Burgerlijk recht

Geknakte onderhandelingen

Beantwoording rechtsvraag (322) Internationaal privaatrecht

P. Vlas

Aan de hand van een internationaal privaatrechtelijke casus worden enkele vragen gesteld en vervolgens uitgewerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 2005
AA20050883

Geld maakt niet gelukkig

J.A.K. van den Berg, S.R. Damminga

Dit redactioneel behandeld de delicate kwestie van schadevergoeding bij immateriële schade ontstaan door leed van anderen.

Opinie | Redactioneel
mei 2002
AA20020313

Geldlening en gewone gang

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 5 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1027 (mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en G.C. Makkink; A-G mr. E.B. Rank-Berenschot) Huwelijksvermogensrecht. Verbintenissenrecht. Verjaring. Aansprakelijkheid van ene echtgenoot voor verbintenissen, aangegaan door andere echtgenoot ten behoeve van de gewone gang van de huishouding (art. 1:85 BW). Kan verbintenis uit geldlening verbintenis zijn als bedoeld in artikel 1:85 BW? Overeenkomstige toepassing verjaringsbepalingen uit titel 3.11 BW (art. 3:326 BW)? Verjaringstermijn van artikel 3:307 lid 1 BW van toepassing?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2024
AA20240757

Geldzak-arrest

J.H. Christiaanse

Hoge Raad 24 september 1980, ECLI:NL:HR:1980:AW9890 Inkomsten uit vermogen voor de inkomstenbelasting Op 20 februari I 972 overleed de vader van belanghebbende, AX, als zijn enige testamentaire erfgename nalatende zijn buiten iedere gemeenschap van goederen met hem gehuwde echtgenote, mevrouw AX-Y. Het echtpaar had vijf kinderen, belanghebbende zijn zuster BX en zijn drie broers CX, DX en EX, die naar aanleiding van de uiterste wilsbeschikking van hun vader allen een beroep op hun wettelijk erfdeel hebben gedaan. Tot de nalatenschap waren dientengevolge gerechtigd belanghebbendes moeder voor drie/achtste en belanghebbende, zijn zuster en zijn broers ieder voor een/achtste aandeel. Tot de boedel hoorde de helft van het geplaatste en volgestorte aandelenkapitaal van de naamloze vennootschappen - verder aan te duiden als ‘X BV’, met beperkte aansprakelijkheid, ‘X Houthandel’, gevestigd te V - in totaal geplaatst en volgestort: 50 aandelen à f 1000,- en ‘M’, eveneens gevestigd te V met een geplaatst en volgestort kapitaal van 10 aandelen à f 1000. De andere helft van het geplaatste kapitaal van deze  vennootschappen - verder aan te duiden als ‘X BV’, onderscheidenlijk ‘M BV’ - was en is in handen van een in Zwitserland wonende broer van belanghebbende vader. FX: belanghebbende vader en deze oom van   belanghebbende bezaten derhalve ieder 25 aandelen X BV en 5 aandelen M BV.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1981
AA19810026

Gelijkheid en recht op zorg (Digitaal boek)

A.P. den Exter

Post thumbnail Gelijkheid in de toegang tot gezondheidszorgvoorzieningen is een belangrijk uitgangspunt van het sociale gezondheidszorgstelsel. Het aan de Zvw ten grondslag liggende idee van eigen verantwoordelijkheid, ingevoerd met behulp van marktprikkels, lijkt te getuigen van een ‘nieuw’ gelijkheidsdenken in de gezondheidszorg. Wat betekent dit?

9789069165899 - 25-01-2007

Geluk is geen recht

J.E. Goldschmidt

Opiniërend artikel waarin vragen worden gesteld over de wenselijkheid van claims rondom problemen van medische aard. De auteur vraagt zich af of alles wat mogelijk is op medisch gebied ook zo maar moet kunnen.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 1995
AA19950771

Gemeenschappelijk Eigendom-‘s-Gravenhage: overheidsaansprakelijkheid beperkt?

