schuldeiser

Resultaat 13–24 van de 27 resultaten wordt getoond

Hoe ver gaat de verklaringsplicht van de schuldenaar?

A.W. Jongbloed

Hoge Raad 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1776, RvdW 2021/1152

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2022
AA20220300

Incassokosten begrensd

L.D.V.M. Kompier

Op 1 juli 2012 is de nieuwe regelgeving voor de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. Met een wijziging van het Burgerlijk Wetboek zijn in lagere regelgeving, namelijk in een besluit, de incassokosten genormeerd. Wanneer een schuldenaar niet op tijd betaalt, kan een schuldeiser handelingen (laten) verrichten om de schuldenaar alsnog te laten betalen. De schuldeiser heeft recht op een vergoeding voor de kosten die hij maakt om de vordering buiten rechte te innen. De wettelijke regeling van de incassokosten biedt duidelijkheid aan de schuldenaar en aan de schuldeiser over hoe hoog deze kosten mogen zijn en biedt bescherming tegen te hoge incassokosten.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 2013
AA20130149

Met de billen bloot

De (grensoverschrijdende) informatieplicht in het beslag- en executierecht

K.J. Krzeminski

Post thumbnail

Een schuldeiser moet soms zelf op zoek naar voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen van een schuldenaar. De vraag dringt zich op of het niet veel makkelijker is als de schuldenaar wordt verplicht te vertellen of, en zo ja, waar hij bronnen van inkomsten en vermogen heeft. Kan een schuldenaar worden verplicht openheid te geven over zijn inkomens- en vermogenspositie in Nederland en daarbuiten? Of mag de schuldenaar dit weigeren met een beroep op privacy of een variant op het nemo-tenetur-beginsel? Deze vragen geven aanleiding voor een korte ronde langs de wettelijke en buitenwettelijke informatieplichten in het Nederlandse beslag- en executierecht.

Opinie | Amuse
mei 2022
AA20220350

Naschrift bij: Notarissen-Curatoren THB

R.D. Vriesendorp

Reactie van Vriesendorp op een eerdere reactie van Kortmann en Faber over de bevoegdheden van een curator ten aanzien van het te gelde maken van vorderingen uit onrechtmatige daad die jegens de benadeelde schuldeisers zijn begaan.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 1998
AA19980582

OKé

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 17 december 1993, nr. 14819, ECLI:NL:HR:1993:ZC1182, RvdW 1994, 3 (Van den Broeke/Van der Linden). Ook bekend als Oké. In dit arrest oordeelt de Hoge Raad dat er bij een vof sprake is van een gebonden gemeenschap. Deze gemeenschap staat er aan in de weg dat één van de twee vennoten een beroep doet op verrekening met de andere vennoot door middel van het vermogen van de vof. In de noot wordt dieper op deze uitspraak ingegaan waarbij ook de gemeenschap uit boek 3 BW wordt betrokken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1994
AA19940519

Over academische betogen en constructieve bijdragen: een nawoord

L.M. Cuelenaere, A.R. Leen

In dit nawoord op een reactie op het oorspronkelijk artikel waarbij er wordt ingegaan op de wijziging van de faillissementswet ten faveure van de crediteur op basis van rechtseconomische argumenten. De oorspronkelijke auteur gaat in op de reactie en zet daarbij zijn stellingen kracht bij.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 1990
AA19900285

UCERF 12 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Over het nieuwe relatievermogensrechtelijke basisstelsel, averij, spoken, gemiste en nieuwe kansen

F.W.J.M. Schols

Wat kunnen wij verwachten ten aanzien van het nieuwe huwelijksvermogensrecht?

Over stromannen, katvangers en geldezels: beslag in geval van verhaalsontduiking

K.J. Krzeminski

Verhaalsontduiking komt in de praktijk vaker voor dan men zou hopen. Hierbij zijn regelmatig derden betrokken. Een snelle blik op de jurisprudentie levert al een hoop voorbeelden van ‘stromannen’, ‘katvangers’ en ‘geldezels’ op. Schuldeisers hebben een evident belang om tegen schijnconstructies op te komen en beslag te kunnen leggen op goederen die aan hun verhaal zijn onttrokken, ook al staan deze goederen formeel op naam van een derde. In deze bijdrage licht ik enkele mogelijkheden daartoe uit.

Literatuur | Oratie
december 2023
AA20231001

Overeenkomsten in faillissement: wandelen over nieuwe paden

R.M. Wibier

Hoge Raad 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1994 (CV/Jansen q.q. en Koers q.q.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2022
AA20220295

Reactie op de reactie inzake Notarissen-Curatoren THB

F.P. van Koppen

Verdere reactie van Koppen op eerder in Ars Aequi verschenen artikelen over de bevoegheden van een curator.

Opinie | Reactie/nawoord
juli 1998
AA19980678

Redelijkheid & billijkheid met de Franse slag

Scheiding der machten in het goederen- en insolventierecht

R.M. Wibier

Hoge Raad 13 juni 2003, nr. C01/227HR, ECLI:NL:HR:2003:AF3413, NJ 2004/196, m.nt. W.M. Kleijn, AA20040775, m.nt. R.D. Vriesendorp (Beatrixziekenhuis/ProCall). Ook wel bekend als het ProCall-arrest. Het goederen- en insolventierecht geeft zelden aanleiding tot een competentiestrijd tussen de wetgever en de rechter. Mede daarom is de zaak Beatrixziekenhuis/ProCall – die speelde in 2003 – zo interessant. De Hoge Raad gebruikt het argument dat aanvaarding van een trust niet aan hem, maar aan de wetgever is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200949

Resultaat 13–24 van de 27 resultaten wordt getoond