Toont alle 9 resultaten

‘Belanghebbende’ bij vernietiging van door de rechtbank goedgekeurde fusie van stichtingen

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 25 oktober 1991, nr. 7932, ECLI:NL:HR:1991:ZC0387, RvdW 1991, 229, NJ 1992, 149 m.nt. Maeijer (Veldhof/Leonhard Woltjer Stichting) In deze uitspraak van de Hoge Raad is aan de orde in hoeverre iemand kan worden aangemerkt als belanghebbende bij een juridische fusie tussen twee stichtingen waarbij de goedkeuring door de rechtbank was verleend. De Hoge Raad oordeelt dat een ander dan een bestuurder of oprichter van een fuserende stichting alleen dan als belanghebbende kan worden aangemerkt indien diegene nadeel ondervindt aan de fusie en dit ook stelt. In de noot wordt dieper op het belanghebbende-begrip en de fusie bij stichtingen ingegaan waarbij ook de algemene karakteristieken van de stichting aan de orde komen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1992
AA19920421

‘De positie van onbekwamen in het recht’: Beantwoording rechtsvraag (208) met betrekking tot wilsonbekwamen

M. Rood-De Boer

Beantwoording van een rechtsvraag behorende bij de rode draad van 1991 'De positie van onbekwamen in het recht'.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1992
AA19920053

Beantwoording rechtsvraag (190) jeugdrecht

M. Fiege

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het jeugdrecht waarbij onder andere de leerstukken van de handelingsonbekwaamheid wegens minderjarigheid en de problemen rondom handlichting aan de orde komen.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1990
AA19900033

Bescherming van zwakkere personen, de zogenaamde personae miserabiles, in het familie(vermogens)recht, in het bijzonder het belang van het kind

J.J.M. Grapperhaus, A.J.M. Nuytinck

Post thumbnail In dit artikel komen de in het Nederlandse recht als handelingsonbekwaam aangewezen personen aan de orde, te weten de minderjarigen en de onder curatele gestelden. Bij de minderjarigen komt met name het begrip 'het belang van het kind' aan de orde. De regeling van de onder curatele gestelden komt een stuk korter aan de orde.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2008
AA20080861

Janssen Pers

M.J.G.C. Raaijmakers

­Hoge Raad 10 maart 1995, nr. 15577, ECLI:NL:HR:1995:ZC1657, RvdW 1995, 64 (Janssen Pers BV e.a./P.V.J.H. Janssen en Janssen Pers Beheer BV) In dit arrest en de daarbij behorende noot staat de nietigheid van een stem en vernietigbaarheid van een besluit centraal. Ook is er aandacht voor de derdenwerking van besluiten. In de noot wordt dieper op deze ingewikkelde materie ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1995
AA19950788

juni 2006

Katern 99: Burgerlijk recht

- Instituut voor Privaatrecht Universiteit Leiden

Kritiek op Martijn Hesselinks boek Contractenrecht in perspectief

I. van Loo

Contractenrecht in perspectief is als studieboek voorgeschreven aan rechtenstudenten in de bachelorfase aan de Universiteit van Amsterdam. Het derde hoofdstuk van het boek draagt als titel ‘Een rechtvaardige prijs, een historischperspectief’. Dit hoofdstuk bespreek ik kritisch. Ik maak van de gelegenheid gebruik om uit te weiden over een aantal zaken die Hesselink niet of niet juist heeft behandeld, te weten de verhouding tussen de ‘iustum pretium’-leer en de ‘laesioenormis’, de op §138 Bürgerliches Gesetz Buch (BGB) gebaseerde Duitse‘woekerlaesio’ en de Oostenrijkse ‘dwalingslaesio’.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2008
AA20080757

Rechtsvraag (197) nietigheid en vernietigbaarheid

C.J.H. Brunner

Rechtsvraag waarbij het onderscheid tussen nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
september 1990
AA19900562

Voor een onrechtvaardige-prijsleer

Nawoord bij 'Kritiek op Martijn Hesselinks boek Contractenrecht in perspectief'

M.W. Hesselink

In deze reactie gaat de Hesselink in op de reactie op een hoofdstuk uit zijn boek over de onrechtvaardige prijs die volgens Hesselink een grondslag moet zijn voor vernietiging van een overeenkomst.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 2008
AA20080761

Toont alle 9 resultaten