rechtspersoon

Mariënburcht

M.S. Groenhuijsen

Hoge Raad 16 oktober 1990, nr. 86988, ECLI:NL:HR:1990:AD1248, NJ 1991, 442 m.nt. G.J.M. Corstens (Mariënburcht) In dit arrest en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de problematiek die speelt bij het deelnemen aan een criminele organisatie, destijds een 'rechtspersoon met een crimineel oogmerk'. Deze strafzaak speelde zich af in het krakersmilieu en hing samen met de grootschalige ontruiming van een kraakpand in Nijmegen waarbij er door de bewoners van het pand en sympathisanten veel verzet werd geboden. De vraag is nu in hoeverre dat deelnemers deel uitmaken van een vereniging die ten doel had strafbare feiten te plegen. De Hoge Raad komt de conclusie dat het hof een juiste uitspraak heeft gewezen ten aanzien van art. 140 Sr (oud) waarbij op de verschillende bestanddelen wordt ingegaan. In de noot wordt dieper ingegaan op de geschiedenis van art. 140 Sr (oud), de bestanddelen van dit artikel en tenslotte wordt ingegaan op de verhouding tussen art. 140 Sr (oud) en het legaliteitsbeginsel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1991
AA19910416

Misbruik van rechtspersonen

R. Harmsen

Misbruik van rechtspersonen heeft in de laatste jaren een ware stofwolk van verbazing en verontwaardiging doen opwaaien. Vooral sommige koppelbazen, die met hun malafide praktijken met BV's de overheid voor miljoenen hebben opgelicht, zorgden ervoor dat velen vraagtekens gingen plaatsen bij het functioneren van rechtspersonen. De belangen van derden worden soms opzettelijk geschonden door op bepaalde wijze gebruik te maken van rechtspersonen. De vraag hoe degene, die misbruik maakt van een rechtspersoon, aansprakelijk gesteld kan worden voor de schade, die derden daarvan ondervinden, levert verschillende antwoorden op. Hieronder zullen enkele grondslagen voor aansprakelijkheid wegen misbruik van rechtspersonen aan de orde komen.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1984
AA19840532

Over bonafide bestuurders en bewijsvermoedens die anders uitpakken dan bedoeld

M.L. Lennarts

Op de Blauwe Pagina's 'Verdraaid recht' pleit Loes Lennarts ervoor om de in artikel 36 lid 4 IW 1990 neergelegde regel dat een bestuurder alleen als hem/haar geen verwijt treft van schending van de meldingsplicht wordt toegelaten tot weerlegging van het vermoeden dat de niet-betaling is veroorzaakt door kennelijk onbehoorlijk bestuur te vervangen door de regel dat dat bij schending van de boekhoudplicht weerlegbaar wordt vermoed dat kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het onbetaald blijven van door de rechtspersoon verschuldigde belasting.

Blauwe pagina's | Verdraaid recht
juni 2024
AA20240492

Personenvennootschapsrecht, quo vadis?

A.S.J.M. Tervoort

Post thumbnail

De Hoge Raad heeft in 2015 drie baanbrekende arresten gewezen die betrekking hebben op het personenvennootschapsrecht: het recht betreffende de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap. Daarmee komt de vraag op wie de alom noodzakelijk geachte modernisering van het personenvennootschapsrecht, dat nog dateert uit 1838, ter hand moet nemen: de wetgever of de Hoge Raad.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2016
AA20160161

Rechtspersonen en mensenrechten, bien étonnés de se trouver ensemble? De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht

A.J.P. Schild

Post thumbnail Alexander Schild promoveerde op 6 november 2012 aan de Universiteit Leiden, met het proefschrift De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht. In deze bijdrage vertelt hij waar zijn stellingen in de kern op neerkomen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 2013
AA20130510

Strijd met redelijkheid en billijkheid of onrechtmatige daad als rechtsmiddel in relatie tot besluiten van de rechtspersoon?

A.F. Verdam

Hoe verhoudt het rechtsmiddel van de aantasting van een besluit van een rechtspersoon zich tot een vordering uit onrechtmatige daad? Wat betekent het IMG-arrest, is het bevredigend en welke vraag wordt – anders dan wel gedacht – niet beantwoord?

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2017
AA20170283

Toerekening van kennis aan een rechtspersoon: mijmeringen bij een Hindoestaanse tempel

S.M. Bartman

Hoge Raad 29 maart 2019, nr. 18/01396, ECLI:​NL:​HR:​2019:​467, NJ 2019/157 (Mandir)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2019
AA20190482

Überseering: vestigingsvrijheid en erkenning van rechtspersonen en vennootschappen binnen de EU

M.J.G.C. Raaijmakers

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 5 november 2002, ECLI:EU:C:2002:632, nr C-208/00, NJ 2003, 58, m.nt. P. Vlas; JOR 2003, 4 m.nt. G. van Solinge (Überseering) Verdragsrechtelijke vestigingsvrijheid binnen de Europese Unie verhindert dat een lidstaat op grond van zijn internationaal privaatrecht een buitenlandse rechtspersoon die haar werkelijke zetel binnen die lidstaat heeft beperkingen kan opleggen anders dan op grond van het algemeen belang.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2003
AA20030379

VDV Totaalbouw: vof failleert als rechtspersoon maar is dat niet (?)

'Ceci n'est pas une pipe'

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 6 februari 2015, nr. 14/03627, ECLI:NL:HR:2015:251, Ondernemingsrecht 2015, p. 230-232 m.nt. A.J.S.M. Tervoort (eiser/BEPRO)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2015
AA20150801

Verantwoordelijke vennootschappen en anderszins activistische aandeelhouders

O. Oost

Post thumbnail Een groep aandeelhouders van Shell zet zijn vennootschapsrechtelijke rechten in om bepaalde maatschappelijke doelen te bereiken, zoals het tegengaan van klimaatverandering. In deze bijdrage worden de juridische en morele grenzen hiervan verkend.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2019
AA20190038

Verboden rechtspersonen

S.C.H. Koning

In dit artikel komt de in eind jaren tachtig ingevoerde regeling van verboden rechtspersonen aan de orde. Nederland kent de grondwettelijk verankerde verenigingsvrijheid. De in de wet neergelegde beperkingen daarvan kennen een civielrechtelijke (art. 2:15 BW (oud)) en een strafrechtelijke (art. 140 Sr) en zijn aan strenge grenzen gebonden. In het artikel komt de voorgeschiedenis en totstandkoming van de regeling aan de orde net als de criteria voor een verbodenverklaring en strafrechtelijke vervolging wegens lid zijn van een criminele organisatie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1988
AA19880762

Verboden rechtspersonen: een reactie en naschrift

S.C.H. Koning, J.H.B. van der Meer

Reactie op een eerder in Ars Aequi verschenen artikel over verboden rechtspersonen. De auteur onderscheidt enige juridische onjuistheden en doet enige aanbevelingen ten aanzien van het leerstuk van het verboden verklaren van rechtspersonen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 1989
AA19890565