Burgerlijk recht

juni 1995

Katern 55: Consumentenrecht

E.H. Hondius

juni 1995

Katern 55: Gezondheidsrecht

G.A. van Eikema Hommes

juni 1995

Katern 55: Huurrecht

F.T. Oldenhuis, H.J. Rossel

juni 1995

Katern 55: Jeugdrecht

J.H. de Graaf

‘(On)eerlijk duurt het langst’ of hoe het Burgerlijk Wetboek een gelegenheid tot (kunst)diefstal schept

R. Huyten, A. Piëtte

De regeling van de verkrijgende verjaring in het Burgerlijk Wetboek brengt mee dat na verloop van twintig jaar een dief van kunstvoorwerpen civielrechtelijk niets meer te duchten heeft. Hij is zelfs eigenaar geworden. Er bestaat echter de mogelijkheid dat hij door het Openbaar Ministerie (strafrechtelijk) vervolgd zou kunnen worden wegens heling indien hij het gestolen goed alsnog probeert te verkopen. Daarnaast bestaan in het strafrecht verschillende mogelijkheden om het gestolen voorwerp aan het bezit van de dief-heler en/of koper-heler te onttrekken. Het strafrecht disharmonieert op dit punt met het privaatrecht. Deze discrepantie tussen strafrecht en privaatrecht zal in het onderstaande stuk nader onderzocht worden.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950454

‘Omgekeerde doorbraak’: Poot-ABP

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 2 december 1994, nr. 15511, ECLI:NL:HR:1994:ZC1564, RvdW 1994, 265, TVVS 1995, pp. 16-18 met commentaar L. Timmerman (Poot/Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, ABP) In de uitspraak van de Hoge Raad en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de mogelijkheid van een directeur-groot aandeelhouder om tegen een wederpartij van de vennootschap die ten aanzien van de vennootschap wanpresteert of jegens de vennootschap een onrechtmatige daad pleegt, zelfstandig een schadevergoedingsactie in te stellen omdat de schade de directeur-groot aandeelhouder ook in privé zou raken. De Hoge Raad beantwoordt de vraag hieromtrent ontkennend. In de noot wordt uitvoerig op de problematiek ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1995
AA19950491

Beantwoording rechtsvraag (239) casus voor eerstejaars

N.E. Algra

Beantwoording van een rechtsvraag waarbij van de eerstejaars rechtenstudenten gevraagd wordt om een casus rondom de verdeling van een nalatenschap op te lossen.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1995
AA19950526

Beroepsaansprakelijkheid en legal opinions

M. Brink, G.T.M.J. Raaijmakers

In het onderstaande artikel wordt ingegaan op de aansprakelijkheid van een advocaat voor een zogenaamde legal opinion. Deze figuur, is met name tot ontwikkeling gekomen in het Anglo-Amerikaanse recht en wordt ook voor de Nederlandse praktijk steeds belangrijker. De legal opinion heeft, ondanks het toenemend belang ervan, in de Nederlandse literatuur nog niet veel aandacht gekregen.

Rode draad | Beroepsaansprakelijkheid
juni 1995
AA19950466

Ciba Geicy-Oté c.s.

J.J. Brinkhof

Hoge Raad 13 januari 1995, nr. 15564, ECLI:NL:HR:1995:ZC1609, RvdW 1995, 30 (Ciba Geicy/Oté Optics c.s.) Arrest en noot over de beschermingsomvang van octrooien. Nadere beschouwing over de vraag hoe de Nederlandse rechter bij de uitleg van octrooien recht behoort te doen aan de strekking van artikel 30 lid 2 Rijksoctrooiwet, respectievelijk artikel 69 lid 1 Europees Octrooiverdrag en het daarbij behorende protocol.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1995
AA19950511

Een nieuwe ‘in rem’ procedure? Balanceren op de grens van straf- en privaatrecht

J. Broekhuizen, I. Schmohl

Op 2 mei 1994 werd het wetsvoorstel 23 704 Regelen inzake de confiscatie van met criminaliteit in verband staand vermogen (Wet Confiscatie Crimineel Vermogen) bij de Tweede Kamer ingediend. In dit artikel bespreken wij de inhoud van dit wetsvoorstel en leveren kritiek. In hoofdstuk 1 wordt eerst de voorgeschiedenis weergegeven. Het wetsvoorstel zal in hoofdstuk 2 besproken worden, waarbij wij de indeling van de wet zullen volgen. In hoofdstuk 3 volgen enkele slotbeschouwingen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 1995
AA19950484

Voorrangsregels inzake agentuurovereenkomsten

P. van Ginneken

Agentuurovereenkomsten betreffen in een zeer groot aantal gevallen contracten tussen een handelsagent van Nederlandse of vreemde en een principaal van vreemde nationaliteit. Deze contracten worden bovendien dikwijls in het buitenland gesloten. De kans dat partijen buitenlands recht op hun overeenkomst van toepassing verklaren, is daarom aanzienlijk. Aan de werking van een door de principaal gedirigeerde rechtskeuze worden evenwel weinig beperkingen gesteld. Het is maar de vraag of voor de agent enige bescherming te verkrijgen is via het leerstuk van de voorrangsregels.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950460

Hoe werkt de onrechtmatige daad? (Digitaal boek)

of Het paard van de professor en andere aangrijpende verhalen

T. Hartlief, G.E. van Maanen

Post thumbnail Een kennismaking met het civiele aansprakelijkheidsrecht. Dit cahier laat zien hoe de onrechtmatige daad 'werkt'.

9789069161877 - 01-06-1995