‘Dansen op rollerskates’: werkgeversaansprakelijkheid voor letsel bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten


Hoge Raad 17 april 2009, nr. 08/00635, ECLI:NL:HR:2009:BH1996, RvdW 2009, 552 (MV Communicatie/X)

In deze annotatie bij dit arrest van de Hoge Raad komt aan de orde in hoeverre de werkgever aansprakelijk is voor letsel ontstaan aan de zijde van de werknemer bij bedrijfsongevallen. De vordering wordt i.c. gestoeld op art. 7:658 BW en subsidiair op het algemene art. 7:611 BW. Een van de vragen die hier aan de orde komt, is of de schade is opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend waarmee aansprakelijkheid o.g.v. art. 7:658 BW. Het hof houdt de werkgever echter aansprakelijk o.g.v. art. 7:611 BW. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand en motiveert duidelijk wat het verschil is tussen aansprakelijkheid o.b.v. art. 7:658 BW in vergelijking met art. 7:611 BW. In de noot wordt e.e.a. in perspectief geplaatst en wordt met name de verschillen tussen aansprakelijkheid die al dan niet uit het werk voortvloeien behandeld aan de hand van lagere jurisprudentie en de toepassing van art. 7:658 en 7:611 BW.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): T. Hartlief

Verschijning: oktober 2009

Archiefcode: AA20090646

Hoge Raad 17-04-2009 (ECLI:NL:HR:2009:BH1996) zaaknummer: 08/00635

goed werkgeverschap in de uitoefening van de werkzaamheden risico werkgeversaansprakelijkheid zorgplicht

Burgerlijk recht VermogensrechtSociaal-economisch recht Arbeidsrecht

Annotaties en wetgeving Annotatie