Burgerlijk recht

Is de (rechts)positie van de minderjarige in de nieuwe Wet op de jeugdzorg daadwerkelijk verbeterd?

P. Ros, D. Sol

Op 1 januari 2005 is de nieuwe Wet op de Jeugdzorg in werking getreden. Daarmee is de rechtspositie van de minderjarige weliswaar versterkt, maar er blijft reden voor kritiek. Alle jeugdzorg achter n loket lijkt efficint, maar onder omstandigheden kan het recht op jeugdzorg een relatief recht blijken te zijn. Pure winst is dat probleemjongeren door een aangekondigde wetswijziging niet meer in de strafrechtelijke justitile jeugdinrichtingen terecht komen. De nieuwe wet zal echter door het bestuursrechtelijke karakter van de indicatiestellingen en de hoge (administratieve) werkdruk met een gebrek aan een uniforme werkwijze, ernstige incidenten niet steeds kunnen voorkomen. Bovendien lijkt het hoog tijd dat de medewerkers van jeugdzorg aansluiting vinden bij de wet BIG. De competentie van de kinderrechter is weliswaar een goede keuze, maar hij dient als bestuursrechter, op grond van de materile normen in de nieuwe wet, voller dan slechts marginaal te toetsen. Tenslotte dreigt er door een wetswijziging een dubbele rechtsingang te ontstaan bij omgangsaangelegenheden na echtscheiding.

Verdieping | Studentartikel
april 2006
AA20060239

Pruisken/Organice: schadevergoeding bij overlijden

T. Hartlief

Hoge Raad 16 december 2005, nr. C04/276HR, ECLI:NL:HR:2005:AU6089, RvdW 2006, 1 (Pruisken/Organice) Organice was verantwoordelijk voor het organiseren van een bedrijfsuitje van het hoogheemraadschap Delfland, maar op de toggle-baan ging het fout en kwam een van de deelnemers te overlijden. Organice erkent aansprakelijkheid, maar in dit arrest draait het om de omvangsfase van de schadevergoeding.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2006
AA20060281

maart 2006

Katern 98: Bouwrecht

E.M. Bruggeman

maart 2006

Katern 98: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach

maart 2006

Katern 98: Burgerlijk recht

- Instituut voor Privaatrecht Universiteit Leiden

maart 2006

Katern 98: Consumentenrecht

E.H. Hondius

maart 2006

Katern 98: Faillissementsrecht

N.S.G.J. Vermunt

maart 2006

Katern 98: Gezondheidsrecht

W.R. Kastelein

maart 2006

Katern 98: Huurrecht

F.T. Oldenhuis

Het causale en abstracte stelsel van eigendomsoverdracht

J.J. Hallebeek

In dit artikel wordt besproken in hoeverre dat er voor een geldige eigendomsoverdracht een rechtsgrond, titel, vereist is. Het causale stelsel, dat in Nederland geldt, wordt vergeleken met het abstracte stelsel dat in Duitsland geldt. Besproken wordt vanuit het Romeinse recht (Corpus Iuris Civilis) hoe dit verschil heeft kunnen ontstaan.

Overig | Rode draad | Digesten
maart 2006
AA20060174

Het recht op de fles

J.A. van de Hel

In dit artikel wordt de vraag aan de orde gesteld in hoeverre bij de verkoop van een fles (met statiegeld) deze fles eigendom blijft van de fabrikant. Betoogt wordt dat de consument er te goeder trouw van uit mag gaan dat deze naast de inhoud van de fles ook eigenaar wordt van de fles zelf. Vegl: Gerechtshof 's Gravenhage, NJ 1988, 247.

Opinie | Redactioneel
maart 2006
AA20060157

Marks & Spencer

J.W. Zwemmer

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 13 december 2005, ECLI:EU:C:2005:763, nr. C-446/03 (Marks & Spencer plc tegen David Halsey (Her Majesty's Inspector of Taxes)) Een nationale regeling op grond waarvan verliezen van buitenlandse dochtervennootschappen niet ten laste kunnen worden gebracht van de winst van de moedervennootschap, is niet in strijd met het EG-Verdrag, tenzij deze verliezen in de desbetreffende lidstaten niet voor verrekening in aanmerking komen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2006
AA20060208