Resultaat 1–12 van de 16 resultaten wordt getoond

Beëindigingsvergoedingen voor handelsagenten en algemeen belang

De uitspraak van het HvJ EU in de zaak Unamar nader beschouwd

A.A.H. van Hoek

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 17 oktober 2013, ECLI:EU:C:2013:663, zaak C-184/12 (United Antwerp Maritime Agencies (Unamar) NV/Navigation Maritime Bulgare)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2014
AA20140466

Eén voor allen en allen voor één: individuele versus collectieve handhaving van het consumentenrecht in het IPR

A.A.H. van Hoek

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Derde kamer) 28 juli 2016, C-191/15, ECLI:EU:C:2016:612 (Verein für Konsumenteninformation/Amazon EU Sàrl; verzoek van het Oberste Gerichtshof om een prejudiciële beslissing)
In dit arrest hakt het Hof van Justitie EU een aantal knopen door met betrekking tot de bescherming van consumentenbelangen in het internationaal privaatrecht. De verhouding tussen individuele en collectieve handhaving wordt uitgewerkt, terwijl de consument een nadere bescherming krijgt tegen misleidende formuleringen van rechtskeuzes in algemene voorwaarden. Tenslotte wordt ook de vraag naar de verhouding tussen de algemene IPR regelingen en de privacy richtlijn aan de orde gesteld. Het antwoord op die laatste vraag is helaas voor meerdere uitleg vatbaar.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2016
AA20160957

Europees verzekeringrecht: goed voor de verzekeringnemer?

H. Bronsveld-Taute

De Commissie van de EEG acht het wenselijk dat in de toekomst buitenlandse verzekeringsmaatschappijen verzekeringen kunnen aanbieden in bijvoorbeeld Nederland, waarop hun eigen nationale recht van toepassing is. Dit is namelijk in het belang van het vrije verkeer van verzekeringsdiensten. De Commissie wil de weg hiertoe vrij maken door harmonisering van het verzekeringsrecht. In dit artikel wordt ingegaan op het ontstaan en de aard van de ontwerprichtlijn ter harmonisering van het verzekeringsrecht en de wenselijkheid van harmonisering. Na een kort overzicht van de inhoud van de ontwerprichtlijn, wordt onderzocht in hoeverre de huidige ontwerprichtlijn een goede bescherming aan de verzekeringnemer biedt. Dit onderzoek vindt plaats op de volgende terreinen: de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering, risicowijziging tijdens de looptijd van de verzekering, de reddingsplicht en de meerjarige contracten en stilzwijgende verlenging.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890391

Het COVA-arrest: een mijlpaal voor de internationale onrechtmatige daad

Th.M. de Boer

Hoge Raad 19 november 1993, nr. 15066, ECLI:NL:HR:1993:ZC1148, RvdW 1993 nr. 230. Ook bekend als het COVA-arrest. Casus in het licht van het internationaal privaatrecht waarbij onrechtmatige daad en verjaring centraal staan. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de regels van conflictrecht rondom deze problematiek.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1994
AA19940165

juni 1990

Katern 35: Internationaal privaatrecht

D. Kokkini-Iatridou

december 1990

Katern 37: Internationaal privaatrecht

D. Kokkini-Iatridou

september 1991

Katern 40: Consumentenrecht

E.H. Hondius

december 1994

Katern 53: Internationaal privaatrecht

K.R.S.D. Boele-Woelki

juni 1997

Katern 63: Internationaal privaatrecht

K.R.S.D. Boele-Woelki

juni 1997

Katern 63: Vervoersrecht

M.W.E. Koopmann

maart 1999

Katern 70: Internationaal privaatrecht

K.R.S.D. Boele-Woelki

Netherlands Commercial Court: de internationale poort tot het Nederlandse materiële privaatrecht

M. Neekilappillai

Post thumbnail Met de oprichting van de Netherlands Commercial Court (NCC) biedt Nederland een Engelstalige overheidsrechter in Amsterdam, die grote, complexe internationale handelsgeschillen snel en deskundig kan beslechten tegen een verhoogd griffierecht. De Netherlands Commercial Court kan de toegang tot het Nederlandse materiële privaatrecht versterken voor Nederlandse en buitenlandse bedrijven.

Rode draad | Toegang tot het recht
september 2019
AA20190700

Resultaat 1–12 van de 16 resultaten wordt getoond