Burgerlijk recht

Over haken en (be)ogen

L. van Wifferen, E. de Zwaan

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de opzetclause die is opgenomen in vele verzekeringsclausules die veel voorkomen in verzekeringsovereenkomsten die door de Hoge Raad in het belang van het slachtoffer wordt uitgelegd

Opinie | Redactioneel
januari 2000
AA20000003

Van Gorp q.q./Rabobank Breda

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 23 april 1999, nr. 16782, C97/261, ECLI:NL:HR:1999:ZC2940, RvdW 1999, 73C (Van Gorp q.q./Rabobank Breda) Dit arrest behandeld de vraag of, in geval van een faillissement, de bank zich kan beroepen op verrekening wanneer aan de bank stil verpandde goederen worden verkocht, met instemming van de bank, door de pandgever. De Hoge Raad komt tot een ontkennende beantwoording.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2000
AA20000055

Aansprakelijkheid van dienstverleners

D. Kaandorp, G. Reisenstadt

Op 1 juli 1999 organiseerde het Centrum voor aansprakelijkheidsrecht van het Schoordijk instituut in Tilburg een symposium over de aansprakelijkheid van dienstverleners. Bij dienstverleners moet men denken aan advocaten, accountants, artsen, notarissen, makelaars, leveranciers van informatica, banken, alle mogelijke soorten adviseurs, maar ook aan aannemers. Hoewel al die vormen van dienstverlening ieder hun eigen normenkader kennen, blijken er vergelijkbare principes te zijn. Het doel van het symposium was om die principes in kaart te brengen, om zo tot een meer geïntegreerde en consistente benadering van diverse problemen te komen, die binnen verschillende dienstverleningsrelaties spelen.Centraal staan hierbij met name de informatieplichten, de mate van zorg die van dienstverleners verwacht mag worden en de bewijsproblemen. Dagvoorzitter was prof.mr. M.A.M.C. van den Berg.

Verdieping | Studentartikel
januari 2000
AA20000015

De civielrechtelijke dwangsom

G.R. Rutgers

Benelux-Gerechtshof 25 mei 1999, ECLI:NL:XX:1999:AD3060, nr. A 97/2, RvdW 1999, 95 C (Greenib Car BV t. de vennootschap onder firma Autobedrijf Joh. Aaltink) Benelux Gerechtshof Eenvormige Benelux wet betreffende dwangsom;‘onmogelijkheid’ in de zin van artikel 4 lid Eenvormige Wet/artikel 611d Rv. Vraag of er sprake is van ‘onmogelijkheid’ in de zin van artikel 4 lid 1 Eenvormige Wet, ofwel artikel 611d Rv, gedurende de periode dat een in een eerste kort gedingvonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom gegeven verbod, niet is nagekomen, nadat en omdat de veroordeelde door dezelfde president in een tweede, uitvoerbaar bij voorraad verklaarde, uitspraak in kort geding was ontslagen van de verplichting tot naleving van dat verbod. Een bijzondere omstandigheid was dat het tweede kort gedingvonnis nadien in hoger beroep is vernietigd.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2000
AA20000049

december 1999

Katern 73: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach

december 1999

Katern 73: Burgerlijk recht

E.M. Hoogervorst, H.H. Lammers, L. Reurich

december 1999

Katern 73: Consumentenrecht

E.H. Hondius

december 1999

Katern 73: Faillissementsrecht

S.H. van Dijk

december 1999

Katern 73: Gezondheidsrecht

G.A. van Eikema Hommes

december 1999

Katern 73: Huurrecht

F.T. Oldenhuis

december 1999

Katern 73: Personen- familie- en jeugdrecht

J.H. de Graaf

EG-Hof beslist: ‘Belgische echtgenote valt onder het gezag van haar Belgische echtgenoot, hun kind krijgt daardoor Nederlandse studiefinanciering!’

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 8 juni 1999, zaak C-337/97, ECLI:EU:C:1999:284, JB 1999, nr. 148, p. 718; NJB 1999, nr. 20, p. 1264; Juridisch up to Date, 12 augustus 1999, p. 7 (C.P.M. Meeusen en Hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (IBG)) Dit arrest gaat om het recht op studiefinanciering avn een kind waarvan het gezin gebruik maakt van het vrije verkeer van personen. Er komen twee onderwerpen aan de orde die Gemeenschapsrechtelijk bekeken nog niet uitgekristalliseerd zijn. Ten eerste het begrip werknemer gekoppeld aan relaties binnen een gezin en ten tweede het begrip interne markt en de gevolgen voor eigen onderdanen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1999
AA19990838