Wetgeving inzake morele kwesties: een procesgerichte benadering


Mogen morele normen, bijvoorbeeld rond abortus of homoseksualiteit, in wetgeving worden omgezet? Dit is doorgaans de centrale vraag in rechtsfilosofische analyses over de verhouding tussen moraal en wetgeving. Daarbij gaat men uit van twee veronderstellingen. Ten eerste veronderstelt men dat de morele normen bekend en relatief onomstreden zijn. Ten tweede worden juridische regels een effectief middel geacht om morele normen af te dwingen. In deze pluralistische en dynamische samenleving zijn deze veronderstellingen minder adequaat. De moraal is zeer divers en sterk in beweging en bovendien vaak niet toegesneden op nieuwe kwesties zoals dir rond biotechnologie. De handhaving van juridische regels blijkt steeds meer een probleem. In een dergelijke situatie kan de verhouding tussen wetgeving en moraal beter worden gezienals een tweerichtingsverkeer. Hierbij is er zowel tijdens het wetgevingsproces als tijdens het implementatieproces een voortdurende wisselwerking tussen ontwikkeling van morele normen en rechtsontwikkeling. Deze benadering past ook een andere visie op wetgeving. De explosieve en communicatieve functies van de wet komen dan meer op voorgrond te staan.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): W. van der Burg

Verschijning: februari 1998

Archiefcode: AA19980079

functionalisme instrumentalisme proces wetgeving

Metajuridica Rechtsfilosofie

Overig Rode draad Recht en ethiekVerdieping Verdiepend artikel