Internationaal Europees en buitenlands recht

Wordt Europa een paradijs voor de Amerikaanse adverteerder?

M.S. Don

In het nieuwe millennium moet de Richtlijn Vergelijkende Reclame de verschillende Europese regelingen op dit gebied gelijk trekken. Dit heeft consequenties voor Amerikaanse adverteerders, die tot nog toe voor veel landen verschillende reclamecampagnes moesten maken. Dit was vaak een (financieel) onmogelijke opgave, waardoor ze zich conformeerden aan het strengste regime, met als gevolg dat het een wel zeer gematigde versie van de oorspronkelijke vergelijkende reclame het Europese publiek bereikte. In dit artikel wordt nader ingegaan op de gevolgen die de richtlijn met zich meebrengt voor de situatie in Nederland. De nadruk zal hierbij liggen op wat hierdoor voor de Amerikaanse adverteerder, die zich op de Europese markt begeeft, verandert.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1999
AA19990708

Wordt wetgeving de bottleneck van ons klimaat- en energiebeleid?

M.A.M. Dieperink

Post thumbnail

Om de klimaatdoelstellingen te realiseren is effectieve klimaat- en energiewetgeving, die bijdraagt aan een tijdige reductie van CO2-emissies, essentieel. De huidige en in de pijplijn zittende wetgeving schiet hierin tekort. In dit artikel wordt verkend hoe de wetgever op een betere manier zijn essentiële rol op het vlak van klimaat en energie kan waarmaken. Daartoe wordt ingegaan op een projectgerichte aanpak, het creëren van samenhang door het benoemen van overkoepelende principes en het maken van maatwerkafspraken als tussenoplossing.

Bijzonder nummer | Recht & Natuur
juli 2022
AA20220544

Wouters: is het beroep van advocaat een aparte tak van sport?

J.W. van de Gronden, K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 19 februari 2002, zaak C-309/99, ECLI:EU:C:2002:98 (J.C.J. Wouters en anderen en Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOVA) in tegenwoordigheid van de Raad van de Balies van de Europese Gemeenschap) Verzuim ava voldoende te betrekken in strategische beslissingen, afwijzing bod op dochter respectievelijk op de NV zelf, aangaan van een joint venture: wanbeleid?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2002
AA20020441

Yerodia, Rechtsmacht, immuniteit en vervolgingsbeleid

Yerodia. Rechtsmacht, immuniteit en vervolgingsbeleid

Zeerecht in samenwerking

P.J.I.M. de Waart

Meesters-column
mei 1981
AA19810238

Zelfmoord in de common law

Over het menselijk lichaam en het vermogensrecht

J.E. Jansen

Post thumbnail

Tot 3 augustus 1961 was het plegen van zelfmoord in Engeland en Wales een strafbaar feit. Op die dag maakte section 1 van de Suicide Act aan deze toestand een einde. De strafbaarheid van zelfmoord leeft voort in het taalgebruik: to commit suicide, zelfmoord plegen. De bepaling uit 1961 is interessant omdat zij een schakel vormt tussen het moderne recht en de twee stelsels die juridische studenten sinds de Middeleeuwen bestudeerden, het Romeinse recht en het canonieke recht, en die tezamen verklaren waarom men in Nederland rechten studeert en niet recht, rechtsgeleerdheid, rechtskunde of rechtswetenschap.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen
oktober 2016
AA20160700

Zoeken naar hiërarchie: is rechtseenheid passé?

A.W.H. Meij

Dit artikel van Arjen Meij is de afsluitende bijdrage van het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’. Hij onderzoekt mede op basis van de andere artikelen uit dat nummer op welke manier rechters coherentie in de rechtsorde kunnen bevorderen en in hoeverre rechtseenheid nog in termen van hiërarchie kan worden uitgedrukt. Meij constateert dat het belang van hiërarchie voor het bereiken van rechtseenheid afneemt. Het belang van samenwerking en coördinatie tussen rechters neemt daarentegen toe.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120584

Zoekt en gij zult (rechts)vinden. Over gedeeld gezag in de Europese rechtsorde

H.J. van Harten

In dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’  verkent Herman van Harten de relatie tussen het Hof van Justitie van de EU en nationale rechters. Hoewel de eindverantwoordelijkheid over de uitleg van het Europees recht bij het Hof van Justitie ligt, hebben ook nationale rechters in dit kader een belangrijke rol. Verreweg de meeste zaken waarin Europees recht aan de orde is, worden niet door het Hof van Justitie, maar door nationale rechters beoordeeld. Van Harten benadrukt de eigenstandige rol van nationale rechters bij de behartiging van het Europees recht en betoogt dat de verhouding tussen het Hof van Justitie en de nationale rechter zich moeilijk laat vatten in termen van hiërarchie.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120541

Zomercursus Internationaal Privaatrecht

M. Hoekstra, E. van Kranenburg, M. Wesselink

In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van de zomercursus internationaal privaatrecht die al sinds 1923 in Den Haag gegeven wordt.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 1996
AA19960113

Zondagssluitingswetgeving, wie beslist: Staphorst of Brussel?

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 16 december 1992, ECLI:EU:C:1992:519, zaak C-169/91 (Council of the City of Stoke-on-Trent en Norwich City Council tegen B & Q plc) Uitspraak van het HvJ EG over het verbod op het openstellen van winkels op zondagen. De vraag is of dit een maatregel met gelijke werking is in de zin van art. 30 EEG. In de noot wordt uitvoerig ingegaan op de verschillende soorten van maatregelen die de interne markt kunnen verstoren.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1993
AA19930484

Zwevende zetels

G. van Solinge

Post thumbnail In het digitale tijdperk zullen ondernemingen steeds vaker volledig virtueel zijn. Betekent het ontbreken van een fysieke vestiging dat ook een juridische woonplaats niet langer nodig is? Onlangs heeft de Europese Commissie dit proefballonnetje opgelaten. Deze amuse gaat over de internationaal¬privaatrechtelijke vragen die hierbij opkomen. Hoe moet worden vastgesteld welk recht van toepassing is op een rechtspersoon die ‘in the cloud’ woont? En welke rechter is bevoegd te oordelen over geschillen omtrent rechtspersonen met een zwevende zetel?

Opinie | Amuse
januari 2023
AA20230006