Belastingrecht

Toerekening van leningen aan kosten

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 22 oktober 2004, nr. 39082, ECLI:NL:HR:2004:AH9156 Rente van een lening aangegaan ter financiering van verbetering of onderhoud van de eigen woning kan pas als eigen-woningrente worden aangemerkt als het bedrag van de lening ook als zodanig is aangewend.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2005
AA20050741

Toetsing van belastingwetgeving aan het gelijkheidsbeginsel in Nederland en Duitsland

R. van der Hulle, R. van der Hulle

Post thumbnail

Zowel in Nederland als in Duitsland wordt belastingwetgeving regelmatig door belastingplichtigen met een beroep op het gelijkheidsbeginsel bij de rechter aangevochten. In deze bijdrage wordt bezien op welke wijze de Hoge Raad en het Duitse constitutionele hof beoordelen of belastingwetgeving in strijd is met dit beginsel. Hoewel beide rechtscolleges uitgaan van een ruime beoordelingsvrijheid voor de belastingwetgever, stellen zij zich niet altijd even terughoudend op.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2015
AA20150981

Twee feitelijke instanties in fiscalibus

M. Veldt

Redactioneel artikel waarin gepleit wordt voor belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties. Volgens de redacteur voldoet het systeem van de bezwaar- en beroepsprocedure niet en zou naar analogie met het strafrecht ook een geschilbeslechting in twee feitelijke instanties moeten plaatsvinden. De redacteur zoekt daarbij aansluiting bij art. 14 lid 5 IVBPR

Opinie | Redactioneel
maart 1992
AA19920130

Van alles een beetje en niet echt goed

Interview met prof.mr. P.J. Wattel

B.E.M. Hertoghs, C.J.D. Warren

Post thumbnail Interview met prof.mr. Peter J. Wattel, hoogleraar Europees belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam en advocaatgeneraal bij de belastingkamer van de Hoge Raad der Nederlanden, waarin gesproken wordt over zijn loopbaan, zijn samenwerking met het wetenschappelijk bureau, het Europees (belasting)recht en hoe hij erin slaagt om zijn uiteenlopende interesses met zijn werkzaamheden te combineren.

Verdieping | Interview
april 2009
AA20090262

Vaststellingsovereenkomsten met de belastingdienst

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 9 december 2005, nr. 41117, ECLI:NL:HR:2005:AU7728, LJN: AU7728 Een vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst die op een onderdeel in strijd is met de wet, is slechts nietig indien de overeenkomst zozeer in strijd is met hetgeen de wet – over het geheel bezien – ter zake bepaalt, dat partijen niet op nakoming daarvan mochten rekenen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2006
AA20060825

Verlies uit aanmerkelijk belang bij verkoop van aandelen in een failiete BV aan een minderjarige zoon

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 17 april 1991, nr. 26.866, ECLI:NL:HR:1991:ZC4556, BNB 1991/180 Uitspraak van de Hoge Raad op het gebied van het belastingrecht, meer in het bijzonder de aanmerkelijk belang regeling. De Hoge Raad oordeelt daaromtrent i.c.: 'Het realiseren van een verlies uit aanmerkelijk belang in een failliete BV door verkoop daarvan voor ƒ 1,- aan een minderjarige zoon is niet in strijd met doel en strekking der wet'.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1991
AA19911015

Vermomde winstuitdeling

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 25 november 1992, nr. 27.519, ECLI:NL:HR:1991:ZC4712, BNB 1993/41 Uitspraak van de Hoge Raad met bijbehorende noot over winstuitdeling. De Hoge Raad formuleert de volgende rechtsregel: Indien een BV zich op niet-zakelijke gronden winst laat ontgaan ten behoeve van een buitenlands lichaam waarvan de zoon van de groot-aandeelhouder van de BV middellijk aandeelhouder is, dient de winst van de BV te worden verhoogd met de winst die zij zich aldus heeft laten ontgaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1993
AA19930471

Verwarming en verwarring in de btw

S.B. Cornielje

Post thumbnail Ondernemers krijgen de btw op hun kosten terug. Om te voorkomen dat dit recht leidt tot voordelig inkopen ‘op de zaak’ om in privé te gebruiken, kennen de btw-regels een correctiemechisme om ook btw te heffen als zakelijke aankopen in privé worden geconsumeerd. Deze bijdrage gaat in op de meest recente Europese rechtspraak waaruit lijkt te volgen dat dit mechanisme sterk is uitgehold voor de situaties waar het voor is bedoeld en op andere plekken juist tot onnodige belastingheffing leidt.

Rode draad | Dissenting opinions
november 2024
AA20240956

Vestiging van een vruchtgebruik in de privésfeer

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 28 juni 1995, nr. 30281, ECLI:NL:HR:1995:AA1617 In deze zaak staat het vestigen van een vruchtgebruik en de fiscale aspecten daarbij centraal. De Hoge Raad formuleert de volgende rechtsregel: 'De vestiging van een recht van vruchtgebruik ten behoeve van een rechtspersoon voor de maximale termijn ligt voor een particulier in de onbelaste vermogenssfeer.' In de noot wordt dieper op deze materie ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1995
AA19950955

Voor de erfbelasting moet meer naar Pippi Langkous worden gekeken

L.A.G.M. van der Geld

Aan de hand van het onconventionele huishouden van Pippi Langkous legt Lucienne van der Geld in deze column uit dat de erfbelasting bij de tijd moet worden gebracht. Ze stelt een forfait voor.

Opinie | Column
februari 2022
AA20220110

Waardering van boven pari gekochte obligaties

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 13 november 1991, nr. 27.563, ECLI:NL:HR:1991:ZC4783 Uitspraak van de Hoge Raad en bijbehorende noot waarbij het dynamische begrip 'goed koopmansgebruik' bij de koop van obligaties boven pari waarbij de overwaarde ten opzichte van de nominale waarde direct ten laste van de winst wordt geboekt. De Hoge Raad komt terug van haar eerdere jurisprudentie en geeft een overgangsregeling. In de noot wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1992
AA19920272

Waardering van een privé ontwikkeld bedrijfsmiddel

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 9 maart 1994, nr. 29 010, ECLI:NL:HR:1994:ZC5615, BNB 1994/178 met noot G. Slot, FED 1994/308 met aantekening D.J. van Dommelen Deze belastingrecht zaak betreft het volgende: Inbreng van een studiepakket in een onderneming. Hierbij wordt vervolgens de volgen de rechtsregel gemaakt door de Hoge Raad: 'De waarde waarvoor het pakket in de ondernemingsbalans kan worden opgenomen, is beperkt tot het bedrag van de kosten dat nog niet ten laste van het inkomen is gebracht.'

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1995
AA19950801