rechtsbescherming

De werking van het nemo tenetur-beginsel in het Nederlandse strafrecht

A. Meijer

Het nemo tenetur-beginsel is een van de rechtsbeginselen waarvan onzeker is welke reikwijdte het heeft. Het beginsel houdt in dat niemand gedwongen mag worden aan zijn eigen veroordeling mee te werken. In dit artikel wordt de positivering van dit beginsel afgezet tegen enkele (bestaande en dreigende) inbreuken. De tot nu toe gangbare definiëring/omlijning van het beginsel kan volgens de schrijfster geen stand houden.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910890

De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Gemeenten verantwoordelijk voor welzijnszorg

M.A.J.M. Buijsen

Post thumbnail

Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 in werking getreden. Deze wet is een van de pijlers van het nieuwe zorgstelsel en brengt een zeer aanzienlijke taakverzwaring met zich voor de lokale overheid. Deze nieuwe wet paart veel beleidsruimte aan een eigenaardige besluitvormingsprocedure, waardoor zorgzoekenden weinig houvast geboden wordt. Veel conflicten liggen in het verschiet.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2015
AA20150112

De Wet op het konsumentenkrediet

J.L. Spier

Tegelijk met de vermogensrechtelijke boeken van het BW is de Wet op het Consumenten Krediet (WCK) ingevoerd. In de WCK zijn regels neergelegd, zowel privaat- als publiekrechtelijk, die er voor zorgen dat kredietaanbieders verantwoord kredietverlenen en die consumenten steunen bij het aangaan van een kredietovereenkomst. De WCK zorgt voor een einde van de versnipperde wetgeving op het gebied van het consumentenkrediet. In het artikel wordt ingegaan op verschillende aspecten van de WCK zoals de afbetalingsstelsel, geldkrediet, toezicht en vergunningenstelsel, krediettransactie, maximumtarief en betalingen, pandrecht en eigendomsvoorbehoud. Daarnaast wordt het wetsvoorstel, de parlementaire behandeling, de invloed van EEG-rechtlijnen en reikwijdte van de wet behandeld.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 1992
AA19920339

DNA-onderzoek in strafzaken volgens de Commissie-Moons

M. de Klerk

Regelmatig probeert Justitie een verdachte ertoe te bewegen een DNA-test te ondergaan. Nu vindt een test slechts plaats indien de verdachte zijn onschuld wil aantonen of een ander belang heeft bij zo'n test. Het rapport van de Commissie herrijking Wetboek van Strafvordering kan aan deze selectieve onwilligheid van verdachten een einde gaan maken.

Verdieping | Studentartikel
juli 1991
AA19910540

Dwangsomregeling in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne

A.J. Bok

In dit artikel wordt ingegaan op hoofdstuk 6 in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne. De dwangsom levert een bijzondere manier op om de wet te handhaven. In dit artikel wordt daar dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1991
AA19910322

Een gewogen afbeelding; een civielrechtelijk model voor het afwegen van belangen bij het openbaar maken van afbeeldingen

L. van der Vliet

In de zaak O.J. Simpson werden in de zomer van 1994 beelden getoond die ver buiten de werkelijkheid lagen. Het leek alsof het een speelfilm betrof. Hoever kunnen de media hiermee gaan? Waar liggen de grenzen in het portretrecht? In dit artikel wordt getracht hierin duidelijkheid te scheppen.

Verdieping | Studentartikel
april 1995
AA19950252

Een schuldig geheugen? Het belang van het zwijgrecht voor de geestelijke gezondheid van de verdachte

D.A.G. van Toor

Op 20 april 2017 promoveerde Dave van Toor aan de RU met het proefschrift Het schuldige geheugen? Een onderzoek naar het gebruik van hersenonderzoek als opsporingsmethode in het licht van eisen van instrumentaliteit en rechtsbescherming. Promotor was prof.mr. P.H.P.H.M.C. van Kempen. In deze bijdrage vertelt hij over zijn onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 2018
AA20180343

Een selectie uit: Inleiding tot het Europees bestuursrecht

S. Prechal, R.J.G.M. Widdershoven

Post thumbnail Deze uitgave bevat een selectie uit de vijfde, geheel herziene druk van Inleiding tot het Europees bestuursrecht (ISBN 9789493333444). In deze selectie zijn de hoofdstukken III De doorwerking via conforme interpretatie en rechtstreekse werking en hoofdstuk V De bestuurlijke handhaving opgenomen.

9789493333550 - 19-09-2025

Een snelweg voor besluitvorming

F.C.M.A. Michiels

Post thumbnail In dit artikel wordt naar aanleiding van een wetsvoorstel dat wil regelen dat de besluitvorming rondom grote infrastructurele en bouwprojecten aanmerkelijk korter duren voor wat betreft de besluitvorming, ingegaan op het besluitvormingsproces. Daarbij komen de oorzaken van de trage besluitvorming aan de orde, de betrokken spelers, een overzicht van wetgeving ter oplossing van het probleem en wordt er een kort commentaar op de voorgestelde oplossingen gegeven.

Verdieping | Studentartikel
september 2009
AA20090531

Geeft Nederland juiste toepassing aan de beschermingsclausule bij het waarborgen van de vrijheid van godsdienst?

J. Bos

Nederlandse rechters en bestuursorganen lijken zich nauwelijks rekenschap te geven van de zogenaamde most-favoured-individual clause in mensenrechtenverdragen. Tot de toepassing van deze clausule zijn de Nederlandse rechters en bestuursorganen echter wel verplicht. In dit artikel wordt onderzocht of deze nalatigheid tot gevolg heeft dat de bescherming van de godsdienstvrijheid in Nederland onder de maat is.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2007
AA20070727

Grensoverschrijdende handhaving van Unierecht en de systeembreuk op het snijvlak van strafrecht en (punitief) bestuursrecht

A.J. de Vries

Op 5 april 2024 promoveerde Aart de Vries cum laude aan de UU met het proefschrift 'Evidence and Transnational Punitive Enforcement Proceedings in the European Union. The gathering, sharing, and use of evidence by Member States’ administrative and judicial authorities during transnational punitive enforcement proceedings in the EU’s integrated internal market and Area of Freedom, Security and Justice'. In deze bijdrage vertelt hij over zijn onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2025
AA20250398

Harmonisatie van procesrecht?

Een beschouwing over hoofdstuk 8 Algemene wet bestuursrecht

A. Knigge

Op 23 januari 1992 werd het voorstel van wet 22 495 bij de Tweede Kamer ingediend. Dit bevat onder andere het uniforme bestuursprocesrecht dat toegepast zal worden in de in te stellen administratieve kamers. Met deze uniformering wordt een verhoogde rechtsbescherming beoogd. Van harmonisering met het burgerlijk procesrecht is echter afgezien omdat men de verschillen tussen beide vormen van procesrecht nog te groot achtte. Betoogd wordt dat verdergaande harmonisering met het burgerlijk procesrecht mogelijk was geweest, indien men meer oog had gehad voor de verzoekschriftprocedure.

Verdieping | Studentartikel
maart 1993
AA19930165