Burgerlijk recht

Resultaat 2857–2868 van de 3034 resultaten wordt getoond

Van schuldsanering tot schone lei (Digitaal boek)

Een praktische beschrijving van de Wsnp

M. van Bommel, H.H. Dethmers

Post thumbnail Een praktische beschrijving van het gehele Wsnp-traject. Onmisbaar voor iedereen die zich professioneel met de Wet schuldsanering natuurlijke personen bezighoudt.

9789069165417 - 18-09-2015

Van Waning-Van der Vliet

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 3 april 1992, nr. 14577, ECLI:NL:HR:1992:ZC0564, NJ 1992, 411 m.nt. Maeijer (Van Waning/Van der Vliet) Arrest van de Hoge Raad waarin bepaald wordt dat betalingsonmacht van een bv kan bestaan uit de betalingsonwil van degene die volledige zeggenschap over de vennootschap heeft. Het niet-gebruik maken van een krediet faciliteit door de vennootschap op instignatie van de enig zeghebbende kan volgens de Hoge Raad een onrechtmatige daad opleveren van degene die volledig zeggenschap heeft tegen de schuldeiser. In de noot wordt hier dieper op ingegaan en worden de moeilijkheden rond deze zaak verder toegelicht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1993
AA19930201

Van Wessem-Traffic

W.C.L. van der Grinten

Hoge Raad 6 maart 1970, ECLI:NL:HR:1970:AB7171, RvdW 1970, p. 570 (Van Wessem/Traffic). Ook bekend als Pluvier. Eigendomsoverdracht tot zekerheid van nog te verwerven goederen bij wege van geanticipeerd constitutum possessorium, niet gevolgd door feitelijke overgave. Staat deze overdracht in de weg aan het privilege van een verkoper op verkochte en niet betaalde goederen ex art. 1185, sub 3 BW?

mei 1970
AA19700211

Van zaken-recht naar goederen-recht: over de zorgplicht van de pandhouder, eigendomsvoorbehoud, reclamerecht, revindicatie en andere ‘zaken’

J.W.A. Biemans

In dit artikel gaat Biemans in op een aantal artikelen in het Burgerlijk Wetboek die blijkens de tekst alleen van toepassing zijn op zaken in de zin van art. 3:2 BW maar die volgens Biemans op alle goederen (art. 3:1 BW) van toepassing zijn. Daarbij betrekt Biemans veranderingen in het ontwerp-Meijers. Daarna gaat de auteur in op de zorgplicht van de pandhouder (art. 3:243 lid 1 BW), het eigendomsvoorbehoud (art. 3:92 BW), het recht van reclame (art. 7:39 BW) en de revindicatie (art. 5:2 BW).

Verdieping | Studentartikel
mei 2009
AA20090320

Varkens en schadevergoeding: een drieluik

J.M. Smits

De Nederlandse varkenshouders zijn boos: zij worden getroffen door een recent aangenomen wet die hen een kwart van hun inkomen ontneemt. Daar staat tegenover dat met die wet het belang van het milieu zeer wordt gediend. Besproken wordt of de boeren schadevergoeding van de overheid kunnen eisen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 1998
AA19980567

Vaststelling Boeken 3, 5 en 6 nieuw BW I

P. Neleman

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
augustus 1980
AA19800511

VDV Totaalbouw: vof failleert als rechtspersoon maar is dat niet (?)

'Ceci n'est pas une pipe'

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 6 februari 2015, nr. 14/03627, ECLI:NL:HR:2015:251, Ondernemingsrecht 2015, p. 230-232 m.nt. A.J.S.M. Tervoort (eiser/BEPRO)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2015
AA20150801

Vechten tegen windmolens. Het representativiteitsvereiste bij ideële vorderingen als idee-fixe

E. Bauw

Post thumbnail Een motie van de Tweede Kamer over het representativiteitsvereiste bij ideële vorderingen bij collectieve acties heeft voor veel ophef gezorgd. In deze bijdrage staat de vraag centraal of de in de motie gevraagde strengere toetsing aan het vereiste de juiste remedie is voor de zorgen van Kamerleden over het gebruik van collectieve acties door belangenorganisatie en of daarvoor alternatieven bestaan.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2023
AA20230434

UCERF 10 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Vechtscheidingen: Meer om over te vechten?

M. Antokolskaia

De wetgeving en de onderliggende ideologie van het gezags- en omgangsrecht zijn de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Masha Antokolskaia gaat in op vechtscheidingen; een boeiend onderwerp, dat helaas voorlopig niet aan actualiteit zal inboeten.

Veelheid van rechtsbronnen: één IPR?

A.V.M. Struycken

Het recht verdraagt geen wanorde. Wanordelijk recht schiet tekort in het doen ontstaan en voortbestaan van gerechtigheid in de maatschappelijke verhoudingen. De redactiecommissie van dit Bijzonder nummer ziet een probleem ontstaan; zij vindt het althans van belang zich de vraag te stellen of de harmonie in het recht heden ten dage kan worden behouden bij de veelheid en de betekenis van de niet-Nederlandse rechtsbronnen. In het onderstaande wordt gepoogd enige gedachten te ontwikkelen over de wijze waarop de wetgever bij voorkeur te werk zou moeten gaan in de sector internationaal privaatrecht (IPR). Eerst wordt ingegaan op de vraag waar de Nederlandse wetgever de wettelijke voorschriften van IPR bij voorkeur zou moeten onderbrengen (I). Vervolgens komt aan de orde de vraag hoe verdragsregels en EG-voorschriften zouden moeten worden ingepast (II).

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960347

VEH/CSM

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 25 juni 1999, nr. C98/051HR, ECLI:NL:HR:1999:AD3069, RvdW 1999, 109 (Vereniging voor de Effectenhandel/CSM NV) Karakter noteringsovereenkomst tussen 'beurs-NV' en Amsterdamse beurs. Opzegging of beëindiging daarop grond van gewijzigde rechtsopvattingen omtrent de toelaatbaarheid van 'beschermingsconstructies' op grond van art 6:248 lid 1/lid2/ 6:258 BW. Gevolgen van beëindiging voor de notering van effecten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1999
AA19990746

Veilige Havens: Aanvullend Contractenrecht als Keuzemenu

R.H.J. van Bijnen

Normaliter geldt aanvullend contractenrecht pas wanneer partijen een bepaald punt niet in hun contract hebben geregeld; er is sprake van een zogenaamd opt-out regime. In deze bijdrage ga ik in op het veel minder bekende tegenovergestelde fenomeen van veilige havens. Veilige havens zijn een bijzondere vorm van aanvullend contractenrecht, omdat hier sprake is van een zogenaamd opt-in regime. Het aanvullende recht geldt voor geen enkele partij, tenzij partijen er juist expliciet voor kiezen om dit regime wl voor hun contract te laten gelden. Veilige havens worden ingeroepen door middel van zogenaamde magische woorden. Door deze woorden die vaste betekenis hebben ontstaat een keuzemenu van erkende pre-formuleringen. Ik betoog dat contractspartijen grote behoefte hebben aan een dergelijk keuzemenu, omdat dit hen in staat stelt eenvoudig en ondubbelzinnig die contractsvoorwaarden te selecteren die ze nodig hebben.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 2006
AA20060218

Resultaat 2857–2868 van de 3034 resultaten wordt getoond