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 29 april 1994, nr. 15312, ECLI:NL:HR:1994:ZC1358, RvdW 1994, 107 C; Gem.stem 1994, 6993 nr. 4 m.nt. HH, BR 1994, p. 773, m.nt. N.S.J. Koeman (Gemeenschappelijk Eigendom/'s Gravenhage). ook bekend als Bouwvergunning Schuttersduin. Arrest van de Hoge Raad en daarbij behorende noot waarin wordt ingegaan op overheidsaansprakelijkheid en eigen schuld. In het onderhavige geval was er sprake van een verleende bouwvergunning die later door de bestuursrechter vernietigd werd. Ondertussen had de partij aan wie de vergunning was verleend wel gebruik gemaakt van deze vergunning. De gebruiker vorderde vervolgens een schadevergoeding voor de schade die is ontstaan als gevolg van de vernietiging van de vergunning. De Hoge Raad oordeelt, evenals het hof en rechtbank, dat er i.c. sprake is van eigen schuld en dat de schade aan de vergunning gebruiker zelf te wijten is nu deze gaat bouwen hangende een bezwaar- en beroepsprocedure. In de noot wordt hierop ingegaan evenals op de toetsing van overheidshandelen door de burgerlijke rechter.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1994
AA19940835

Geneuzel of van fundamenteel belang? Het lot van uitspraken (mede) gewezen door een rechter die nog niet of niet meer in functie is

C.J.M. Klaassen

Hoge Raad 18 november 2016, nr. 16/00545, ECLI:​NL:​HR:​2016:​2607 (Meavita); Hoge Raad 6 oktober 2017, nr. 17/00336, ECLI:​NL:​HR:​2017:​2561 (Moeder/Raad voor de Kinderbescherming en vader); Gerechtshof Amsterdam 9 mei 2017, nrs. 200.186.069/01, 200.186.100/01 en 200.186.113/01, ECLI:​NL:​GHAMS:​2017:​1759; Gerechtshof Amsterdam 30 mei 2017, nr. 200.197.332/01 NOT, ECLI:​NL:​GHAMS:​2017:​1928

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2018
AA20180141

Gerechtigheid in het contractenrecht

J.J. Valk, D.J. Verhey

Het Nederlandse contractenrecht kent tal van wettelijke beschermingsbepalingen. Waarin kan de rechtvaardiging van deze bepalingen worden gevonden? De aard van het contractenrecht dwingt ons telkens te onderzoeken of de gevolgen van deze beschermingsbepalingen ten gunste van de ene partij gerechtvaardigd kunnen worden tegenover de wederpartij. Bij nadere analyse blijkt voor de bescherming in het kader van de overeenkomst van personenvervoer niet vanzelfsprekend een rechtvaardiging voor handen te zijn.

Opinie | Redactioneel
maart 2013
AA20130181

Gerechtvaardigd vertrouwen in voor de vrouw nadelige wijziging huwelijkse voorwaarden tijdens huwelijk?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:165 (mrs. C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma en G.C. Makkink; A-G mr. G.R.B. van Peursem) Huwelijksvermogensrecht (art. 1:115 BW); afwikkeling bij echtscheiding. Wijzigingen huwelijkse voorwaarden tijdens huwelijk ten nadele van de vrouw. Zorgplicht notaris (art. 43 lid 1 Wet op het notarisambt); specifieke waarschuwings- en vergewisplicht bij nadelige of riskante gevolgen. Heeft de man, gelet op betrokkenheid van notarissen bij wijzigingen, gerechtvaardigd erop vertrouwd dat wil van de vrouw strookte met haar verklaring (art. 3:33 en 35 BW)?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2024
AA20240235

Gerritse q.q. c.s.-Ontvanger

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 12 mei 1989, nr. ECLI:NL:HR:1989:AC2498, RvdW 1989, 132 (Gerritse q.q. c.s./Ontvanger). Ook bekend als Sigmacon I. Arrest van de Hoge Raad waarin het bodembeslag van de Ontvanger centraal staat. Normaalgesproken kan een schuldenaar zich alleen verhalen op de eigendommen van de schuldenaar. Het bodemrecht van de fiscus maakt daar een uitzondering op. In deze zaak vond de Ontvanger dat de curator dat deze en de overige schuldenaren onrechtmatig handen gehandeld door doormiddel van een bepaalde constructie het bodemrecht te ontwijken. De Hoge Raad oordeelt dat dit geoorloofd was. In de noot wordt dieper op het bodemrecht en de afwikkeling van faillissement in gegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1990
AA19900104

Geschilbeslechting door de bestuursrechter over mijnbouwschade in Groningen

A.T. Marseille

Post thumbnail Voor de beoordeling van geschillen over beslissingen van het Instituut Mijnbouwschade Groningen over de aanspraak op schadevergoeding vanwege aardgaswinning door de NAM maakt het niet uit of die door de bestuursrechter of de civiele rechter plaatsvindt. De reden is dat beide rechters ter beslechting van het geschil precies dezelfde vragen moeten beantwoorden en dat ze bij de beantwoording precies dezelfde criteria hanteren.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2020
AA20201107