deze column over Gaius, rechtshistoricus voor de rechtshistorici, vertelt Egbert Koops over het wonder waardoor we na eeuwen van onwetendheid eindelijk echt konden kennismaken met deze beroemde Romein.

Perspectief | Column
januari 2022
AA20220064

Willen we meer of minder academische vrijheid?

L. Said

Post thumbnail De academische vrijheid waarborgen is geen makkelijke taak. Aangezien de de facto bescherming van de academische vrijheid sterk afhankelijk is van (niet evident vastgestelde) zelfregulering op universiteiten staat de academische vrijheid onder druk en is deze kwetsbaar geworden voor geopolitieke ontwikkelingen. Door de complexiteit rondom wezenlijk betwiste concepten bestaat geen overduidelijk objectief plan van aanpak. Wat feitelijk wel is bewezen middels verschillende peilingen, is dat de status quo niet langer volstaat. Het aanstellen van een wetenschapsombudsfunctionaris biedt daarom uitkomst.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2025
AA20250230

Woonruimteverdeling en onderbedeling; etnische minderheden op de woningmarkt

M.A. Loth

Onderwerp van dit artikel is de huisvesting van etnische minderheden in Nederland. Het is de bedoeling om in een rechtssociologische benadering enerzijds een feitelijke beschrijving te geven van de problemen waarmee allochtonen op de woningmarkt kampen, anderzijds aan te duiden in hoever het recht daarin een rol speelt. Deze probleemanalyse gaat uit van twee veronderstellingen. In de eerste plaats wordt de volkshuisvesting gezien als een verdelingsvraagstuk; het schaarse goed woonruimte staat hierbij centraal. Men spreekt ook wel van een ‘zero sum game’; wat de een wint, verliest een ander, de som is altijd nul. Zowel uit een oogpunt van budgettaire realiteitszin, als uit een oogpunt van wetenschappelijke vraagstelling, is het opportuun uit te gaan van de bestaande woningvoorraad. De mogelijkheid van uitbreiding wordt, bij wijze van ceteris paribus clausule, uitgesloten. Het blijft natuurlijk een desideratum van de eerste orde. In de tweede plaats wordt verondersteld dat de uitkomst van de verdeling van woonruimte de resultante is van de werking van de woningmarkt in het algemeen, en de distributie van overheidswege in het bijzonder. De onderlinge samenhang van beide niveau's komt hieronder nog aan de orde. Vanuit dit uitgangspunt wordt onderzocht wat de positie van etnische minderheden op de woningmarkt is. Of anders geformuleerd: hoe groot hun deelname in het zero sum game is. Daartoe worden in 1 achtereenvolgens de algemene en bijzondere problemen van allochtonen op de woningmarkt, en het overheidsbeleid terzake, beschreven. Vervolgens komt in 2 de woningdistributie aan de orde, haar functioneren en betekenis voor de problemen van etnische minderheden. Tot slot wordt in 3 getracht de resultaten in een model samen te vatten, om van daaruit een desideratum te formuleren. In de titel ligt de uitkomst van het verdelingsproces voor etnische minderheden al besloten. Nergens werd het treffender geformuleerd als in ‘schone mensen in schone woningen, vuile in vuile ... ’.

oktober 1981
AA19810573

Woord vooraf

R. de Graaff, T.A. Keijzer, M. Samadi, E.F. Verheul, S.A.M. Vermeulen

Post thumbnail

Tien jaar geleden verscheen in Ars Aequi de Rode draad 'Raad & Daad', over rechtsvorming door de Hoge Raad. Sindsdien is er zoveel veranderd dat de redactie besloten heeft het thema opnieuw aan de orde te stellen.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
januari 2015
AA20150060

Woord vooraf

J. van Dijk, E.E. Nauta, T.A. van Polanen, M.D. Reijneveld, D.B. Sander

Dit is het Woord Vooraf van de redactiecommissie bij het Bijzonder Nummer 2020 van Ars Aequi over 'Concurrentie'.

Bijzonder nummer | Concurrentie
juli 2020
AA20200650

Woord vooraf ‘Duits recht’

Bijzonder nummer 'Duits recht'

R. de Graaff, M. Neekilappillai, J. Streefkerk, J.J. Valk, E.F. Verheul

Post thumbnail

In dit woord vooraf legt de redactie uit waarom het Bijzonder nummer 2014 het thema ‘Duits recht’  heeft gekregen en stipt zij kort aan welke onderwerpen aan bod zullen komen.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140510

Zelfmoord in de common law

Over het menselijk lichaam en het vermogensrecht

J.E. Jansen

Post thumbnail

Tot 3 augustus 1961 was het plegen van zelfmoord in Engeland en Wales een strafbaar feit. Op die dag maakte section 1 van de Suicide Act aan deze toestand een einde. De strafbaarheid van zelfmoord leeft voort in het taalgebruik: to commit suicide, zelfmoord plegen. De bepaling uit 1961 is interessant omdat zij een schakel vormt tussen het moderne recht en de twee stelsels die juridische studenten sinds de Middeleeuwen bestudeerden, het Romeinse recht en het canonieke recht, en die tezamen verklaren waarom men in Nederland rechten studeert en niet recht, rechtsgeleerdheid, rechtskunde of rechtswetenschap.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen
oktober 2016
AA20160700