Metajuridica

Resultaat 1105–1116 van de 1138 resultaten wordt getoond

Waar ligt de toekomst van artikel 6:170: in Wenen of in Brussel?

T. Hartlief

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
januari 2011
AA20110053

Waarheid tegen leugen

Over de rol van de rechtswetenschap en het maatschappelijk debat

A.M. Hol

Post thumbnail Voortdurend wordt er door politici en bestuurders gemorreld aan de belangrijke beginselen van de democratische rechtsstaat. Denk aan doelbewuste leugens van politici, hun kritiek op rechters en grondrechten. Rechtswetenschappers hebben hier een bijzondere verantwoordelijkheid, een roeping. Waar anderen het niet zo nauw nemen met de waarheid hebben zij tot taak de waarheid van het recht op robuuste wijze in het maatschappelijk debat voor het voetlicht te brengen.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2020
AA20200298

Waarom bestaan de Tweede en Eerste Kamer uit 225 leden? Een grondwetshistorische verkenning

G. Karapetian

Meermalen was in het nieuws dat verschillende Kamerleden al dan niet tijdelijk hun werk neerlegden als gevolg van toegenomen werkdruk. De Tweede en Eerste Kamer bestaan uit 225 leden. In deze bijdrage wordt vanuit Grondwetshistorisch perspectief hierop ingegaan. Is deze stand van zaken toe aan verandering?

Rode draad | Grenzeloze Grondwetten
januari 2022
AA20220050

Waarom Duits recht?

Aggregerende bijdrage

A.M. Hol

In de rechtsvergelijking is het Duitse recht niet populair. Is dit omdat men de taal niet machtig is? Is het door de ervaringen rond de Tweede Wereldoorlog? Dit Bijzonder nummer maakt duidelijk dat het Duitse recht voor Nederlandse juristen een belangrijke inspiratiebron is of kan zijn voor een beter begrip en de ontwikkeling van het nationale recht.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140586

Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

Rechterlijke belangenafweging en de theorie daarover van Robert Alexy staan centraal in deze aflevering van 'Vijf minuten rechtsfilosofie'.

Opinie | Column
maart 2020
AA20200292

Wat is de staat van de rechtsstaat?

De meerwaarde van empirisch-juridisch onderzoek

M.L.M. Hertogh

Post thumbnail Discussies over de rechtsstaat worden meestal gevoerd op basis van een juridisch rechtsstaatbegrip, maar welke rol spelen de beginselen van de rechtsstaat in de dagelijkse praktijk? Marc Hertogh gaat daarop in in deze amuse.

Opinie | Amuse
september 2019
AA20190630

Wat is er mis met de rechterlijke organisatie?

P.P.T. Bovend'Eert

De bestuursstructuur van de rechterlijke organisatie staat al een aantal jaren ter discussie. Veel rechters klagen over de Raad voor de rechtspraak, de bestuurlijke organisatie van hun gerechten en de eenzijdige focus op bedrijfsvoering en productie. Rechters voelen zich onzelfstandige productiemedewerkers in plaats van onafhankelijke professionals. De kritiek is terecht. De wetgever heeft ten onrechte gekozen voor een top-down structuur in de gemoderniseerde rechterlijke organisatie. Het is zaak deze constructiefout te herstellen.

Perspectief | Perspectiefartikel
mei 2016
AA20160406

Wat juristen van apen kunnen leren

H. Gommer

Post thumbnail De mens is evolutionair succesvol omdat hij in staat is tot zeer complexe vormen van samenwerking. Door samen te werken heeft hij zich temidden van allerlei bedreigende omstandigheden weten te handhaven. Dit deed hij aanvankelijk in kleine groepen van jager-verzamelaars. Deze groepen wisten dankzij de instelling van al dan niet geschreven normen – die toegeschreven werden aan de goden – samen te werken als volk of staat. Zonder regels is immers geen afstemming mogelijk en is er dus geen samenwerking op hoog niveau. Het is op het niveau van de groepssamenwerking dat biologie en recht elkaar raken. In dit artikel wordt samenwerking als raakvlak tussen biologie en recht nader onderzocht.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2013
AA20130921

Wat kan kunstmatige intelligentie betekenen voor het werk van de rechter

M.J.M.A. van der Put

Mijn proefschrift beoogt een bijdrage te leveren aan de kennis van en discussie over kunstmatige intelligentie (KI) bij het spreken van recht. Het belang van de inzet van KI wordt mede onderstreept door de groeiende werkdruk en het tekort aan rechters. KI kan onder meer snel grote hoeveelheden informatie doorzoeken en verwerken, patronen herkennen en beschrijven. KI biedt alleen al hiermee verschillende mogelijkheden voor inzet in de rechtspraak. In dit artikel wordt een korte beschrijving van het onderzoek gegeven en een aantal conclusies over de inzet van kunstmatige intelligentie bij rechterlijke oordeelsvorming besproken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 2023
AA20230304

Wat kunnen wij leren van de opzet van het Chinese ontwerp-BW?

Over de ideale plaats van het onrechtmatige daadsrecht in een burgerlijk wetboek

J. Guo

Post thumbnail

Sinds de dood van Mao zet China grote stappen om het rechtssysteem te moderniseren. Een van de meest uitdagende wetgevingsprojecten is het vervaardigen van een burgerlijk wetboek. Hoewel in de afgelopen drie decennia reeds veel privaatrechtelijke wetten zijn afgekondigd in China, heeft de Volksrepubliek vooralsnog geen burgerlijk wetboek. Het einde van het codificatieproject lijkt nu in zicht. In deze rode draad-bijdrage licht William Guo de verschillen toe tussen met name het Nederlandse onrechtmatige daadsrecht en dat in het Chinese ontwerp-BW.

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
september 2011
AA20110659

Wat rechtvaardigheid en fast food met elkaar gemeen hebben

J.G.H. Altena-Davidsen, F.S. Bakker

Regels zorgen in de meeste zaken voor voorspelbaarheid, gelijkheid en gerechtigheid tegen een lage prijs. Maar ze produceren door hun algemene karakter onvermijdelijk ook onrechtvaardige uitkomsten in uitzonderingsgevallen. De rechter kiest er soms voor om de wet opzij te zetten, teneinde tot een resultaat te komen dat hij verdedigbaar acht in het individuele geval. Het is echter maar de vraag of de rechtvaardigheid daarmee wel echt gediend is.

Opinie | Redactioneel
juni 2013
AA20130425

Wat wil de wetgever?

Reactie op M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer, ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In het februarinummer 2020 van Ars Aequi schreven M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’. Harm Kloosterhuis en Carel Smith schreven daarop deze reactie. Met nawoord van Bruijn, Koornstra, Roorda, Schilder & Brouwer.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2020
AA20200565

Resultaat 1105–1116 van de 1138 resultaten wordt getoond